Plan: | Bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP513HortusbuurtNo-vg01 |
De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 10.3.1, is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a. de verblijfssituatie:
b. het straat- en bebouwingsbeeld:
c. de verkeersveiligheid:
d. de milieusituatie:
e. de sociale veiligheid:
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
Het gestelde in paragraaf 4.3.1 van de juridische toelichting onder het kopje Nadere eisen is hierbij van overeenkomstige toepassing.
Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van autoverkeer, een parkeerterrein, evenementen en een terras gerekend, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 10.1 is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 onder r voor het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' ten behoeve van een terras uitsluitend ten behoeve van de naastgelegen horecafunctie. Afwijken van de regels is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid (loop- en fietsroutes door het plantsoen), de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Het gestelde in paragraaf 4.3.1 van de juridische toelichting onder het kopje Nadere eisen is hierbij van overeenkomstige toepassing. Indien voor realisering van het terras sprake is van verharding van oppervlaktes geldt tevens een vergunningplicht op basis van lid 10.6.1.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende activiteiten uit te voeren:
Het in lid 10.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden welke:
De in lid 10.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden.