Plan: | Bg Zuid, deelplan Albartsweg 4, Hollandscheveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.2023BP9000013-VG01 |
het bestemmingsplan Bg Zuid, deelplan Albartsweg 4, Hollandscheveld met identificatienummer NL.IMRO.0118.2023BP9000013-VG01 van de gemeente Hoogeveen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een bijgebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
woningen gekoppeld door middel van gebouwen;
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke –geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen- bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend;
het in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig of ontwerptechnisch dan wel daarmee gelijk te stellen gebied, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist(e) en mani- en/of pedicure, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie, hieronder mede begrepen Bed & Breakfast;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder tot een capaciteit van 100 ton per dag tevens wordt begrepen co-vergisting ten behoeve van energieopwekking;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal of minimaal bebouwd mag/moet worden;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. de levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, danwel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of daarmee vergelijkbare voorzieningen, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer;
Document voor beeldkwaliteit van bedrijventerrein, wonen …….(naam, datum document);
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmeting, dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het plaatsgebonden risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening wordt gehouden;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de op het moment van ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan en conform de op dat moment geldende regels aanwezige gebouwen/ oppervlakten/ gebruik of waarvoor een bouwvergunning is verleend danwel een aanvraag om bouwvergunning is ingediend die kan worden verleend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats)
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of horizontale balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een tent van maximaal 6 m2;
activiteiten ter ontspanning in de vorm van volkstuinen, sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting uitdrukkelijk is verboden;
speciaal aangelegde accommodatie al dan niet overdekt ten behoeve van dagrecreatie;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en prostitutie;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van prostitutie;
een kap met de nokrichting haaks op de weg waaraan de woning is gelegen;
de bouwlaag op de begane grond;
de oppervlakte van een bouwperceel binnen de bestemming “Wonen”, met uitzondering van de oppervlakte van het bouwvlak;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, waaronder mede een carport wordt verstaan;
de geluidsbelasting op een bepaalde plaats veroorzaakt door de gezamenlijke op een luchtvaartterrein landende en opstijgende vaste vleugel luchtvaartuigen met schroefaandrijving en een toegelaten totaalmassa die hoger is dan 390 kg doch niet hoger dan 6000 kg, uitgedrukt in bkl;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen op een industrieterrein (benoemen welk terrein….), daaronder niet begrepen het geluid van motorvoertuigen op de openbare weg;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer op een bepaald spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
een inrichting, genoemd in artikel 2.4 van het Inrichting- en vergunningenbesluit milieubeheer van 5 januari 1993 houdende aanwijzing van categorieën inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;
blok van twee aaneengebouwde woningen;
een waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, die geheel of gedeeltelijjk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;
een stuk grond van maximaal 100 m2 voor het plaatsen van één kampeermiddel met bijzettentjes.
een gesloten en (overwegend) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk, bestaande uit ten minste één niet horizontaal vlak;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een kap met de nokrichting evenwijdig aan de weg waaraan de woning is gelegen;
activiteiten die gericht zijn op recreatie en ontspanning welke individueel of in groepen kunnen plaatsvinden, zoals karten, overdekt skiën en bowlen;
een dak bestaande uit één hellend dakvlak;
een agrarisch bedrijf waarbij in hoofdzaak geen gebruik wordt gemaakt van open grond;
de scheiding tussen percelen die niet aan eenzelfde eigenaar behoren danwel niet door eenzelfde gebruiker worden gebruikt;
horizontaal of nagenoeg horizontaal gelegen dak;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een of meer wijzigingen op of aan een aanwezige weg, ten gevolge waarvan de geluidsbelasting vanwege de weg met 1,5 dB of meer wordt verhoogd;
een recreatief gebruik van gronden en opstallen dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten bij functiemenging die van deze regels onderdeel uitmaakt;
een kap met een piramidevormige afdekking eindigend in één punt of met een korte nokbalk haaks op de weg;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
(let op: dit is dus de netto-vloeroppervlakte);
de streefwaarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
het meest naar de zijde van de weg, waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gelegen, gekeerde deel van een hoofdgebouw;
inrichtingen in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder jo artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één (of meerdere) huishouden(s);
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de afstand tussen de perceelsgrens en het dichtstbijzijnde punt van een bouwwerk;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De maximale bouwhoogte mag ten behoeve van deze ondergeschikte bouwwerken met ten hoogste 1 meter worden overschreden.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij ten dienste van de bestemming behorende:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de regel dat op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd, met uitzondering van erkers;
Voor het bouwen van erkers bij woningen geldt de regel dat binnen deze bestemming erkers bij woningen met een maximale diepte van 1,5 meter en een maximale breedte van 2/3 van de breedte van de voor- en/of zijgevel van het bijbehorende hoofdgebouw zijn toegestaan, mits de hoogte van de erker ten hoogste gelijk zal zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het bijbehorende hoofdgebouw;
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de regel dat de bouwhoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat voor erf- of perceelsafscheidingen de volgende hoogte geldt:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in lid 4.1 sub 1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen de volgende regels gelden:
Voor het bouwen van bijgebouwen, waaronder begrepen aan- en uitbouwen, de volgende bepalingen gelden:
Met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de regel dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 meter mag bedragen, met dien verstande dat voor erf- of perceelsafscheidingen geldt dat de hoogte:
Voor het bouwen van zend-/ontvangstinstallaties ten behoeve van de openbare orde geldt dat de hoogte niet meer dan 40 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde in de andere op de verbeelding aangewezen bestemmingen, mogen binnen een strook van 4 meter aan weerzijden van de leiding, gemeten vanuit het hart van de leiding op of in deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze aanvullende bestemming.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het permanent opslaan van goederen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4 en toestaan dat de gronden worden gebruikt voor het permanent opslaan van goederen, mits:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - windmolens' zijn op gronden met de aanduidingen woning, maatschappelijke doeleinden, dubbele woning, sportterrein, tuincentrum, camping, recreatiewoning, volkstuinencomplex, recreatiewoningterrein, kwekerij, agrarisch bedrijf, grondgebonden agrarisch bedrijf, grondgebonden agrarisch bedrijf met intensieve tak, manege, bedrijven categorie B1 of Bedrijven categorie B2, kleinschalige windmolens toegestaan.
Voor het oprichten van kleinschalige windmolens gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie 50 dB(A)' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van gronden en gebouwen, welke deel uitmaken van een industrieterrein, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - Industrie 50 dB(A)' zijn geen nieuwe geluidgevoelige objecten, die vanwege de geluidsbelasting van het industrielawaai een te hoge geluidsbelasting ondervinden, toegestaan.
Ten aanzien van het bepaalde bij de voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidszone - industrie 50 dB(A)' voor het bouwen van gebouwen, dat het bouwen van geluidsgevoelige gebouwen niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor het bouwen van een op grond van de aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidgevoelig object, indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Tot een gebruik, strijdig met lid 7.2, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidgevoelig object.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie 55 dB(A)' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van gronden en gebouwen, welke deel uitmaken van een industrieterrein, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.
Op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - Industrie 55 dB(A)' zijn geen nieuwe geluidgevoelige objecten, die vanwege de geluidsbelasting van het industrielawaai een te hoge geluidsbelasting ondervinden, toegestaan.
Ten aanzien van het bepaalde bij de voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidszone - industrie 55 dB(A)' voor het bouwen van gebouwen, dat het bouwen van geluidsgevoelige gebouwen niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3 voor het bouwen van een op grond van de aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidgevoelig object, indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van dit gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Tot een gebruik, strijdig met lid 7.3, zoals bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidgevoelig object.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Op de voorbereiding van een wijziging/uitwerking van het bestemmingsplan als bedoeld in de artikelen 1, 2, 3 is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van één of meerdere nadere eisen als bedoeld in de artikelen 3.3, 4.3 en 5.3 is de volgende procedure van toepassing:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.