Plan: | Bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP513HortusbuurtNo-vg01 |
In deze paragraaf wordt de groenstructuur van het plangebied beschreven. Deels is deze structuur vastgelegd in de groenstructuurvisie "Groene Pepers". Dit betreft met name het openbaar groen. Echter binnen het plangebied komt ook veel niet openbaar waardevol groen voor.
Groenstructuurplan
In de groenstructuurvisie Groene Pepers, vastgesteld in maart 2009, is op de groenstructuurkaart (zie kaart 4) onderscheid gemaakt tussen de basisgroenstructuur en de nevengroenstructuur. Gestreefd wordt naar versterking van de functionele kwaliteit en complementering van de basisgroenstructuur. Binnen het plangebied behoren de drie kroonjuwelen (het Noorderplantsoen, het Nieuwe Kerkhof en het Guyotplein) tot de basisgroenstructuur. Daarnaast is ook de Diepenring basisgroenstructuur.
Groenstructuurplan
Kroonjuwelen
Het Noorderplantsoen is een park aangelegd op de stadswallen uit de 17e eeuw. In 1874 verloren de stadswallen hun functie als vestingwerk. Vier bastions en de omgrachting werden opgenomen in het park. Het Noorderplantsoen werd in drie fasen ontworpen. Het eerste ontwerp was gemaakt door landschapsarchitect B. Brouwer in de formele Franse stijl. Later hebben landschapsarchitecten H. Copijn en P. van Harreveld het park omgevormd in de romantische Engelse stijl. Van het ontwerp van Brouwer resteert alleen nog de centrale vijver met trappartijen. Dankzij de centrale ligging van het Noorderplantsoen in de stad is het park zeer populair in gebruik geworden. Het functioneert als park voor de hele stad en is onder andere bekend van het festival "Noorderzon" dat in het plantsoen wordt gehouden. Het park heeft inmiddels een monumentale status.
Het Nieuwe Kerkhof is het kerkhof behorende bij de Nieuwe Kerk. De Nieuwe Kerk werd gebouwd in 1660, maar ook daarvoor was het kerkhof al in gebruik voor pestdoden. Tegenwoordig resteert er van het kerkhof nog een open grasveld met grote bomen die de wijk een statig karakter geven. Het kerkhof is symmetrisch opgebouwd, de kerk staat in het middelpunt en vanuit de hoeken van de rechthoekige ruimte lopen paden naar de kerk toe vergezeld van laanbeplanting.
Het Guyotplein is de groene tegenhanger van de Ossenmarkt. In het verleden is het een onderdeel geweest van de Ossenmarkt zelf, maar later is het vernoemd naar Henri Daniel Guyot die als eerste een instituut voor doven oprichtte aan het westelijke gedeelte van het toenmalige plein. Dit westelijke gedeelte is nu dus bekend als het Guyotplein en heeft in tegenstelling tot de Ossenmarkt een groene invulling bestaande uit gras en grote statige bomen. In het midden van het plein is een monument opgericht gewijd aan Henri Daniel Guyot.
Gasthuizen en binnengebieden
Naast de groene Kroonjuwelen zijn er nog andere belangrijke groenstructuren te onderscheiden in de Hortusbuurt; gasthuizen en binnengebieden. De gasthuizen in de wijk zijn vaak semi-openbare binnenterreinen. De gasthuizen zijn met hun voorkanten gericht op deze terreinen waardoor de groene tuinen als collectieve ruimtes functioneren.
Daarnaast zijn er nog diverse grote binnengebieden binnen de bouwblokken in gebruik als tuinen. Deze tuinen zijn soms (semi)openbaar en soms privé. Desalniettemin zijn deze gebieden waardevol omdat ze vaak oud en monumentaal groen bevatten dat ook een ecologische waarde heeft. Een bijzondere tuin is de Hortustuin, de voormalige Hortus Botanicus van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze maakt weliswaar geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan, maar het is het groenelement waar de Hortusbuurt haar naam aan ontleend.
Tot slot zijn er nog losse groenelementen die deel uitmaken van openbaar groen zoals bijvoorbeeld de rand van de Turfsingel bij de Ebbingebrug. Zie onderstaande kaart voor de totale groenstructuur binnen het plangebied.
Groenstructuur
Bomenstructuurplan
In het Boomstructuurplan (vastgesteld in 2002) is de huidige situatie weergegeven en daarnaast de gewenste situatie met betrekking tot de boomstructuren in het plangebied. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een hoofd- en nevenstructuur. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in de gewenste grootte van de bomen. In de Hortusbuurt zijn de volgende boomstructuren te onderscheiden (zie onderstaande kaart .
De randen van de Kroonjuwelen worden begeleid door hoofdboomstructuren van de eerste grootte. Daarnaast hebben de Turfsingel, het Boterdiep en de Korreweg hoofdboomstructuren van de eerste grootte. In de Hortusbuurt zijn met name de straten in het westelijke gedeelte beplant met boomstructuren. Het oostelijke gedeelte heeft geen boomstructuren naast die langs de Kroonjuwelen, de Ossenmarkt en het Boterdiep. Heel bewust is ook de Nieuwe Ebbingestraat niet beplant met bomen om de zichtas op de Martinitoren vanuit deze straat te waarborgen.
Bomenstructuurplan
Speelterreinen
In 2010 heeft het college van burgemeester en wethouders een speelruimtenorm van 3% voor alle bestemmingsplannen vastgesteld. Dat betekent dat 3% van het "voor wonen bestemde gebied" gereserveerd moet worden voor speelruimte. Binnen dit plangebied komen speelterreinen voor in de aanwezige groenstructuren (onder andere Noorderplantsoen). Door speelvoorzieningen expliciet toe te staan binnen de bestemming Groen en Verkeer wordt voldaan aan bovengenoemde norm.
Natuurwaarden
Dit oudere stadsdeel kenmerkt zich door een groot historisch waardevol groenpark: het Noorderplantsoen. Samen met het groengebied rond de Nieuwe Kerk behoort dit plantsoen tot de vastgestelde Stedelijke Ecologische Structuur (SES) met de kwalificatie Kerngebied. Langs De Beren loopt een te ontwikkelen ecologische verbinding om het Noorderplantsoen en het Oosterhamrikkanaal met elkaar te verbinden. Deze laatste is eveneens onderdeel van de SES. Noorderplantsoen, Guyotplein en het groen rond de Nieuwe Kerk hebben in het Groenstructuurplan de bijzondere onderscheiding Kroonjuweel. Deze onderscheiding is te danken aan de bijzondere combinatie van historische en ecologische waarden. Naast bovengenoemde gebieden zijn het de zogenaamde gasthuizen, de "binnengroentjes" van particuliere tuinen en de boomstructuren langs wegen die natuurfuncties dragen.
De natuurwaarden van het Noorderplantsoen zijn goed onderzocht en beschreven. De stinzenplantencollectie is zeer uitgebreid in soorten en aantallen, waaronder bosgeelster, gele kornoelje, holwortel, winterakoniet en blauwe anemoon. In de struik- en boomsoorten zijn naast inheemse soorten ook veel cultuursoorten opgenomen. De variatie hierin, maar vooral de hoge ouderdom, resulteert in hoge faunistische waarden. Voor zes tot zeven verschillende vleermuissoorten, waaronder watervleermuis, meervleermuis, rosse vleermuis en ruige dwerg, is het een belangrijk foerageergebied. Enkele bomen zijn vleermuisverblijfplaatsen. Beide functies, foerageergebied en verblijfplaats, zijn beschermd. De variatie in beplanting resulteert verder in een soortenrijke broedvogelpopulatie met soorten als grote bonte specht, boomklever, holenduif, zwartkop, vink en braamsluiper.
Dit stadsdeel kenmerkt zich, naast de aanwezigheid van Noorderplantsoen, Nieuwe Kerk en Guyotplein, door een vrij groot aantal gasthuizen die wisselen in ouderdom, grootte, locatie en vorm van beplanting. Hier staan verschillende, soms zeldzame, maar ook monumentale boomsoorten, struiken en kruidachtige planten. Voorbeelden van bijzondere bomen zijn onder andere walnotenbomen, een tulpenboom, fenijnbomen, acacia, rode beuk en amberboom. Ook herbergen de gasthuizen veel soorten stinzenplanten, waaronder lieve vrouwe bedstro, karmozijnsbes, knopige ooievaarsbek, maagdenpalm, en groene ossetong. In al deze groenelementen leven (deel)populaties van onder andere verschillende en beschermde vleermuissoorten, egels, muizen, vlinders en vogelsoorten.
Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor de zeer vormenrijke natuur van de stoeptegel- of geveltuintjes in dit stadsdeel, in de Grote Leliestraat, Grote Rozenstraat en de Grote en Kleine Appelstraat. Stoeptegeltuintjes en gevelbegroeiingen leveren voedsel voor vogels, bijen en vlinders, beschutting en nestgelegenheid.
De kades langs de Diepenring herbergen op vele plaatsen kenmerkende en soms beschermde muurplanten. Het gaat dan om muurvaren, muurpeper, steenbreekvaren, eikvaren, tripmadam, muursla, muurleeuwebek en mediterrane soorten als vijgeboom, vlinderstruik en muurfijnstraal.
Indien vleermuisverblijfplaatsen of -vliegroutes aanwezig zijn, zijn deze locaties of trekroutes beschermd.
Het gebied bevindt zich ten noorden van de Noorderhaven en wordt aan de noordzijde begrensd door het Noorderplantsoen. Aan de oostzijde wordt het gebied begrensd door de Korreweg en de Singelweg. Binnen het gebied ligt alleen oppervlaktewater in het Noorderplantsoen en De Beren.
De vijvers van het Noorderplantsoen maken onderdeel uit van de watermolen. De watermolen is een systeem dat zorgt voor de circulatie van oppervlaktewater tussen de vijvers van het Noorderplantsoen en het afgezette deel van het Oosterhamrikkanaal. Via een gemaal aan de Singelweg en een persleiding via de Bloemsingel en de Noorderbinnensingel wordt water vanuit het afgezette deel van het Oosterhamrikkanaal verpompt naar het begin van de vijvers van het Noorderplantsoen (nabij de Wilhelminakade). Het water stroomt vervolgens door de vijvers naar het noorden toe af. Ter plaatse van de Nieuwe Ebbingestraat stroomt het water via een duiker ø800mm door de Bloemsingel weer af naar het afgezette deel van het Oosterhamrikkanaal. De vijver bij De Beren heeft een aftakking van dit systeem. De waterpartijen worden door middel van een drietal stuwconstructies op drie verschillende niveaus gehouden. De werking van de watermolen is op de volgende figuur weergegeven.
Structuur watermolen
Het overtollige water van het gebied watert af naar de waterpartijen in het Noorderplantsoen. Deze waterpartijen hebben van oudsher een recreatieve functie. Daarnaast worden de vijvers gebruikt als overstortvijver. In de vijver liggen twee bergingszakken van het gemengde stelsel, één ter hoogte van de Noorderdwarsstraat en één tussen de Bergstraat en de Kerkstraat.
Waterfunctie
Groningen is een waterrijke stad en het water in de stad is zeer divers. Aan elk water in de stad is een functie toegekend. Voor elke functie is een streefbeeld opgesteld. Dit streefbeeld bepaalt het onderhoud en beheer. Functiegericht beheer en onderhoud sluit aan bij de centrale ambitie op watergebied: het streven naar een duurzaam stedelijk waterbeheer.
In onderstaande figuren is de huidige situatie en de ambitie voor water weergegeven.
Huidige waterfunctie
Ambitie waterfunctie
In het gebied van bestemmingsplan komen de volgende functies voor:
Stedelijk water ligt in de regel in het stedelijk gebied en nabij woonwijken. Het water dient voor berging van water en deels voor de aan- en afvoer van water. Duurzaam stedelijk water treffen we veelal aan in of nabij nieuwe woonwijken en in kleinere stadsparken. Dit water heeft een goede waterkwaliteit. Wat betreft esthetisch stedelijk water ligt in de Bloemsingel een kleine vijver die aangesloten is op de watermolen. Deze vijver heeft hier een esthetische uitstraling.
Waterberging
In het gebied is voldoende waterberging aanwezig om het neerslagoverschot dat tijdens het klimaatscenario T=100+10% optreedt te bergen, met uitzondering van het gebied De Beren. De maximale waterstandstijging in het gebied Binnenstad-noord bedraagt 85 cm. Er is in het gebied geen kans op wateroverlast. Het gebied rond de Beren loopt risico op wateroverlast. (Bron Stedelijke Wateropgave).
Binnen het plangebied is het water van het Noorderplantsoen van ruimtelijk belang. Dit water volgt de oorspronkelijke loop van de bolwerken met de daarachter gelegen gracht. De waterstructuur is daarmee van historisch belang en wordt om die reden bestemd tot Water. Naast een cultuurhistorisch belang heeft het water vooral een toeristisch-recreatieve functie en is het van groot belang voor de totale beleving van het Noorderplantsoen. Dit water heeft een belangrijke ecologische functie in het park. Hier leven naast water- en oevervogels, libellen en verschillende vissoorten. Daarnaast foerageren er vleermuizen. Ook enkele niet-inheemse roodwangschilpadden komen al jaren in de parkvijvers voor. Het water is vooral een belangrijke biotoop voor vissen, water- en oevervogels, amfibieën en libellen. Vogels, denk bijvoorbeeld aan de blauwe reiger en aalscholver, maar ook vleermuizen, gebruiken het water als foerageergebied. Voor ecologische wateren wordt gestreefd naar een hogere waterkwaliteit. Doorzicht, doorstroming, ondergedoken waterplanten en het ontwikkelen van ecologische oevers zijn daarvoor belangrijk. Met het project 'Stedelijke Watermolen' heeft de kwaliteit op verschillende van deze punten een enorme positieve impuls gekregen. Het is echter van belang om alle schakels in dit systeem te optimaliseren wil de echte winst behaald worden.
Langs De Beren en de Bloemsingel ligt de ecologisch te ontwikkelen verbinding als onderdeel van het project 'Stedelijke Watermolen'. Deze verbinding loopt tussen Noorderplantsoen en Oosterhamrikkanaal en Kardinge.
Buiten het plangebied ligt het water van de Diepenring. Deze waterstructuur heeft eveneens een belangrijke cultuurhistorische waarde. Het vormt de grens tussen de oude historische binnenstad en de eerste grote uitleg (Hortusbuurt). Het water zelf ligt in het bestemmingsplan Openbaar Vaarwater.