Plan: | Buitengebied 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0082.000300-0004 |
De provincie Fryslân streeft naar kwaliteitsverbetering van recreatieve voorzieningen. De provincie wil bevorderen dat recreatie en toerisme als (nieuwe) sociaal-economische drager ten volle wordt benut. Bovendien bevordert de provincie, door onder andere een verhoogde aandacht voor landschappelijke inpassing, de medeverantwoordelijkheid van de sector voor het beheer van natuur, landschap en erfgoed. Herkenbaarheid van de Friese landschappelijke kernkwaliteiten is hierbij randvoorwaarde. Kwaliteitsverbetering vraagt in een aantal gevallen om meer ruimte, zowel voor bestaande als voor nieuwe voorzieningen. Die ruimte biedt de provincie.
De provincie zet in op de concentratie van nieuwe grootschalige en intensieve recreatieve voorzieningen in de stedelijke en regionale centra, zoals Lemmer, en in een aantal recreatiekernen. Oosterzee en Echtenerbrug/Delfstrahuizen zijn aangewezen als recreatiekern. Daarnaast streeft de provincie naar een verdere verbetering en uitbreiding van de toeristisch-recreatieve netwerken en naar versterking van de onderlinge samenhang. De aantrekkelijkheid van de netwerken wordt vergroot door op logische punten langs en nabij netwerken passende voorzieningen voor dag-, verblijfs- en vaarrecreatie mogelijk te maken. Hiervoor heeft de provincie in eerste instantie de recreatiekernen voor ogen. Ook tussenliggende punten langs en nabij de netwerken zijn hierbij in beeld, bijvoorbeeld bij (vrijkomende) boerderijen en bestaande concentraties van recreatieve voorzieningen.
De gemeente streeft naar een versterking van de toeristisch-recreatieve functie van het buitengebied, dat wil zeggen naar een kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod en een beperkte uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden.
In het buitengebied van Lemsterland is het aantrekkelijk te recreëren, vanwege het open landschap, het vele open water en de natuur. Buiten de kernen is ten behoeve van de verblijfsrecreatie sprake van een regulier kampeerterrein, een aantal kleinschalige kampeerterreinen, een aantal recreatieappartementen, een hotel en 'bed & brochje'-gelegenheden. Qua dagrecreatieve voorzieningen kent de gemeente bijvoorbeeld zeilscholen. Verder zijn er volop mogelijkheden om te recreëren, zoals fietsen, wandelen, varen en paardrijden.
Geconstateerd kan worden dat de uitgangspositie voor de toeristisch-recreatieve sector in Lemsterland betrekkelijk gunstig is. De gemeente Lemsterland beschikt over een fraai buitengebied en vooral Lemmer is een aantrekkelijke plaats om te verblijven. Toch is de gemeente van mening dat er nog mogelijkheden zijn voor versterking van de sociaal-economische betekenis van recreatie en toerisme voor het buitengebied, mits de ontwikkeling geen nadelige gevolgen heeft voor het landschap, de natuur en de agrarische sector.
In het algemeen zal het moeten gaan om kleinschalige voorzieningen. Binnen het verblijfsrecreatieve aanbod streeft de gemeente, naast behoud en versterking van de bestaande voorzieningen, naar een grotere productdifferentiatie. Verder kan de landbouw sterker profiteren van recreatie en toerisme, dan nu het geval is. De gemeente Lemsterland streeft daarom naar een verhoging van de bijdrage van toerisme en recreatie aan plattelandsvernieuwing. Voor wat betreft grootschaligere voorzieningen, zoals een kampeerterrein, ziet de gemeente vooral mogelijkheden voor locaties in de nabijheid van kernen en/of de Tsjûkemar (zie paragraaf 3.5.1). Daarnaast is de versterking van het netwerk voor recreatief fietsen, wandelen, varen en paardrijden één van de doelstellingen die de gemeente nastreeft.
De bestaande toeristisch-recreatieve voorzieningen krijgen in het bestemmingsplan een passende bestemming.
Met een passende bestemming wordt bedoeld een op de activiteit toegespitste bestemming. Concreet betekent dit dat een camping bijvoorbeeld is bestemd als "Recreatie – Verblijfsrecreatie". Een zeilschool krijgt de bestemming "Recreatie – Dagrecreatie". Waar nodig, worden de activiteiten (per perceel) nader gespecificeerd.
Niet in alle gevallen is de plaatsvindende activiteit c.q. voorziening positief bestemd, dat wil zeggen voorzien van een bestemming danwel aanduiding op de plankaart. Dit geldt voor 'bed & brochje'-gelegenheden en andere toeristisch-recreatieve voorzieningen die als ondergeschikt aan de agrarische bedrijfsfunctie zijn aan te merken, kleinschalige kampeerterreinen, fiets- en wandelpaden en ruiter- en vaarroutes.
'Bed & brochje'-gelegenheden zijn voorzieningen, waarbij recreatief nachtverblijf en ontbijt wordt aangeboden, binnen de woning. Het gaat om een (ondergeschikte) functie bij een woning of bij een agrarisch bedrijf met niet of nauwelijks ruimtelijke uitstraling. Het is daarom niet noodzakelijk de activiteit te bestemmen dan wel aan te duiden. In de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen "Agrarisch – Agrarisch bedrijf" en "Wonen" is daarom opgenomen dat deze gronden mede bestemd zijn voor 'bed & brochje'. Een dergelijke benadering geldt ook voor voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie op het agrarisch bedrijf, zoals boerengolf en ontvangstruimten voor rondleidingen op het agrarisch bedrijf (zie ook paragraaf 4.4.2. onder het kopje 'nevenactiviteiten').
De gemeente Lemsterland heeft voor wat betreft het kamperen de Beleidsnota op de Openluchtrecreatie (1996) vastgesteld. In december 2004 is het beleid voor kleinschalig kamperen verruimd. Een tweede wijziging is in juli 2005 doorgevoerd. In paragraaf 2.5.5. is reeds ingegaan op de inhoud van het gemeentelijk beleid voor kleinschalig kamperen.
Omdat de afwijking voor het kleinschalig kamperen voor een bepaalde periode wordt verleend, is ervoor gekozen de activiteit niet specifiek te bestemmen of aan te duiden. In het bestemmingsplan is kleinschalig kamperen mogelijk gemaakt via afwijking. De afwijking is – in afwijking van het tot nu toe gevoerde beleid in het bestemmingsplan – ook gekoppeld aan de woonbestemming, omdat in het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat kleinschalig kamperen ook op het erf van een vrijkomend agrarisch bedrijfscomplex uitgeoefend kan worden. Qua inhoud van de afwijkingsregeling is aangesloten bij de gemeentelijke beleidsnota voor kleinschalig kamperen. Omdat de Wet op de Openluchtrecreatie per 1 januari 2008 is afgeschaft, is in het bestemmingsplan een zelfstandige regeling opgenomen. Op de volgende adressen in de gemeente is op dit moment sprake van kleinschalige kampeerterreinen:
Fiets-, wandel- en ruiterpaden worden over het algemeen meegenomen binnen de gebiedsbestemmingen. Daartoe is in de bestemmingsomschrijving geregeld dat de gronden tevens zijn bestemd voor voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik, zoals voet-, fiets- en/of ruiterpaden. Het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik is omgevingsvergunningplichtig gesteld.
Vaarroutes worden meegenomen binnen de bestemming "Water", dat wil zeggen dat in de bestemmingsomschrijving is opgenomen dat de gronden tevens zijn bestemd voor de vaarrecreatie. Voor een dergelijk gebruik is een specifieke regeling niet nodig. Havens en particuliere aanlegplaatsen zijn alleen toegestaan daar waar de aanduiding "aanlegsteiger" geldt. Voor de recreatie-eilanden in de Tsjûkemar en de Grutte Brekken is, binnen de bestemming "Water" de aanduiding "recreatie" opgenomen.
De gemeente biedt in haar bestemmingsplan mogelijkheden voor het realiseren van nieuwe voorzieningen op toeristisch-recreatief gebied.
Hiervoor kwam reeds naar voren dat de gemeente streeft naar een kwaliteitsverbetering van het bestaande aanbod en een beperkte uitbreiding van de recreatieve mogelijkheden. De mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt op het gebied van 'bed & brochje', toeristisch-recreatieve voorzieningen op het agrarisch bedrijf en kleinschalig kamperen zijn reeds besproken.
Als het gaat om hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing biedt het bestemmingsplan ook een aantal mogelijkheden op toeristisch-recreatief gebied. De gemeentelijke notitie "Hergebruik vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing" (zie ook paragraaf 2.5.4.) gaat in op de toegestane vormen van hergebruik en de hoedanigheid. Deze notitie is geïntegreerd in en vertaald naar het bestemmingsplan. De voorwaarden die gelden bij hergebruik zijn vertaald naar een wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming "Agrarisch – Agrarisch bedrijf" (onder artikel 4.8 van de planregels).