Plan: | Woongebieden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0018.BP096Woongebieden-31va |
Gelijktijdig met dit bestemmingsplan, wordt voor het Plangebied de welstandsnota herzien. Herijking van het beeldkwaliteitsplan voor het historische lint maakt deel uit van de herziening. Voor het historisch lint, dat is te zeggen het deel dat onderdeel uitmaakt van het plangebied, is een ruimtelijke analyse opgesteld. Daarmee wordt in feite verder gegaan dan de reikwijdte van de welstandsnota. Die is namelijk vooral gericht op beheer en kleinschalige ontwikkelingen. Door middel van de genoemde analyse kunnen nieuwe grootschalige ontwikkelingen dan wel herontwikkelingen worden getoetst aan de vraag of dit aansluit bij de bestaande structuren en cultuurhistorische waarden van het lint. In de welstandsnota gaat het uiteindelijk om de criteria waaraan bouwontwikkelingen worden getoetst, net zoals het bij het bestemmingsplan primair over de planregels gaat. Door het bestemmingsplan en de welstandsnota gelijktijdig te maken, kunnen de regimes van welstandscriteria en planregels, maar ook de achterliggende visies waarop die regimes zijn gebouwd, op elkaar af worden gestemd.
Onder 2.1, is het ontstaan van Hoogezand-Sappemeer beschreven en hoe de stad zich, vanuit het gegeven van een rigide veenkoloniale structuur, heeft ontwikkeld tot wat zij nu is. Vanuit deze historisch gegroeide structuren kunnen voor het plangebied in hoofdzaak de volgende vier gebieden worden onderscheiden:
in mindere mate is nog een aantal gebieden te onderscheiden, namelijk:
De zeven gebieden.
Elk gebied heeft zijn eigen historie, karakteristieken en kwaliteiten. Naast de gebieden, kan in het plangebied een aantal kenmerkende structuren worden onderscheiden. In de eerste plaats is daar het historisch lint als begin van alle vestiging in Hoogezand-Sappemeer. Vanuit dit hoofdlint is een aantal 'dwarslinten' te onderscheiden. Daarnaast zijn de hoofdstructuren, ook vaak oude invalsroutes, van wegen, spoor- en waterverbindingen te onderscheiden. Vervolgens is een aantal gebieden aan te wijzen die een bepaalde cultuurhistorische waarde vertegenwoordigingen door hun ligging langs beeldbepalende groenstructuren of langs overige cultuurhistorisch bepalende structuren. Het welstandsniveau maar ook de planregels en de mate gedetailleerdheid van die regels is afgestemd op deze verschillende gebieden en structuren. Zie verder 4.2 Visie op de Woongebieden.