Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0018.BP090Buitengebied-31va |
Belangrijke mijlpaal in de voorbereiding van een bestemmingsplan is een conceptplan, het zogenaamde voorontwerp. Het voorontwerp is het plan zoals dat door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit plan wordt voor overleg aan diverse instanties gezonden. Vaak wordt het tegelijk voor inspraak ter inzage gelegd. Belangstellenden kunnen dan hun mening geven.
De reacties op het voorontwerp gebruikt het college om een ontwerpplan te maken. Het ontwerpplan is het begin van de officiële voorbereidingsprocedure die is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening.
Het voorontwerp van dit bestemmingsplan is op 29 juni 2006 opgesteld door het college van burgemeester en wethouders. In juli 2006 is het voorontwerp verzonden naar de wettelijke overlegpartners, en naar de gesprekspartners vanuit het uitgebreide voorbereidingstraject van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan lag ter inzage van 7 september tot en met 18 oktober 2006. In deze periode vonden inspraakavonden plaats in de dorpshuizen van Westerbroek en Kiel-Windeweer en in het gemeentehuis.
De verschillende reacties op het overleg en de inspraak, zijn gebundeld in deze paragraaf. Als analoge (losse) bijlage bij het bestemmingsplan zijn de reacties gebundeld. Wanneer het gaat om inspraakreacties betreffen dit de ingekomen brieven, de verslaglegging van mondelinge inspraak en de verslagen van de inspraakavonden.
De in dit plan genoemde reacties zijn ingevolge de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) anoniem weergegeven. Omdat het Besluit ruimtelijke ordening nergens expliciet verplicht tot het elektronisch beschikbaar stellen van persoonsgegevens, is de Wbp is van kracht bij de elektronische beschikbaarstelling van bestemmingsplannen op het internet. Dit betekent dat inspraakreacties, zienswijzen etc. niet elektronisch beschikbaar gesteld mogen worden indien deze NAW gegevens (naam, adres, woonplaats) bevatten of andere persoonsgegevens die vallen onder de Wbp. De werking van de Wbp strekt zich niet uit tot gegevens omtrent ondernemingen, welke behoren tot een rechtspersoon, zoals de BV, vereniging, stichting en publiekrechtelijke rechtspersonen. Deze namen worden niet geanonimiseerd, tenzij zij onmiddellijk herleidbaar zijn tot een natuurlijke persoon. Dat geldt ook voor personen die beroepsmatig betrokken zijn bij de procedure (namen van advocaten, gemachtigden, etc.).
Het is wel toegestaan persoonsgegevens elektronisch beschikbaar te stellen, zolang het noodzakelijk is in verband met de uitvoering van een publieke taak. Dit heeft tot gevolg dat NAW gegevens met betrekking tot persoonsgebonden overgangsrecht wél in een bestemmingsplan mogen worden genoemd en elektronisch beschikbaar zijn.
De reacties worden thematisch behandeld. Zoveel als mogelijk wordt daarbij de volgorde in het beleidsdeel van het bestemmingsplan gevolgd. Om de behandeling van de reactie bondig te houden, wordt op verscheidene plaatsen naar de plantoelichting verwezen voor meer informatie. Voor sommige reacties is de plantoelichting sowieso de meest aangewezen plaats voor beantwoording. Hieronder allereerst de essentie van de reacties. Vervolgens wordt het gemeentelijke standpunt hierover weergegeven. Wanneer een reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan is dit aangegeven in deze paragraaf, of het onderdeel van de plantoelichting waarnaar is verwezen.
Inspraakreacties en positie gemeente
Land- en tuinbouw, landschap
Reacties
Positie gemeente
Deze reacties en meer aspecten ten aanzien van het onderwerp land- en tuinbouw, worden uitvoerig behandeld in de desbetreffende paragraaf (3.3) in de toelichting van het bestemmingsplan.
Nieuwbouw in Westerbroek
Reacties
Positie gemeente
Gelet op de inspraakreacties en de provinciale reactie op de keuze in het voorontwerp voor "Jellesbosch", is besloten deze locatie los te laten als toekomstige uitbreidingslocatie van Westerbroek. Er is nu besloten om de toekomstige woonontwikkeling - bij wijzigingsmogelijkheid - te leggen aan de westzijde van de Oudeweg en, voor een kleiner deel, op de locatie van het huidige dorpshuis. Voor de nadere motivering van deze keuze en toelichting, wordt verwezen naar het betreffende beleidshoofdstuk (4.3) in de plantoelichting.
Nieuwbouw in Kiel-Windeweer
Reacties
Positie gemeente
De gemeente houdt vast aan het uitgangspunt 19 nieuwe woningen in Kiel-Windeweer mogelijk te maken. De opzet vanuit historisch ruimtelijke motieven, ondersteund door een beeldkwaliteitplan, is ruim voldoende voor een acceptabele inpassing van de woningen langs het historische lint van het dorp. Het is een versterking van de aanwezige beeldkwaliteit. De gemeente voelt zich in deze overtuiging gesterkt door de opinie hierover van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Uiteraard kunnen in concrete gevallen individuele belangen in het geding komen, bijvoorbeeld door vermindering van uitzicht vanuit bestaande woningen. Deze belangen acht de gemeente echter minder zwaarwegend dan bovengenoemd belang van nieuwbouw van woningen in het dorp. Voor het overige wordt verwezen naar het betreffende deel van de plantoelichting (paragraaf ).
Nieuwbouw op overige locaties
Reacties
Positie gemeente
Op zorgvuldig gekozen plekken in het buitengebied is, grotendeels met wijzigingsbevoegdheid, nieuwbouw mogelijk. Slechts in een beperkt aantal concrete gevallen is overgegaan tot directe bestemming. Verwezen wordt naar het betreffende beleidsdeel in de plantoelichting. In de dorpen wordt uitdrukkelijk gekozen voor concentratie in de kern, juist om de open ruimten in tact te laten. Het bestemmingsplan is op dit punt niet aangepast. Ook is in het bestemmingsplan geen regeling opgenomen om in uitzonderlijke situaties medewerking te kunnen verlenen aan verdichting van het lint. Dit zou leiden tot precedentwerking waardoor ongewenste ontwikkelingen in andere delen van het buitengebied kunnen ontstaan. Zie voor de afweging tussen het individuele belang in concrete situaties en het algemene belang van woningbouw in het buitengebied, naar wat bij het thema nieuwbouw in Kiel-Windeweer hierover is opgenomen.
Regeling bestaande woningen
Reacties
Positie gemeente
Niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied
Reacties
Positie gemeente
Detailhandel, horeca, recreatie en overige functies
Reacties
Positie gemeente
Overlegreacties en positie gemeente
Inhoudelijke reacties op het voorontwerp bestemmingsplan kwamen binnen van de Commissie Bestemmingsplannen van de Provincie Groningen, het Waterschap Hunze en Aa's, ProRail, de Gasunie, de NAM, de Hulpverleningsdienst Groningen, de Gemeente Groningen en de KPN. Van de gemeente Veendam, de gemeente Tynaarlo, de Nederlandse Spoorwegen, Essent en het Waterbedrijf Groningen werd bericht ontvangen, dat men ten aanzien van het bestemmingsplan geen inhoudelijke op- dan wel aanmerkingen heeft. Hieronder een overzicht van de overlegreacties. Vervolgens wordt hier het gemeentelijke standpunt tegenover gesteld.
Commissie Bestemmingsplannen Provincie Groningen
Reacties
De Commissie Bestemmingsplannen heeft op een aantal hoofdlijnen van beleid kritiek op of suggesties voor verbetering van het bestemmingsplan. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inpassing van de woningbouwlocaties, de agrarische bouwvlakken, het omgaan met voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, de bestemming van (cultuur)historische waarden en een aantal milieuaspecten.
Positie gemeente
In het beleidsdeel van de plantoelichting en ook op andere plaatsen in de toelichting, wordt ruimschoots ingegaan op de vraag hoe de gemeente met de verschillende provinciale opmerkingen is omgegaan.
Waterschap Hunze en Aa's
Reacties
Tuinbouw
Het waterschap mist zowel in toelichting als in de planvoorschriften de voorzieningen, die voor de tuinbouwontwikkelingen voor de waterhuishouding genomen moeten worden. Bij kassenbouw neemt de verharding toe. In de waterhuishouding zal daarvoor compensatie moeten komen. Om het waterhuishoudingplan voor het gebied tussen de Siepweg en het Achterdiep te realiseren, stelt het waterschap voor elke nieuwe ontwikkeling verantwoordelijk te stellen voor de te leveren compensatie voor de waterhuishouding. Hiervoor zal een regeling moeten worden getroffen in het ontwerp bestemmingsplan. De regeling dient er tevens in te voorzien, dat de plannen voor ontwikkelingen in dit gebied ter beoordeling van de waterhuishoudkundige aspecten dienen te worden voorgelegd aan het waterschap.
Natuurgebied
Ten onrechte niet als natuurgebied bestemd is een gebied in het zuidelijke deel van de gemeente, tussen de Woldweg en het Zuidlaardermeer. Dit is niet in overeenstemming met het Provinciaal Omgevingsplan. Dit geldt ook voor het zuidelijke deel van de Kropswolderbuitenpolder. Ten aanzien van de natuurwerkzaamheden nabij Westerbroek wordt gemeld, dat de werkzaamheden betreffende de waterhuishouding al zijn afgerond.
Water
Het zuidelijke deel van het Foxholstermeer en het Zuidlaardermeer moet, behalve een natuurfunctie, ook de functie water verkrijgen omdat de meren onderdeel uitmaken van het boezemsysteem en daarom van belang zijn voor de waterhuishouding in de gemeente. Gemist wordt voor het Zuidlaardermeer de functies viswater, zwemwater en vaarwater en daarnaast heeft de waterplas in het Tripsbos ook de functie zwemwater. Aan het Drentsche diep, ook onderdeel van de boezem, is niet de functie water toegekend. Daarnaast wordt verzocht dit water in overeenstemming met de POP kwalificatie als water met natuur en landschapswaarde aan te duiden.
Het waterschap stelt voor de doeleindenomschrijving van de bestemming water te wijzigen in: waterhuishouding, waterberging en water aan- en afvoer. Verder wordt voorgesteld, in verband met werkzaamheden, in de voorschriften of de plantoelichting een verwijzing naar de waterschapskeur aan te brengen. Ten aanzien van de geschrevene in de toelichting over de zoutwinningactiviteiten in de naburige gemeente, zijn de effecten van deze winning voor zover dat het grondgebied van de gemeente Hoogezand-Sappemeer betreft gering. Voor de gronden buiten de gemeente zijn de effecten groter en is een waterhuishoudingplan opgesteld.
Waterstaatsdoeleinden
Gemist wordt de dubbelbestemming Waterstaatsdoeleinden langs de oevers van het Foxholstermeer en het Zuidlaardermeer. Gevraagd wordt de boezemkering volledig op de plankaart aan te duiden. De boezemkering, aangegeven op bijlagekaart 7, is niet volledig juist; hiervoor worden door het waterschap nieuwe gegevens aangeleverd. Voorgesteld wordt in de voorschriften dan wel toelichting te verwijzen naar de waterschapskeur die regels geeft ten aanzien van boezemkeringen en de bijbehorende beschermingszones.
Woningbouw
Ook voor woningbouwprojecten gelden de in het gemeentelijke waterplan beschreven uitgangspunten van schoonhouden, scheiden, zuiveren en vasthouden, bergen, afvoeren. Ten aanzien van de nieuwbouwlocatie Westerbroek blijft het waterschap bij haar mening, dat nieuwbouw direct aansluitend aan het natuurgebied niet wenselijk is. Dit in verband met de aanwezige komvormige laagte en de ligging in de bufferzone van het westelijk gelegen natuurgebied. Ten aanzien van de bouwlocatie Laveiweg, is voor het waterschap de drooglegging een punt van aandacht dat niet wordt teruggevonden in het bestemmingsplan.
Recreatie
De wijzigingsmogelijkheid voor ontwikkeling van een jachthaven bij Kiel-Windeweer kan door het waterschap niet terug worden gevonden in het plan. Er wordt op gewezen, dat vanaf 2009 voor alle recreatieboten een verbod gaat gelden om huishoudelijk afvalwater te lozen en dat in havens voorzieningen aanwezig moeten zijn voor de opvang van vuil water.
Positie gemeente
Tuinbouw
Verwezen wordt hiervoor naar de waterparagraaf (5.4) in de toelichting bij dit bestemmingsplan.
Natuurgebied
Percelen die ten onrechte niet van een natuurbestemming zijn voorzien, worden in het ontwerp bestemmingsplan dienovereenkomstig bestemd. Van de opmerking, dat de werkzaamheden betreffende de waterhuishouding bij de natuurontwikkeling ten westen van Westerboek zijn afgerond wordt kennis genomen.
Water
De gemeente erkent het belang van de genoemde watergebieden voor de waterhuishouding. In het bestemmingsplan zijn deze onder de bestemming Natuurgebied gebracht. Grotendeels was dit ook in het plan Buitengebied 1993 het geval. Naar de mening van de gemeente, zijn de belangen van een goede waterhuishouding met de toekenning van deze bestemming voldoende gewaarborgd. De doeleindenomschrijving behorende bij de natuurbestemming stelt namelijk dat de gronden zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden en voor sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen. De planregels geven verder aan, dat de gronden, voor zover aangewezen als zodanig, tevens zijn bestemd voor waterbergingsgebied. Uit de doeleindenomschrijving valt verder af te leiden, dat de gronden met de bestemming natuurgebied in ondergeschikte mate kunnen worden gebruikt voor recreatief- en educatief medegebruik. Tot slot kent de bestemming een aanlegvergunningstelsel waarmee handhaving van de diverse te onderscheiden landschapswaarden kan worden gewaarborgd. In dit verband verwijzen wij naar de juridische toelichting op de bestemming Natuurgebied. De suggesties van het waterschap voor aanpassing van de voorschriften bij de bestemming Water wordt niet gevolgd. In de waterparagraaf (5.4) van de toelichting zal wel worden verwezen naar de waterschapskeur. De opmerking over de effecten van de zoutwinning in de naburige gemeente zal in de plantoelichting worden genuanceerd op de wijze zoals door het waterschap voorgesteld.
Waterstaatsdoeleinden
Alle boezemkeringen die zijn aangegeven door het Waterschap staan in de verbeelding. In de waterparagraaf (5.4) van de toelichting zal wel worden verwezen naar de waterschapskeur.
Woningbouw
Het aspect water is één van de omgevingsfactoren die betrokken zijn bij de locatiekeuze en de inrichting van nieuwbouwlocaties in het buitengebied. Andere factoren zijn bijvoorbeeld de aanwezige ecologische waarden, geluid en bodem. Vanuit die optiek zijn in het vooroverleg de diverse nieuwbouwlocaties ook met het waterschap gesproken. Alle belangen afwegende is gekozen voor de diverse woningbouwlocaties, genoemd in het bestemmingsplan. De meer algemene opmerkingen geldend voor nieuwbouw zullen bij de te onderscheiden nieuwbouwontwikkelingen in de uitvoering meegenomen worden.
Recreatie
Er wordt kennis genomen van het (komende) verbod tot het lozen van huishoudelijk afvalwater vanaf recreatieboten en het feit dat in havens voorzieningen moeten zijn voor de opvang van vuil water. Planologisch is deze komende wijziging in regelgeving minder relevant.
ProRail
Reacties
ProRail heeft de volgende opmerkingen c.q. vragen ten aanzien van het bestemmingsplan:
Positie gemeente
Spoorwegwet
Bij uitwerking van de plannen wordt rekening gehouden met het bepaalde in de Spoorwegwet, specifiek de door ProRail genoemd artikelen van die wet. Overigens zitten in het bestemmingsplan geen mogelijkheden voor nieuwbouw van woningen direct langs het spoor, dan wel binnen de daarbij behorende geluidszone.
Bestemming gronden ProRail
De gronden waarop de spoorlijn is gelegen en de gronden in de directe omgeving daarvan, zijn belegd met een passende bestemming, waarmee naar de mening van de gemeente voldoende is gewaarborgd, dat de betreffende gronden worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze zijn bedoeld.
Wijzigings- en vrijstellingsbevoegdheid en planprocedure
Zowel bij vrijstellings- (nu: ontheffings-) en wijzigingsmogelijkheden binnen het bestemmingsplan, als bij gebruikmaking van de zogenaamde buitenplanse flexibiliteitbevoegdheden, zal ProRail geïnformeerd worden voor zover het gaat om ontwikkelingen op haar gronden dan wel in de onmiddellijke omgeving daarvan.
Plankaart
Het bestemmingsplan is grotendeels conserverend van aard. Er is een beperkt aantal nieuwe ontwikkelingen in het plan opgenomen, voornamelijk woonontwikkelingen. De woonontwikkelingen liggen alle op enkele kilometers afstand van de spoorlijn. Dit is vooral te verklaren door het feit, dat het spoortraject in de gemeente grotendeels in de bebouwde kom ligt en nu juist de bebouwde kom van Hoogezand-Sappemeer geen onderdeel uitmaakt van dit bestemmingsplan. Het maximum aantal woningen is op de plankaart als een aanduiding en in de legenda aangeven.
Plantoelichting
Door het feit, dat de planvoorschriften juridisch bindend zijn en de toelichting niet, werd gekozen voor de betreffende volgorde.
Waterhuishouding
Wanneer ProRail met deze opmerking het oog heeft op de inrichting van de westelijke polders in de gemeente tot waterbergingsgebied, wordt opgemerkt dat deze werkzaamheden gereed zijn. De gemeente neemt aan, dat in de voorafgaande planvorming door waterschap, provincie en het Groninger Landschap voldoende rekening is gehouden met de belangen van ProRail. Voor zover het op de weg van de gemeente ligt, zal wanneer de door ProRail geschetste activiteiten zich in andere delen van het buitengebied voordoen, vroegtijdig contact met hen worden opgenomen.
Gasunie
Reacties
Door de Gasunie wordt het navolgende naar voren gebracht.
Positie gemeente
De opmerkingen van de Gasunie, de NAM en de Hulpverleningsdienst zijn verwerkt in paragraaf 5.5 over externe veiligheid in de toelichting van het bestemmingsplan.
NAM
Reacties
Positie gemeente
De opmerkingen van de Gasunie, de NAM en de Hulpverleningsdienst zijn verwerkt in de paragraaf 5.5over externe veiligheid in de toelichting van het bestemmingsplan.
Hulpverleningsdienst Groningen
Reacties
De Hulpverleningsdienst deelt de conclusie van de gemeente, dat het groepsrisico externe veiligheid in het gebied zeer gering is en niet verantwoord hoeft te worden. De veiligheidsparagraaf (5.5) acht men voldoende uitgewerkt. De Hulpverleningsdienst heeft echter een aantal opmerkingen ten aanzien van de veiligheidsparagraaf. De opmerkingen betreffen de:
Positie gemeente
De opmerkingen van de Gasunie, de NAM en de Hulpverleningsdienst zijn verwerkt in de paragraaf 5.5over externe veiligheid in de toelichting van het bestemmingsplan.
Gemeente Groningen
Reacties
Inhoudelijk gezien heeft de gemeente Groningen geen opmerkingen over het bestemmingsplan. Wel zou de gemeente Groningen graag zien, dat het ontwerp bestemmingsplan de realisering van de zuidelijke aansluiting van Meerstad op de A7 mogelijk maakt. Een klein deel van de voor de aansluiting benodigde percelen is gelegen op grondgebied van de gemeente Hoogezand-Sappemeer.
Positie gemeente
Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan is in verband met de genoemde aansluiting contact gezocht met het bureau Meerstad van de gemeente Groningen. Op dat moment was er nog geen sprake van een concreet plan voor de aansluiting op de A7. Het concrete plan is er nu wel, zodat het verzoek kan worden ingewilligd.
KPN
Reacties
KPN verzoekt bij de uitwerking van het bestemmingsplan rekening te houden met hun belangen. Het gaat dan om technische- en beheersmatige zaken. KPN verzoekt nader contact op te nemen in verband met de aanwezigheid van straalpaden in de gemeente.
Positie gemeente
Zoals gebruikelijk bij het maken van bestemmingsplannen, zullen de door KPN genoemde aandachtspunten bij uitwerking van het plan of onderdelen daarvan in acht worden genomen. Dit geldt overigens ook voor de aandachtspunten die door de andere nutsbedrijven naar voren werden gebracht. Daar waar nodig wordt tijdig met de nutsbedrijven overleg gepleegd. Ten aanzien van mogelijke straalverbindingspaden in de gemeente, is bij de voorbereiding van het bestemmingsplan al contact opgenomen met KPN. De gemeente is daarop bericht, dat volgens de laatste data geen straalverbindingen meer over het grondgebied van Hoogezand-Sappemeer lopen. Met het opstellen van het voorontwerp en het ontwerp bestemmingsplan is van deze informatie uitgegaan.
Het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied lag ter inzage van 26 november 2009 tot en met 6 januari 2010. Een ieder kon in deze periode zijn zienswijze over het plan bekend maken. In totaal zijn 66 zienswijzen ontvangen. Eén zienswijze is na afloop van de termijn ingediend. Deze zienswijze is coulancehalve inhoudelijk beoordeeld.
In de bij dit bestemmingsplan behorende "Nota zienswijzen en wijzigingen bestemmingsplan Buitengebied" (onderdeel van de besluitvorming over dit bestemmingsplan) is ingegaan op de zienswijzen. In de nota is aangegeven waarom een zienswijze wel of niet is overgenomen en tot welke aanpassingen dit heeft geleid.