direct naar inhoud van 6.3 Water
Plan: Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01

6.3 Water

Huidige situatie

Algemeen

Plangebied Korrewegwijk-De Hoogte kan worden opgedeeld in de volgende deelgebieden: de Korrewegwijk, de Oost-Indischebuurt, de West-Indischebuurt en De Hoogte. De gemiddelde maaiveldhoogte ligt hier nagenoeg overal gelijk (bron: stedelijke wateropgave): De Hoogte NAP +1,10 m; Oost-Indischebuurt NAP +1.00 m; West-Indischebuurt NAP +1,10 m; Korrewegbuurt NAP +1,00 m.

Riolering

De deelgebieden zijn voorzien van een gemengd rioolstelsel.

Watersysteem

De watergangen in het gebied dienen van oudsher als overstortvijver. Peilregulatie vindt nog steeds plaats via de riolering. Het peil van de vijvers is ingesteld op NAP -1,20 m en NAP -1,40 m. Binnenkort zullen de Hamburgervijver en de Soendavijver verbonden zijn met de Molukkenvijver. Op die manier wordt meer doorstroming in het water verkregen wat een positief effect op de waterkwaliteit heeft. Ook wordt het water via een persleiding naar het Van Starkenborghkanaal afgevoerd, zodat het schone regenwater de zuivering niet belast. Het Oosterhamrikkanaal en het Van Starkenborghkanaal maken geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan.

Wateropgave

De oppervlakte van de waterpartijen is niet voldoende om het neerslagoverschot dat tijdens het klimaatscenario optreedt te bergen. Grote delen van het gebied lopen bij extreme buien het risico op wateroverlast. De waterstanden in de vijvers zullen oplopen met meer dan 130 cm en vervolgens zal dan plaatselijk wateroverlast optreden. Voorbeelden uit de praktijk zijn onder andere de situatie rond de kruising Heymanslaan en Korreweg. Het laaggelegen Bernoulliplein is tevens een aandachts- gebied voor grondwateroverlast. In de hierna opgenomen figuur zijn de risicogebieden rood aangegeven.

Uitgangspunten voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen

Algemeen

De natuurlijke relatie van water met zijn omgeving ligt in steeds sterkere mate (mede) ten grondslag aan de ruimtelijke ontwikkeling. Het water als mede-ordenend principe. Water legt verbindingen tussen de bodem, de natuurlijke ontwikkeling en de gesteldheid en beleving van de woon- en werkomgeving.
Bij de planvorming wordt in een vroegtijdig stadium overleg met waterbeheerders gezocht (het proces van de Watertoets). Doel is hierbij tot een zo natuurlijk en robuust mogelijk watersysteem te komen, dat is afgestemd op duurzame ontwikkeling, natuurlijke ontwikkeling en geohydrologie van het gebied.

Hierna wordt eerst de waterhuishouding besproken, vervolgens wordt de riolering beschreven. En tot slot wordt een link gelegd tussen bouwmaterialen en het water.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01_0028.jpg"

Waterhuishouding

Bij nieuwbouw moet rekening gehouden worden met de gevolgen van een toename van verhard en bebouwd oppervlak. Door verdere verstedelijking zal regenwater sneller tot afstroming komen. Voor het bestaande watersysteem betekent dit een extra belasting: er zal meer water geborgen moeten worden. Mede gezien de grote hoeveelheid risicogebieden is compensatie in de vorm van oppervlaktewater vereist. Als vuistregel wordt een compensatie van 10% van de toename van het verhard en/of bebouwd oppervlak in de vorm van oppervlaktewater geëist. Bij nieuwbouw worden afvalwater en hemelwater apart van elkaar aangeboden. Het hemelwater zal, zoveel mogelijk vertraagd, naar het oppervlaktewater worden afgevoerd.

De Korrewegwijk en De Hoogte zijn bestaande woonwijken inclusief een bedrijventerrein aan de noordwestzijde van het gebied. Tijdens herstructurering of bij nieuwe ontwikkelingen moet met het bovenstaande rekening gehouden worden. Eventuele afwijkingen dienen de instemming van het waterschap te hebben.

Riolering

In het huidige gebied ligt grotendeels een gemengd rioolstelsel. Tijdens rioolsaneringsmaatregelen in het zuidelijk deel van De Hoogte en het zuidelijk deel van de Oost-Indischebuurt wordt een regenwaterriool ten behoeve van afkoppelen aangelegd. Het afgekoppelde regenwater voert vervolgens af op de spoorsloot (eigendom van Prorail). Om het extra water op deze sloot af te voeren en extreme peilstijgingen te voorkomen wordt een duikerverbinding aangelegd naar de vijvers in de aangrenzende wijk Selwerd. Hiermee wordt het waterpeil gereguleerd.

Voor herstructureringslocaties moet onderzocht worden of rechtstreekse afvoer van 'schoon' hemelwater van afvoerend oppervlak gerealiseerd kan worden. Indien dit niet mogelijk is, moet tijdens de bouw wel rekening gehouden worden met een mogelijke aansluiting op een gescheiden stelsel in de toekomst. Hiervoor dienen twee huisaansluitleidingen ter plaatse van de kavelgrens aangeboden te worden: één voor het vuile water en één voor het schone hemelwater. Afkoppeling bij aanpassing aan de gemengde gemeentelijke riolering is dan eenvoudig te realiseren.

Om de belasting van neerslag op de gemengde riolering te beperken, staan de volgende technische mogelijkheden ter beschikking:

  • parkeerplaatsen uitvoeren in waterdoorlatende bestrating of grasbetonstenen;
  • toepassen van vegetatiedaken;
  • wegen uitvoeren in (doorlatende) bestrating met een goed watervoerend pakket/cunet.

Deze technische oplossingen geven vorm aan de gewenste trits vasthouden-bergen-afvoeren.

Voor de uitvoering van plannen moet instemming van gemeente en waterschap op de planvorming gegeven worden.

De gemeente heeft het plan om een nieuwe persleiding (diameter 1,0 meter) aan te leggen vanaf het gemaal Selwerd (locatie Noorderplantsoen) naar het Damsterdiep. Het tracé van deze leiding ligt voor het overgrote deel in het plangebied van dit bestemmingsplan. Het tracé is nog niet definitief, maar volgt in hoofdlijnen de Van Oldebarneveltlaan, de Borgwal, de Soendastraat en de Oosterhamriklaan. Nieuwbouw en andere bouwactiviteiten moeten minstens 1,0 meter vanaf de buitenzijde van de leiding plaatsvinden en mogen geen schade aan de leiding tot gevolg hebben.

Bouwmaterialen

Bij de eventuele bouw van gebouwen, woningen en appartementen mogen geen materialen gebruikt worden die milieuverontreinigend zijn. Te denken valt aan de toepassingen van lood, zink en koper. Ook bepaalde bitumen en behandeld hout logen milieugevaarlijke stoffen uit die via het regenwater in het oppervlaktewater terecht kunnen komen.

Het toepassen van vegetatiedaken is een uitstekend middel om regenwater vast te houden en vertraagd af te voeren. De vegetatie neemt vocht op en bergt en gebruikt op die manier water. Tevens verdampt het water door zon en wind. Bij hevige neerslag zal het water minder snel tot afstroming komen. Daarnaast isoleren de groene daken in de zomer. Door het verdampingsproces in de grondlaag wordt voorkomen dat het dak te veel opwarmt. Op deze wijze kan bespaard worden op energieslurpende voorzieningen zoals airco's e.d.

Het toepassen van vegetatiedaken leidt niet automatisch tot een verlaging van de 10% waterbergingseis van het waterschap ondanks de positieve bijdrage. Aandachtspunten voor het waterschap bij deze oplossingen zijn gekoppeld aan de controleerbaarheid en garantie van toekomstig beheer om er zeker van te zijn dat de voorziening ook in de toekomst dienst blijft doen.

Watertoets

In het kader van de watertoets zal nadere uitwerking van de principes van afwatering en ontwatering in relatie tot de waterkwaliteit en de waterkwantiteit moeten plaats vinden in overleg met de waterbeheerder. Het waterschap vervult een adviserende en toetsende rol.