direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer-Verblijfsgebied
Plan: De Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01

Artikel 10 Verkeer-Verblijfsgebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer-Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. parkeervoorzieningen, fietsenstallingen;

alsmede voor:

  • d. (ondergrondse) afvalinzamelingssystemen;
  • e. geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. overige functioneel met de bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" verbonden voorzieningen, zoals voorzieningen voor groenonderhoud;
  • h. water;
  • i. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;

met dien verstande dat

  • j. voor zover deze gronden tevens zijn aangewezen voor 'Waterstaat-Waterkering', ze mede bestemd zijn voor de waarborging van het belang van de waterkering en het bepaalde in artikel 15 van toepassing is;
  • k. ter plaatse van de aanduiding "specifieke aanduiding - entree" de gronden tevens bestemd zijn voor het bouwen van een entree partij inclusief één lift per aanduiding ten behoeve van de aangrenzende woongebouwen;
  • l. ter plaatse van de aanduidingen "Vrijwaringszone - dijk 1" en "Vrijwaringszone - dijk 2" de gronden tevens bestemd zijn als beschermingszones rondom de primaire waterkering ''Waterstaat-Waterkering''.
10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en entreepartijen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en groenonderhoud geldt:

  • a. maximum bouwhoogte: 3 meter;
  • b. maximum oppervlakte: 15 m2;

ten aanzien van gebouwen voor entreepartijen ter plaatse van de "specifieke bouwaanduiding- entree" geldt:

  • c. een maximale bouwhoogte van de aaangrenzende woongebouwen ;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt:

  • d. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten, bouwhoogte 9 m;
  • e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
  • f. straatmeubilair, bouwhoogte 6 m;
  • g. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • h. geluidwerende voorzieningen, bouwhoogte 6 m;
  • i. reclameobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m; oppervlakte maximaal 10 m2;
  • j. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 2 m;
  • k. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m;
10.3 Afwijken van de bouwregels

Nutsgebouwen

  • a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 onder a. en b. voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2, mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.

10.4 Wijzigingsbevoegdheid
10.4.1 wijziging ten behoeve van wonen, gemengd-1 en maatschappelijk

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied ter plaatse van de 'wro-zone wijzigingsgebied -2' te wijzigen in de bestemming Woongebied en Gemengd - 1 en Maatschappelijk.

Hierbij gelden de regels van Artikel 14 Woongebied, de regels van Artikel 4 Gemengd - 1 en de regels van Artikel 6 Maatschappelijk, waarbij in afwijking van deze artikelen de volgende bouwregels gelden:

  • a. de maximale bouwhoogte voor 'wro-zone wijzigingsgebied -2' bedraagt 7 meter;
  • b. het maximum aantal woningen bedraagt 40;
  • c. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 55% van het totale 'wro-zone wijzigingsgebied'.
10.4.2 wijziging ten behoeve van gronduitgifte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied' te wijzigen in de bestemmingWonen - 1 danwel Wonen - 2, indien in het kader van een verzoek om additionele gronduitgifte positief is beslist en de eigendom van de gronden is overgedragen. Door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen.