direct naar inhoud van 6.4 Milieu
Plan: Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01

6.4 Milieu

6.4.1 Duurzaam ruimtegebruik

Algemeen

Binnen de gemeente Groningen is sinds eind jaren '80 van de vorige eeuw het principe van de compacte stad uitgangspunt van het milieu- en ruimtelijk beleid. Het compacte stadsbeleid staat voor een concentratie van stedelijke functies waardoor op regionaal niveau het milieu gunstig wordt beïnvloed. De compacte stad leidt immers tot minder ruimtebeslag in het buitengebied en minder mobiliteit.

Het concept van de compacte stad brengt echter met zich mee dat de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving door de concentratie van stedelijke functies, plaatselijk kan leiden tot milieubelasting. Het is dan ook belangrijk om de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving gericht in de gaten te houden. Uitgangspunt hierbij is dat de relatief goede kwaliteit van het Groningse milieu wordt gehandhaafd en waar nodig verbeterd.

Het plangebied

Het plangebied is voornamelijk een woongebied. Aan de westkant wordt het plangebied begrensd door de spoorlijn Groningen-Delfzijl/Roodeschool, aan de noordoostkant door het Van Starkenborghkanaal en aan de zuidkant door het Oosterhamrikkanaal. De locatie sportvelden De Hoogte (de geprojecteerde Cortinghborg) wordt buiten het bestemmingsplan gelaten.

Het voorliggend plan is voornamelijk een conserverend plan, dat in het kader van de actualisering van oude bestemmingsplannen is opgesteld. Dit betekent dat er in principe geen nieuwe ontwikkelingen in worden meegenomen. Voor enkele locaties is een uitzondering gemaakt, zoals eerder in dit plan is beschreven. Het betreft plannen die voldoen aan het principe van de compacte stad; er is sprake van duurzaam ruimtegebruik doordat gebieden met verouderde functies, zoals oude industrielocaties en de locatie van scholengemeenschap De Hamrik, worden bestemd voor nieuwe functies.

Hierna wordt ingegaan op de belangrijkste milieu-aandachtspunten in het plangebied.

6.4.2 Geluid

Wegverkeerslawaai

In het plangebied liggen drukke wegen die onder de werkingssfeer van de Wet geluidhinder vallen. Deze zijn (met daarbij aangegeven de breedte van de geluidzone, gemeten vanaf de as van de weg):

  • de noordelijke ringweg: 400 meter (Plataanlaan/Noordzeeweg)
  • de Bedumerweg: 350 meter
  • de J.C. Kapteynlaan: 350 meter (loopt door in Sumatralaan)
  • de Korreweg: 200 meter
  • de Noorderstationsstraat: 200 meter
  • de Asingastraat: 200 meter
  • de Oosterhamrikbaan: 200 meter (busbaan)

De geluidbelasting vanwege deze wegen op nabijgelegen geluidgevoelige objecten, zoals woningen, is op veel plekken hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Dit heeft geen gevolgen voor de bestaande situatie. Nieuwbouw in de buurt van de wegen is zondermeer mogelijk indien voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor woningen. Als de geluidbelasting hoger is, dan is de bouw van woningen pas mogelijk nadat hiervoor op grond van de Wet geluidhinder ontheffing is verleend van de voorkeursgrenswaarde. De hogere waarde voor de toelaatbare geluidsbelasting vanwege de wegen mag echter niet hoger zijn dan de maximale grenswaarde van 63 dB (voor binnenstedelijke wegen) en 53 dB (voor buitenstedelijke wegen). In het bestemmingsplan wordt, met uitzondering van de ontwikkellocaties, alleen van de bestaande situaties uitgegaan. De overige wegen in het bestemmingsplan zijn 30 km-wegen en niet zoneplichtig in het kader van de Wet geluidhinder.

Voor de gebieden waarvoor een wijzigingsbevoegdheid geldt, dient voldaan te worden aan de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.

In het (recente) verleden is voor diverse locaties binnen het plangebied in samenhang met een vrijstellingsbesluit op grond artikel 19 WRO reeds een hogere waarde vastgesteld. Deze hogere waarden blijven onverkort van kracht.

Industrielawaai

Op het plangebied rust op grond van de Wet geluidhinder geen industrielawaaizone.

Op grond van jurisprudentie (200807186/1/M2) inzake uitleg van de Wet geluidhinder is bedrijventerrein Ulgersmaweg-Pop Dijkemaweg geen gezoneerd industrieterrein nu aldaar de vestiging van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken niet is toegelaten.

Spoorweglawaai

Het plangebied ligt langs de spoorlijn Groningen-Delfzijl/Roodeschool. Zoals in veel binnenstedelijke gebieden is de geluidbelasting vanwege de spoorlijn op nabijgelegen woningen vaak hoger dan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB. De Wet geluidhinder heeft geen gevolgen voor dergelijke bestaande situaties. Net als bij wegverkeer is de Wet geluidhinder vaak wel relevant voor nieuwe situaties langs het spoor. Nieuwbouw in de buurt van het spoor is zondermeer mogelijk indien voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB voor woningen. Als de geluidbelasting hoger is, dan is de bouw van woningen pas mogelijk nadat hiervoor op grond van de Wet geluidhinder ontheffing is verleend van de voorkeursgrenswaarde. De hogere waarde voor de toelaatbare geluidsbelasting vanwege het spoor mag echter niet hoger zijn dan de maximale grenswaarde van 68 dB.

Geluidonderzoek

Geluidonderzoek heeft plaatsgevonden voor de locatie Antillenstraat, voor de locatie van scholengemeenschap De Hamrik aan de Heinsiusstraat en voor beide ontwikkellocaties aan de Oosterhamrikkade Noordzijde.

Akoestisch onderzoek

Er zijn twee akoestische onderzoeken uitgevoerd. Eén geluidonderzoek (WMA, versie december 2009) heeft plaatsgevonden voor de locatie Antillenstraat en voor de ontwikkellocaties aan de Oosterhamrikkade Noordzijde. Het andere onderzoek (WMA, versie 17 februari 2008) is uitgevoerd voor de locatie van scholengemeenschap De Hamrik aan de Heinsiusstraat. Beide onderzoeken zijn als afzonderlijke bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. De resultaten van de onderzoeken zijn hieronder beknopt weergegeven.

* Locatie Antillenstraat

Bij de actualisatie van het bestemmingsplan is de locatie Antillenstraat, waarvoor stedenbouwkundig plan 'Antillenstraat en omgeving' de procedure met inspraak en vooroverleg heeft doorlopen, meegenomen. Voor het plan is door Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar afgegeven.

Het betreft een woningbouwlocatie, bestaande uit drie deellocaties. Voor de hoek Korreweg/ Oosterhamriklaan is reeds een bouwvergunning verleend. Voor de beide overige deellocaties (ter plaatse van de - deels voormalige - scholen Kimkiel en Rölingcollege/ Star Numanschool) nog niet. Omdat indertijd in het kader van het stedenbouwkundig plan nog geen geluidontheffing is gevraagd, zal dit in het kader van de procedure van het voorliggend bestemmingsplan worden gedaan. Het gaat daarbij uitsluitend om wegverkeerslawaai.

Wat betreft het wegverkeerslawaai op de locatie Korreweg 215 (Kimkiel): uit de resulaten blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van wegverkeerslawaai door de Korreweg de voorkeursgrenswaarde overschrijdt.

Wat betreft het wegverkeerslawaai op de deellocatie Antillenstraat 2 ( locatie Rolingcollege/Star Numanschool): uit de resulaten blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van wegverkeerslawaai door het toekomstig Oosterhamriktracé de voorkeursgrenswaarde overschrijdt.

De resultaten van de akoestische onderzoeken voor beide locaties zullen bij de tervisieversie van het bestemmingsplan als afzonderlijke bijlage worden gevoegd.

* Locatie van scholengemeenschap De Hamrik, Heinsiusstraat 1

De mogelijkheid bestaat dat de locatie van scholengemeenschap De Hamrik binnen de planperiode vrijkomt voor woningbouw. In verband daarmee is onderzoek gedaan naar de geluidbelasting.

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer onder de voorkeursgrenswaarde blijft. Vanwege spoorweglawaai overschrijdt de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde wel. Dit betekent dat het voor het mogelijk maken van woningbouw en eventuele andere geluidgevoelige bestemmingen noodzakelijk is dat een hogere grenswaarde voor geluid in het kader van de Wet geluidhinder wordt opgesteld. Bij de bouw van de woningen zal rekening gehouden moeten worden met gevelisolatie om aan het vereiste binnenniveau te voldoen.

De resultaten van het akoestisch onderzoek zullen bij de tervisieversie van het bestemmingsplan als afzonderlijke bijlage worden gevoegd.

* Twee ontwikkellocaties aan de Oosterhamrikkade Noordzijde

1. De locatie Oosterhamrikkade omgeving nummers 102-118

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer veroorzaakt door de huidige busbaan en het toekomstige Oosterhamriktracé de voorkeursgrenswaarde overschrijdt. Dit betekent dat voor het mogelijk maken van deze ontwikkeling het noodzakelijk is dat een hogere grenswaarde voor geluid in het kader van de Weg geluidhinder wordt vastgesteld.

Deze ontwikkeling ligt aan de Oosterhamrikkade. Dit is een 30 km-weg en valt daardoor niet onder de werkingssfeer van de Wet geluidhinder. De busbaan is wel een 50 km-weg. De Oosterhamrikkade levert wel een bijdrage aan de geluidbelasting. Bij de bouw van woningen zal hierdoor rekening gehouden moeten worden met extra gevelisolatie om aan het vereiste binnenniveau te voldoen.

2. Oosterhamrikkade omgeving nummers 84-88

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat de geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer veroorzaakt door de huidige busbaan en het toekomstige Oosterhamriktracé de voorkeursgrenswaarde overschrijdt. Dit betekent dat voor het mogelijk maken van deze ontwikkeling het noodzakelijk is dat een hogere grenswaarde voor geluid in het kader van de Weg geluidhinder wordt vastgesteld.

Deze ontwikkeling ligt aan de Oosterhamrikkade. Dit is een 30 km-weg en valt daardoor niet onder de werkingssfeer van de Wet geluidhinder. De Oosterhamrikkade levert wel een bijdrage aan de geluidbelasting. Bij de bouw van woningen zal hierdoor rekening gehouden moeten worden met extra gevelisolatie om aan het vereiste binnenniveau te voldoen.

Beschikking hogere grenswaarden geluid (hogere waarde besluit)

Uit de resultaten van de akoestische onderzoeken blijkt, dat de geluidbelasting voor de hiervoor genoemde ontwikkellocaties, in veel gevallen hoger is dan de voorkeursgrenswaarden voor wegverkeers- en/of spoorweglawaai. Dit betekent, dat hiervoor op grond van de Wet geluidhinder voorafgaand aan dit bestemmingsplan ontheffing is verleend van de voorkeursgrenswaarde(n) en zijn waar nodig en mogelijk hogere waarden vastgesteld voor de toelaatbare geluidbelasting op de gevels van toekomstige geluidgevoelige bestemmingen. Deze hogere waarden zijn vastgelegd per geluidbron, object, gevel en bouwhoogte. De 'Beschikking hogere grenswaarden geluid voor het bestemmingsplan Korrewegwijk' is als afzonderlijke bijlage bij dit plan gevoegd.

6.4.3 Luchtkwaliteit en geur

Luchtkwaliteit

In de Wet luchtkwaliteit'' zijn de luchtkwaliteitsnormen vastgelegd voor onder meer stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Deze normen garanderen een minimaal beschermingsniveau voor de burgers. De voornaamste bron van luchtverontreiniging in Groningen is het wegverkeer. De bijdrage van het lokale verkeer aan de luchtverontreiniging wordt berekend met behulp van het wettelijk voorgeschreven CAR-model.

Voor het voorliggend bestemmingsplan is nagegaan wat de concentraties zijn van de luchtverontreinigende stoffen en of er luchtkwaliteitsnormen worden overschreden. Hierbij is gekeken naar de jaren 2007 en 2017. De concentraties zijn berekend voor de Nieuwe Ebbingestraat, Rodeweg, Sumatralaan, Korreweg, Bedumerweg en Oosterhamrikkade-noordzijde. Voor de input van de berekeningen zijn verkeerscijfers gebruikt uit het verkeersmodel Regio Groningen - Assen (RGA), versie 1.2. Uit de berekening volgt dat alle onderzochte situaties voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen. Dit betekent, dat er vanwege de luchtkwaliteit geen belemmeringen zijn voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. Voor een toelichting/onderbouwing wordt verwezen naar bijlage 3 bij deze plantoelichting: 'Onderzoek luchtkwaliteit ten behoeve van het bestemmingsplan De Korrewegwijk'.

Geur

Er zijn geen belangrijke geurbronnen nabij het plangebied.

6.4.4 Bedrijvigheid

Woonwijk Korrewegwijk

Het plangebied is in het noorden voornamelijk een woonwijk met tussen de woningen door stroken met detailhandel en bedrijvigheid. Daarnaast bevinden zich in de woonwijk nog winkelcentra, een aantal verzorgings-/verpleegtehuizen, een openbare bibliotheek, buurtcentra, kerken en een aantal scholen. Buiten het plangebied liggen er op dit moment geen bedrijven die van grote invloed zijn op het plangebied.

Bestaande en toekomstige bedrijven die zijn gelegen tussen of nabij woningen, moeten passen binnen de categorieën 1 en 2, zoals die door de VNG in "Bedrijven en Milieuzonering" zijn beschreven, of zij hebben een belasting die vergelijkbaar is met een categorie 1- en/of 2-bedrijf. Het laatste zal door het bedrijf moeten worden aangetoond. Op dit moment zijn er drie bestaande bedrijven met een hogere categorie binnen het woongebied van de Korrewegwijk. Het zijn de volgende drie bedrijven;

1. Drukkerij van Denderen BV Oosterhamrikkade 82;

2. Neonlux Lichtreclames BV, Oosterhamrikkade 88;

3. Textieldrukkerij Kikkerprint, Oosterhamrikkade 110.

Deze drie bedrijven vallen onder de categorie 3. Op dit moment veroorzaken de hierboven genoemde bedrijven geen overlast voor de omgeving. Bij vertrek van het onder 1 genoemde bedrijf zal hiervoor in de plaats maximaal een categorie 1- of 2- inrichting zijn toegestaan. De bedrijven genoemd onder 2 en 3 vallen onder het nieuwe ontwikkelgebied met de bestemming Woongebied.

Op de locatie Eyssoniusplein 7 ligt wel een Hinderwetvergunning uit 1989 voor het inwerking hebben van een benzinestation. Het benzinestation is niet meer in werking. De Hinderwetvergunning is nog niet ingetrokken. Het in werking hebben van een benzinestation op deze locatie is niet gewenst. In dit bestemmingsplan wordt deze functie dan ook wegbestemd.

Thuiswerken is mogelijk in het plangebied. Het betreft hier aan huis gebonden beroepen (bijvoorbeeld advocaat, fysiotherapeut). Hierbij is de uitoefening van het beroep ondergeschikt aan het wonen. Voor de meeste van deze beroepen is geen vergunning nodig in het kader van de Wet milieubeheer. Mogelijk zal een aantal activiteiten onder een algemene maatregel van bestuur gaan vallen.

De mogelijke invloed en overlast van bedrijven is gering in de genoemde en toegestane categorieën. Regulering van de milieubelasting door die bedrijven vindt plaats op basis van de Wet milieubeheer en/of op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening. Bij een aanvraag van een nieuwe vestiging van een bedrijf wordt beoordeeld of aan de randvoorwaarden kan worden voldaan en of er hinder zal optreden.

Industrieterrein De Hoogte

Bestaande en toekomstige bedrijven die zijn gelegen op het industrieterrein moeten passen binnen de categorieën 1 t/m 3, zoals die door de VNG in "Bedrijven en Milieuzonering" zijn beschreven.

Deze bedrijvigheid vormt geen belemmering voor de woongebieden. Verder zijn in de voorschriften bedrijven expliciet uitgesloten, die vanwege de aard van de bedrijvigheid risicocontouren hebben die buiten het eigen terrein liggen.

Er is één bestaand bedrijf op het industrieterrein met een hogere categorie. Het betreft: Aardolie Opslag Groningen BV (AOG BV) aan de Van der Hoopstraat 15. AOG BV is een categorie 4 bedrijf. Dit bedrijf kan binnen het plangebied worden gehandhaafd. Op dit moment veroorzaakt de hierboven genoemde inrichting geen overlast voor de omgeving. Bij vertrek van de inrichting zal hiervoor in de plaats maximaal een categorie 3 inrichting kunnen komen.

Voor categorie 4 bedrijven is een ontheffing mogelijk binnen het industrieterrein De Hoogte voor zover de belasting van de desbetreffende bedrijven vergelijkbaar is met bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3. Regulering van de milieubelasting door die bedrijven vindt plaats met behulp van de Wet Milieubeheer en/of de op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening. Bij aanvraag van een nieuwe vestiging van een bedrijf wordt nauwgezet beoordeeld of aan de randvoorwaarden kan worden voldaan en of er hinder zal optreden.

Wonen op industrieterrein De Hoogte

Op het industrieterrein zijn drie bedrijfswoningen aanwezig. Zij zijn op de plankaart aangegeven.

6.4.5 Bodemkwaliteit

De functies in dit gebied zijn voornamelijk (grondgebonden) woningen met hierbij de reguliere wijkvoorzieningen, zoals scholen en winkelcentra. Bedrijvigheid is aanwezig op bedrijfsterrein De Hoogte, aan de Antillenstraat en aan de (zuid)oostzijde van het plangebied. De bodemkwaliteit voldoet over het algemeen aan de normen die gekoppeld zijn aan dit gebruik/deze functie. In het plangebied zijn echter wel diverse bronnen van verontreiniging aanwezig en is sprake van een diffuse verontreiniging van de bodem.

In het plangebied zijn twee ontwikkellocaties benoemd waarbij de functie wordt gewijzigd van bedrijven naar wonen en twee locaties waar de bestemming wordt gewijzigd van scholen naar wonen. Daarnaast is aan de Heinsiusstraat en op de hoek Star Numanstraat/Oosterhamriklaan, behalve de bestemming Maatschappelijk, tevens wonen toegestaan. Bodemonderzoek per ontwikkellocatie moet uitwijzen welke acties moeten worden ondernomen om de locatie geschikt te maken voor woningbouw en welke consequenties de bodemkwaliteit heeft voor het grondverzet.

Binnen het plangebied bevinden zich diverse locaties die verdacht zijn van een (ernstige) bodemverontreiniging. De verdachtmaking kan het gevolg zijn van bodembedreigende activiteiten in het verleden of een eerder bodemonderzoek. In het gebied zijn veel ophogingen, dempingen en enkele ondergrondse tanks aanwezig, waardoor de bodem plaatselijk verontreinigd kan zijn. Daarnaast zijn meerdere (voormalige) bedrijfsterreinen aangemerkt als ernstig verontreinigde locaties.

In de tabel die is opgenomen bij deze plantoelichting in bijlage 3 zijn deze locaties weergegeven. Hierbij is tevens aangegeven of er al een sanering heeft plaatsgevonden en of er eventuele gebruiksbeperkingen zijn.

De beoordeling van de bodemkwaliteit voor het bestemmingsplan gaat uit van een gebiedsbenadering en van de beschikbare gegevens op het moment van de inventarisatie. Individuele locaties zullen telkens opnieuw moeten worden beoordeeld op het aspect van geschiktheid. De inventarisatie is uitgevoerd op 6 februari 2009 en is gebaseerd op de op dat moment bij de Milieudienst beschikbare gegevens over (potentiële) ernstige verontreinigingen. Dagelijks worden gegevens aangeleverd en bijgewerkt. Voor een actuele situatie of voor informatie over individuele locaties verwijzen wij daarom naar www.eloket.groningen.nl.

Bij de aanpak van de bodemverontreiniging (inclusief de verwijdering van de brandstoftanks) wordt zo goed mogelijk aangesloten bij de geplande ontwikkelingen. De verantwoordelijkheid voor aanvullend onderzoek en voor de sanering ligt bij de projectontwikkelaar. De wijze waarop de sanering wordt uitgevoerd en het tijdstip waarop met de sanering wordt gestart, zal worden afgestemd op de planning van de bouwactiviteiten. Het uitgangspunt is dat de locatie geschikt wordt gemaakt voor het beoogde gebruik. Voordat met de sanering kan worden begonnen, moet de gemeente Groningen als bevoegd gezag op grond van de Wet bodembescherming instemmen met de voorgestelde sanering. De gemeente ziet toe op de juiste uitvoering van de sanering en van grondverzet in het algemeen.

Als gevolg van jarenlange activiteiten is de bodem voorts belast met diffuse, niet tot een bron te herleiden, bodemverontreiniging. Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Groningen blijkt dat in het plangebied diffuse (lichte) bodemverontreiniging voorkomt. Dit is van invloed op de voorwaarden voor hergebruik van grond.

6.4.6 Beheer

De inzameling van afval in het plangebied dient conform het gemeentelijk beleid plaats te vinden. Het plangebied is aangewezen als een gebied waarin wordt ingezameld met behulp van ondergrondse containers, minicontainers en gemeenschappelijke voorzieningen. Bij nieuwbouw kan daarvan gemotiveerd worden afgeweken.

6.4.7 Energie en leefomgevingskwaliteit

Duurzaamste stad van Nederland

De gemeente Groningen heeft de ambitie uitgesproken om van Groningen de duurzaamste stad van Nederland te maken. Hiervoor heeft het college in 2007 een duurzaamheidsvisie vastgesteld.

Vanuit de ambitie de duurzaamste stad te worden, ligt een focus op de thema's 'energie' en 'de kwaliteit van de leefomgeving'. Daarnaast gelden er algemene eisen ten aanzien van duurzame bouw, zoals onder andere weergegeven in het Nationale Pakket Duurzame Woningbouw (NPDW) en het Nationale Pakket Duurzame Utiliteitsbouw (NPDU).

Ook zijn er verschillende software-pakketten beschikbaar waarmee afwegingen op het gebied van duurzaamheid kunnen worden gemaakt. De bekendste voorbeelden hiervan zijn Greencalc+ en GPR nieuwbouw. Daarnaast zijn er op dit moment volop ontwikkelingen rondom duurzaamheid, zoals bijvoorbeeld de ontwerpopgave Cradle to Cradle (C2C) (“van wieg tot wieg”).

De duurzaamheidsvisie is uitgewerkt in: 'het Beleidskader duurzaamstestad.groningen.nl' en de 'Routekaart Groningen Energieneutraal+ 2025'. Vastgelegd is hoe de stedelijke ontwikkeling en de leefomgevingskwaliteit duurzaam ontwikkeld kunnen worden en hoe de gemeente de stad klaar wil maken voor de effecten van klimaatverandering. Beschreven is hoe, met wie, waarmee en wanneer deze ambitie wordt nagestreefd: door te streven naar 'CO2-neutraal' met een extra 'plus' op energiebesparen.

Binnen de Routekaart wordt een nieuw denkpatroon geïntroduceerd: de Groningse energieladder. Deze wordt gebruikt bij het afwegen van keuzes, bij het nemen van beslissingen, bij het sturen op processen en bij het concreet uitvoeren van acties en maatregelen.

De Groningse energieladder

De Groningse energieladder kent in volgorde van belangrijkheid de volgende prioriteiten: energievrij, vermindering van energieverbruik, gebruik en productie van duurzame energie, efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen, compensatie van fossiele energiebronnen.

Binnen elk nieuwbouw- of renovatieplan moet de energieladder meegenomen worden.

Bijvoorbeeld dient er naast aandacht aan een optimale isolatie ook gekeken te worden of er energiebronnen in de buurt van nieuwbouwprojecten zijn die kunnen worden gebruikt zoals restwarmte van nabij gelegen gebouwen (bijvoorbeeld van een verzorgingshuis of kantoor). Het gebruik van aardwarmte in de vorm van warmte/koude opslag in de bodem in combinatie met warmtepompen is een duurzaam alternatief voor verwarming door middel van aardgas.

Binnen dit bestemmingsplan staan er woningen die over het algemeen gebouwd zijn in de periode tussen 1900 en 1940. Woningen uit deze periode zijn niet geïsoleerd. Vele woningen (zowel van woningbouwverenigingen als van particulieren) zijn in de loop van tijd aangepast aan de huidige comforteisen. De meeste woningen hebben een centrale verwarming en zijn voorzien van een eenvoudige isolatie. Alleen zijn deze maatregelen niet afdoende om de energielasten in de hand te houden. Een aantal woningbouwverenigingen heeft plannen om de komende jaren grootschalige woningrenovaties in de Korrewegwijk / De Hoogte te gaan uitvoeren. Deze renovaties zijn mede bedoeld om de woningen in de toekomst (voor de huurders) betaalbaar te houden. Door de renovaties wordt naar verwachting meer dan 50 % bespaard op gasverbruik. In de Indische Buurt worden veel woningen gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. In de “Toolkit Bestaande Bouw duurzame woningverbetering” van BAM Woningbouw (ISBN 978-90-75365-90-0, december 2008) zijn voorbeelden van totaalconcepten opgenomen voor duurzame renovaties. Ook het item gezondheid wordt in de Toolkit behandeld.

Overige (duurzaamheids)aspecten

Op het gebied van materiaalgebruik is het wenselijk gebruik te maken van materialen, die gerecycled kunnen worden of herwinbaar zijn. Hiertoe dienen materialen tevens zodanig te worden toegepast dat deze na sloop eenvoudig kunnen worden gescheiden en geschikt zijn voor hergebruik. Bij het gebruik van materialen dient uitloging naar de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater zoveel mogelijk te worden voorkomen.