Plan: | De Laren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0034.BP1ELMN01-vg02 |
In het Bestemmingplan De Laren wordt de bouw van 400 á 500 nieuwe woningen mogelijk. Binnen en rondom het plangebied liggen meerdere wegen waarvoor een akoestisch onderzoek is uitgevoerd om de akoestische effecten van deze ontwikkeling inzichtelijk te maken. De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek
Voor de woningen binnen zones van wegen is getoetst of voldaan wordt aan de Wet geluidhinder, voor relevante woningen langs niet gezoneerde wegen in het plangebied is beoordeeld of sprake is van goede ruimtelijke ordening.
In het kader van goede ruimtelijke ordening is onderzocht wat de gevolgen zijn van de geprojecteerde ontwikkelingen voor de geluidsbelasting op woningen langs wegen buiten het plangebied. Hierbij is beoordeeld of er sprake is van een “aanpassing”, dat wil zeggen een toename van de geluidsbelasting van meer dan 2 dB ten opzichte van de autonome situatie in 2030.
Door het vastgestelde Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol – Amsterdam – Almere is er sprake van een toename van verkeer op de wegen rondom en door het plangebied door onder andere de aansluiting van de Havendreef op de A6. Deze toename staat los van het plan De Laren. In het onderzoek is de autonome situatie in het jaar 2030 vergeleken met de situatie inclusief de toename in de verkeersintensiteiten als gevolg van het plan De Laren.
De geluidsbelasting vanwege de A6 is voor 37 woningen binnen het plangebied hoger dan de voorkeurswaarde van 48 dB en bedraagt maximaal 49 dB. De geluidsbelasting vanwege de Havendreef is op 15 woningen hoger dan de voorkeurswaarde van 48 dB, namelijk maximaal 49 dB. Maatregelen om de geluidsbelasting vanwege de A6 en Havendreef te verminderen zijn als onvoldoende beoordeeld en ontmoeten overwegende bezwaren van landschappelijke, stedenbouwkundige en financiële aard.
Minimaal vijf woningen ontvangen een hogere geluidsbelasting van zowel de A6 als Havendreef. De gecumuleerde geluidsbelasting bedraagt maximaal 56 dB, wat overeenkomt met een matige milieugezondheidskwaliteit volgens de GES methodiek. Dit betekent dat aandacht dient te worden geschonken aan het creëren van een goed akoestisch binnenklimaat. De gecumuleerde geluidsbelasting wordt weergeven zonder correctie ex. Art. 110g Wet geluidhinder.
Voorgesteld wordt om voor 37 woningen vanwege de A6 en 15 woningen vanwege de Havendreef een hogere waarde vast te stellen van 49 dB.
De akoestische kwaliteit vanwege niet gezoneerde wegen binnen het plangebied op geprojecteerde woningen wordt voor een aantal woningen in de eerste lijn beoordeeld als matig. Door het ontwerp van een aaneengesloten rij woningen en oriëntatie op de wegen is het mogelijk om geluidluwe achterzijden te realiseren en wordt voldaan aan goede ruimtelijke ordening.
De toename van de geluidsbelastingen op woningen op niet gezoneerde wegen buiten het plangebied in de situatie met De Laren ten opzichte van de autonome situatie in 2030 is maximaal 1,7 dB, zodat er geen sprake is van een “aanpassing”. Van aanpassing is sprake als de geluidsbelasting met meer dan 2 dB toeneemt. Er wordt voldaan aan het begrip goede ruimtelijke ordening. De akoestische kwaliteit op relevante wegen buiten het plangebied wordt volgens de GES systematiek beoordeeld van matig tot zeer matig.
Aanvullend onderzoek naar aanleiding van het amendement verkeersontsluiting d.d.28 februari 2013:
In het bestemmingsplan wordt in de planregels opgenomen dat van de wijzigingsbevoegdheid gebruik mag worden gemaakt indien er een 30 km/u regime is vastgesteld en de verbinding uitsluitend bestemd is voor De Laren.
Hiermee bedraagt de geprognotiseerde verkeersintensiteit 800 motorvoertuigen per etmaal. Op basis van deze uitgangspunten, wordt de akoestische kwaliteit langs de verbinding Havendreef – De Laren gekwalificeerd als goed. Geconcludeerd wordt dat onder genoemde voorwaarden het realiseren van de verbinding voldoet aan goede ruimtelijke ordening en dat hiermee de haalbaarheid van de wijzigingsbevoegdheid is aan getoond.
Het aanvullend onderzoek is opgenomen in Bijlage 5 Toevoeging akoestisch onderzoek.
Ter voldoening aan de tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 23 oktober 2013 is een aanvullend akoestisch onderzoek verricht naar de te verwachten geluidintensiteit van het geprojecteerde speeleiland nabij de woonomgeving van Uithof en Buitenhof.
Uit dit onderzoek is gebleken dat:
• de geluidbelasting (langtijdgemiddelde beoordelingsniveau-LAr.LT ) vanwege Jeugdland lager is dan wordt geadviseerd vanuit de richtlijn uit de VNG-publicatie maar ook lager is dan op grond van het Activiteitenbesluit is toegestaan.
• de maximale geluidbelasting (LAmax) vanwege Jeugdland lager is dan wordt geadviseerd vanuit de richtlijn uit de VNG publicatie maar ook lager is dan op grond van het Activiteitenbesluit is toegestaan.
Conclusie is dat, voor wat betreft het aspect geluid, een voldoende beschermingsniveau voor de omliggende woningen wordt gegarandeerd.
Indien het het bouwen van hutten niet plaatsvindt aan de westelijke zijde van het eiland maar ook aan de oostelijke zijde, dan zullen de maximale geluidniveaus, uitgaande van een maximaal bronvermogen van 118 dB(A), circa 69 dB(A) bedragen.
Hiermee wordt de ten hoogst toegestane waarde van 70 dB(A) in de dagperiode, uit het activiteitenbesluit, niet overschreden. Wel zal de voorgestelde waarde uit de VNG-richtlijn worden overschreden.
Vooraf is er echter al voor gekozen dat het timmeren zal plaats vinden op het westelijk deel in plaats van op het oostelijk deel van het eiland om eventuele hinder te voorkomen.
Door middel van een aanduiding is aangegeven op welk deel van het eiland de bouwspeeltuin is toegestaan.
Het aanvullend onderzoek is opgenomen in Bijlage 6 Akoestisch onderzoek Jeugdland Almere Haven