direct naar inhoud van 3.3 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Ruskenveen 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01

3.3 Ecologie

Het plangebied betreft een nog grotendeels open en onbebouwd landschap dat doorsneden wordt door de spoordijk Groningen - Leeuwarden. Een groot deel bestaat uit het voormalige Suikerunie bedrijfsterrein met grondwallen en bezinkingsbekkens. Aan de zuidzijde ligt een vrij uitgestrekt weidegebied. Langs de randen vinden we nieuwere woonwijken als ook oude woonlinten.

De noordelijke waterplassen vormen een onderdeel van de Stedelijke Ecologische Structuur met de betekenis van kerngebied. Ook aan de zuidwestzijde, naast het fietspad dat gelegen is tussen de Johan van Zwedenlaan en de Peizerweg, ligt een klein fraai kerngebied dat ontwikkeld is vanuit het PURE project.

Daarnaast lopen er verschillende ecologische verbindingszones. Het gaat om de Zuidzijde van het Hoendiep, de Johan van Zwedenlaan, de Zuiderweg, Bangeweer en te ontwikkelen verbindingen tussen Stadspark/Peizerhove en Eelderbaan. Langs de te ontwikkelen verbindingszones liggen ook zoekopdrachten om de Stedelijke Ecologische Structuur plaatselijk te versterken. Op deze locaties worden ondersteunende gebieden van circa 1 hectare gezocht. Al deze gebieden en zones behoren tot het basisgroen van het Groenstructuurplan en zijn eveneens vastgesteld op de Stedelijke Ecologische Structuurkaart van 2011.

Ecologische waarden

De waterplassen en bezinkingsvelden van de voormalige Suikerunie behoren al jaren tot de beste vogelgebieden van het noorden. Bijzondere broedvogels als geoorde fuut, krooneend , kleine plevier, zwartkopmeeuw, oeverzwaluw, grote gele kwikstaart en kluut staan genoteerd. Indrukwekkend zijn met name soorten en aantallen van wintergasten zoals circa 4000 grutto's, 800 watersnippen, 170 wintertaling, met daarnaast waarnemingen van typische en zeldzame moeras-, wadden- of kustvogels als porseleinhoen, steltkluut, zwarte zee-eend, kanoet, drieteenstrandloper, kleine strandloper, IJslandse grutto, steenloper en witgat. Naast deze grote vogelrijkdom die, nu de bedrijfsvoering is gestopt zeker zal veranderen, zijn er natuurwaarden in zoogdieren, libellen, vlinders en amfibieën. Soorten als vos, egel, steenmarter, diverse muizensoorten maar ook de zeldzamere poelkikker zijn er aangetroffen. Het bedrijfsterrein was tot nog toe afgesloten en ontoegankelijk voor burgers. Dit genereerde naast het enorme voedselaanbod ook een stilte en rust waar natuur van kon profiteren. Met de beëindiging van de bedrijfsfunctie van de Suikerunie zijn ook de daaraan gekoppelde natuurwaarden aan veranderingen blootgesteld. Mens en natuur zullen hier een nieuw evenwicht moeten gaan vormen.

De door de stad ingesloten weidepercelen aan de zuidzijde kenmerken zich nog door broedvogels als kievit, grutto, scholekster, knobbelzwaan en wilde eend zij het in lage aantallen. De sloten die de weiden scheiden zijn een levensbiotoop voor amfibieën als middelste groene kikker en poelkikker en verschillende libellensoorten. De poelkikker is een europees zwaar beschermde amfibiesoort.

Het natuurgebiedje in de zuidwesthoek tussen fietspad en Johan van Zwedenlaan heeft een relatief hoge biodiversiteit met zeldzame plantensoorten als zonnedauw, grote ratelaar, echte koekoeksbloem, waterdrieblad en wateraardbei.

De bermen van ondermeer de Johan van Zwedenlaan zijn plaatselijk bloemrijk en van betekenis voor vlinders en kleine zoogdieren.

Waterstructuur

Het Hoendiep vormt een belangrijke verbinding tussen binnenstad en de Ommelanden aan de westzijde van de stad.

De recreatieplas is jong en scoort goed in de stadswaterscan van 2010. De waterkwaliteit is vehoudingsgewijs hoog en er komen kritische waterplanten voor, planten die hoge eisen stellen aan de waterkwaliteit, als doorgroeid fonteinkruid en gewone waternavel. De plas heeft betekenis voor vissen, amfibieën, watervogels en enkele wintergasten.

Het PURE project tracht een schoonwaterverbinding tussen Drenthe en Reitdiep te realiseren. Aan de zuidzijde van het plangebied zijn de eerste schakels daarvan gemaakt.

Watermilieus in zijn algemeenheid zorgen voor natuurwaarden op het gebied van vleermuizen, vissen, watervogels, oevervogels, amfibieën en libellen. Niet alleen als voortplantingsgebied maar tevens als foerageer- of rustgebied. Verschillende vleermuissoorten gebruiken de waterstructuren als trekroute. Deze trekroutes zijn wettelijk beschermd. Behoud en versterking van deze zones is van groot belang. Natuurlijke en ecologische oevers dragen in hoge mate bij aan het genereren van natuurwaarden. Vissen, moerasvogels, amfibieën en libellen vinden hier voedsel en voortplantingsplaatsen.

Gewenste ontwikkeling

Genetische uitwisseling en klimaatopwarming vragen om duurzame goed functionerende kerngebieden en ecologische verbindingen tussen groengebieden.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt naast het behoud van de genoemde bestaande verbindingen en structuur juist ook het ontwikkelen van ontbrekende schakels en verbindingen. De belangrijkste van deze te ontwikkelen verbinding is die tussen Stadspark en Eelderbaan. Daarnaast versterking van de Zuiderweg met als zoekopdracht het toevoegen van de aangegeven ontbrekende schakels nabij de Jan Ensinglaan en Bangeweer (zie legenda SES-kaart).

Ontbrekende schakels liggen er ook aan de zuidzijde van het Hoendiep bij de UT Delfiabrug.

Ecologische verbindingen zijn minimaal 25 meter breed en bestaan uit een water-, kruiden-, struik- en boomstructuur om functioneel te kunnen zijn. Ontbrekende toe te voegen groenschakels zijn circa 1 hectare groot om de SES te ondersteunen.

Alle boomstructuren in het gebied zijn waardevol voor vogels en vleermuizen als nestplaats, voedselvoorziening en trekroute.

De inrichting en het beheer van alle groengebieden moeten afgestemd zijn op het Doelsoorten beleid West.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01_0008.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01_0009.png"

SES-kaart

Overige aandachtspunten

De huizen langs de oude woonlinten kenmerken zich nog door traditionele bouwvormen. Daken met dakpannen, holten in muren en schuren bieden ruimten aan onder andere huiszwaluwen, huismussen, ringmussen, roodstaarten en vleermuizen. Deze nesten en verblijfplaatsen zijn beschermd. In de nieuwere woonwijk Ruskenveen ontbreken die.

Bij renovatie en nieuwbouwplannen is het noodzakelijk voorzieningen voor deze soorten als randvoorwaarde op te nemen. Bij nieuwbouw moet tevens nadrukkelijk ingezet worden op het realiseren van dakvegetaties.

Deze dragen in een intense stad in hoge mate bij aan verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en de duurzaamheid.

Wet en regelgeving

Door middel van quickscans en zonodig nader onderzoek dienen de ruimtelijke ontwikkelingen getoetst te worden aan de Flora- en Faunawet als ook het stedelijke ecologische beleid.

De afstand tot de Ecologische Hoofdstructuur Structuur bedraagt hier slechts honderd meter. De afstand tot het Leekstermeergebied bedraagt circa vierhonderd meter.

Conclusie

Aangezien in onderhavig bestemmingsplan geen ruimtelijke ontwikkelingen zoals bouwen of gebruik van de gronden voor (tijdelijke) evenementen of activiteiten worden mogelijk gemaakt op de waardevolle ecologische gronden binnen het plangebied, hoeft er geen rekening te worden gehouden met mogelijk benodigde ontheffingen in het kader van de Flora- en Faunawet.