Artikel 25: Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
-
a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
b. de bestemmingsregels in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
c. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
d. de bestemmingsregels in die zin dat openbare (nuts)-gebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van (de bediening van) kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje ten hoogste 75 m³ zal bedragen;
-
e. de bestemmingsregels in de artikelen 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14, 16, 18 en 19 in die zin dat gebouwtjes ten behoeve speelvoorzieningen worden gebouwd, mits:
-
1. de oppervlakte van een gebouwtje ten hoogste 5 m² zal bedragen;
-
2. de bouwhoogte van een gebouwtje ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
-
f. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
-
g. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m, mits zoveel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande verticale elementen, zoals gebouwen, torens en bestaande masten;
-
h. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zonne-energiemasten wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m;
-
i. de bestemmingsregels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
-
1. deze vergroting niet meer dan 20 m² per plaatselijke verhoging bedraagt;
-
2. de vergroting leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
-
j. de bestemmingsregels in die zin dat gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor de uitoefening van:
-
1. detailhandel;
-
2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
-
3. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
-
4. horecabedrijven categorie F;
mits:
-
a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied 1';
-
b. er geen afbreuk worden gedaan aan het streven tot concentratie van de hiervoor genoemde functies rond het kruispunt Weverswâl - Mjumsterwei - Tsjerkewâl;
-
c. het uitsluitend de uitoefening van detailhandel betreft die naar de aard geen grote gebruikersgroep bedient en/of over een smal assortiment beschikt;
-
d. bij logiesverstrekking er geen onevenredige parkeerdruk op de openbare weg ontstaat;
-
e. de woonsituatie, de verkeers- en parkeersituatie van aangrenzende percelen niet onevenredig wordt aangetast;
-
f. er geen onevenredige milieuhinder of andere overlast plaatsvindt ten aanzien van de woonsituatie van belendende percelen;
-
g. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving.