Plan: | Bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP473DeHunzeVanSta-oh01 |
Beleid
Het beleid ten aanzien van water is vastgelegd in het Waterwerk, verbreed Groninger Rioleringsplan van de gemeente Groningen (planperiode 2009-2013). Daarnaast wordt gewerkt volgens de stedelijk wateropgave van het waterschap Noorderzijlvest en van het waterschap Hunze en Aa's.
Verder is de watertoets een belangrijk instrument in de ruimtelijke ordening. De watertoets toetst ruimtelijke plannen en besluiten op waterhuishoudkundige aspecten. Doel ervan is het waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De 'winst' die wordt behaald bij de watertoets ligt bij de vroegtijdige betrokkenheid van de waterbeherende instantie bij ruimtelijke plannen en bij de informatievoorziening. In het kader van de watertoets is afgesproken dat ieder ruimtelijk plan een waterparagraaf zal bevatten.
Watersysteem en riolering
Door het plangebied loopt het boezemwater van het Boterdiep als peilscheiding (NAP -0.93m). In het Boterdiep bevindt zich ter hoogte van de Hornbach een bodemdalingsgemaal. Het waterpeil noordelijk van dit gemaal is verlaagd naar NAP 1.09 m. Op bedrijventerrein Het Witte Lam aan de westzijde van het Boterdiep geldt een winterpeil van NAP -1.12 m en een zomerpeil van NAP -1.32 m. De watergangen zijn onderling verbonden en maken deel uit van peilgebied Polder Wolden. Dit gebied watert af naar poldergemaal Het Witte Lam.
Aan de oostzijde van het Boterdiep, in de wijk De Hunze, ten noorden van de oude Hunzeloop, heeft het gebied een streefpeil van NAP -2,00 m. Het maaiveld heeft een gemiddelde hoogte van NAP +0,10 m.
In Van Starkenborgh heeft het gebied een streefpeil van NAP -1,40 m. Het maaiveld heeft een gemiddelde hoogte van NAP +0,50 m. Het gebied ten oosten van het Boterdiep maakt deel uit van peilgebied Grondzijl en watert af op poldergemaal Grondzijl aan het Damsterdiep (bron peilenkaart Waterschap Noorderzijlvest).
De drooglegging bij winterpeil t.o.v. het laagste relevante maaiveld bedraagt in het gebied:
De Hunze 1,50 m (bron stedelijke wateropgave Groningen)
Van Starkenborgh 1,75 m (bron stedelijke wateropgave Groningen)
Noorderhoogebrug 0,82 m (bron stedelijke wateropgave Groningen)
De drooglegging is de afstand van de grondwaterstand tot aan de bovenzijde van het maaiveld. Bij wegen en bomen moet dit minimaal 1.00m zijn en bij gebouwen moet dit minimaal 0.20m beneden de bodemafsluiting van de kruipruimte zijn.
In het hele plangebied is een gescheiden rioolstelsel aanwezig. Het huishoudelijk afvalwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie en het schone regenwater van het verhard oppervlak stroomt af naar het oppervlaktewater. In het hele plangebied bestaat de ondiepe bodem uit klei, waardoor infiltratie in de bodem waarschijnlijk moeilijk is door de weinig waterdoorlatende eigenschappen van klei.
Conclusie
Het onderhavige bestemmingsplan maakt geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, waardoor de Watertoets minder relevant is. Door het bestemmingsplan treden er geen wijzigingen in het watersysteem en de waterhuishouding op. Van compenseren van de toename van verhard oppervlak is dan ook geen sprake. Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg (ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) aan het waterschap voorgelegd (zie paragraaf 5.2).