direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP473DeHunzeVanSta-oh01

3.2 Ecologie

Beleid en wetgeving

Het ecologische beleidskader in ons land wordt in grote lijnen gevormd door de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Respectievelijk hebben de wetten betrekkingen op de bescherming van waardevolle gebieden en van waardevolle soorten.

Gebiedsbescherming

Voor de gebiedsbescherming zijn de nieuwe Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur van belang.

In de Natuurbeschermingswet 1998 wordt uitgegaan van twee typen gebieden:

  • Beschermde Natuurmonumenten;
  • Natura 2000-gebieden.

Beschermde Natuurmonumenten komen in de nabijheid van het plangebied niet voor.

Voor Groningen zijn twee Natura 2000-gebieden van belang: het Leekstermeer- en het Zuidlaardermeergebied. Voor deze gebieden verkeert de aanwijzingsprocedure tot Natura 2000-gebied in de ontwerpfase. Als er activiteiten in of nabij Natura 2000-gebieden plaatsvinden, moet worden onderzocht of deze significante negatieve effecten op de kwalificerende waarden van de gebieden hebben.

Omdat het bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh conserverend van aard is en op grote afstand van de gebieden ligt is er geen sprake van een negatief effect van dit bestemmingsplan op de Natura 2000-gebieden en de directe omgeving daarvan.

De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is onderdeel van het rijksbeleid voor een netwerk van natuurgebieden door Nederland. Met ruimtelijke ingrepen binnen de EHS wordt terughoudend omgegaan. EHS-gebied De Koningslaagte ligt op gemiddeld 1 kilometer van het plangebied. Vanwege het conserverend karakter van het bestemmingsplan zal er geen sprake zijn van een negatief effect op het EHS-gebied.

Soortbescherming

De soortbescherming is in de Flora- en faunawet geregeld. In deze wet heeft de overheid van nature in Nederland voorkomende planten- en diersoorten aangewezen die beschermd moeten worden. De bescherming houdt in dat het verboden is beschermde, inheemse planten te beschadigen en om beschermde, inheemse dieren te doden, verontrusten, dan wel hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen of te verstoren.

Voor vogels geldt een algemene bescherming, waarbij het verboden is vogels en hun nesten in het broedseizoen te verstoren. Dat betekent dat het in die periode niet is toegestaan om werkzaamheden in een gebied te starten die bedreigend zijn voor broedvogels.

Vanwege het conserverend karakter van het bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh zijn er geen beschermde soorten in het geding.

Stedelijk ecologisch beleid

Uit de Stedelijke Ecologische Structuurkaart van 2008 vloeien onder andere de volgende uitgangspunten voor groen in het stedelijk gebied voort:

Optimale stadsverbindingen zijn minimaal 25 meter breed en bevatten een boom, struik en kruidlaag om voor een doelsoort als wezel en egel passeerbaar te zijn. Bij langere verbindingszones zijn aansluitende kleinere groengebieden als ondersteuning van belang. Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt niet alleen het behoud van de genoemde kerngebieden en verbindingszones maar juist ook het veiligstellen en ecologisch functioneel houden van de “ecologische stadspoorten” – Groene Scheg/Kardinge en Koningslaagte als verbinding of aansluiting met het buitengebied en de EHS.

Voor ecologische wateren wordt gestreefd naar een hogere waterkwaliteit (sanering riooloverstorten), doorzicht, doorstroming, ondergedoken waterplanten en het ontwikkelen van ecologische oevers. Bij de meeste watergangen is het doorzicht en doorstroming nog onvoldoende. De taluds zijn zeer steil waardoor ecologische kwaliteiten van oeverbeplanting ontbreken.

Ecologie in het plangebied

Ecologisch gezien is het vooral de oude Hunzeloop langs de Hunzedijk, het bosje bij Hornbach, het groen rond het Klaas de Witpad en de groene oostrand tegen de ringweg, van belang. Deze gebieden en verbindingszones zijn vastgesteld op de Stedelijke Ecologische Structuurkaart van 2008. Hier leven belangrijke (deel)populaties van o.a. verschillende en beschermde vleermuissoorten, marters, egels, muizen, vlinders, veel vogelsoorten en zelfs reeën. Ook de gazon en boomstructuren langs het Van Starkenborghkanaal, het Heerdenpad, het Boterdiep en de Berlageweg hebben kwaliteiten. Dit zijn ondersteunende groenaders die de wijk voor genoemde diergroepen ontsluiten en verbinden.

Verschillende vleermuissoorten gebruiken de boomstructuren en of waterwegen als foerageerplek en trekroute. Behoud en versterking van deze zones is van groot belang.

Ook de waterstructuur van de oude Hunzeloop is ecologisch van belang, evenals de oostelijke watergang langs de ringweg. De wateren zijn belangrijke voortplantingsbiotopen voor vissen, watervogels, amfibieën en libellen. Vogels, denk bijvoorbeeld aan de blauwe reiger en aalscholver, maar ook vleermuizen gebruiken het als foerageergebied.

Water en oever zijn van belang als effectieve trekroute voor daaraan verbonden flora en fauna.

Aan de noordwest- en noordoostzijde ontbreekt bij het Boterdiep de ecologisch verbinding met de Koningslaagte en het ecologische kerngebied de Boterdiepzone van Beijum. Hier moeten door middel van fauna-uittreedplaatsen ter hoogte van het Klaas de Witpad en geleidingelementen onder de Oostelijke ringweg verbindingen gecreëerd worden.

Het ecologisch omvormen van de oostelijke oevers en taluds van de Hunzezone en de oostelijke waterstructuur langs de ringweg kan de kwaliteit van het watersysteem en de soortenvariatie aanzienlijk verhogen.

Deze gewenste maatregelen kunnen binnen het bestemmingsplan uitgevoerd worden.

Conclusie

Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan geen belemmering vormt voor de ecologie. Dit vanwege het feit dat het bestemmingsplan conserverend van aard is en op relatief grote afstand van de Natura 2000- en EHS-gebied ligt. Eventuele maatregelen ter verbetering van de ecologische situatie in het plangebied kunnen binnen het bestemmingsplan uitgevoerd worden.

De ontwikkeling van woningbouw op de Tuinlandlocatie aan de Cuypersweg is inpasbaar gebleken (zie het Stedenbouwkundig plan 'Cuypersweg' en de bijbehorende bijlagen).