Plan: | Wedderbergen - Wedderveer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0007.010402-0001 |
15. 1.
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Verblijfsrecreatie 2’ aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a.
standplaatsen
voor kampeermiddelen;
b.
gebouwen
ten dienste van een kampeerterrein, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke
vorm van recreatie - voorzieningen’, ten behoeve van:
1.
detailhandel;
2.
een
kantine;
3.
recreatieve
voorzieningen, zoals een zwembad;
4.
groepsverblijven;
c.
gebouwen
ten dienste van een kampeerterrein, ten behoeve van:
1.
sanitaire
voorzieningen;
2.
onderhoud
en beheer;
d.
bedrijfswoningen;
e.
aan-
en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
f.
blokhutten;
g.
chalets;
h.
ecochalets;
i.
een
schuur, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - schuur’;
j.
landschapsgroen,
t.b.v. een goede landschappelijke inpassing;
k.
het
behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke en
cultuurhistorische waarden;
l.
de bescherming van de functie van de in het
aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als
landschapsbepalend element, ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone -
molenbiotoop’;
en in beperkte mate voor:
m.
sport-
en speelterreinen;
n.
groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
o.
tuinen,
erven en terreinen;
p.
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde.
15. 2.
Bouwregels
15. 2. 1. Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
-
de totale bebouwde oppervlakte mag niet meer dan
5% van het bestemmingsvlak bedragen.
15. 2. 2. Voor het bouwen van de in
lid 15.1. sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw zal uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - voorzieningen’;
b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
15. 2. 3. Voor het bouwen van de in
lid 15.1. sub c genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. de oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste 300 m² bedragen;
b. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
15. 2. 4. Voor het bouwen van een
bedrijfswoning gelden de volgende regels:
a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd indien de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
b. het aantal te bouwen bedrijfswoningen zal ten hoogste twee bedragen;
c. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
d. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 9,00 m bedragen.
15. 2. 5. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 70 m² bedragen;
b. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
c. de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
15. 2. 6. Voor het bouwen van
blokhutten gelden de volgende regels:
a. het aantal blokhutten zal ten hoogste 25 bedragen;
b. de onderlinge afstand tussen blokhutten zal ten minste 5,00 m bedragen;
c. de oppervlakte van een blokhut zal ten hoogste 30 m² bedragen;
d. een blokhut zal vrijstaand worden gebouwd;
e. de bouwhoogte van een blokhut zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
15. 2. 7. Voor het bouwen van chalets gelden de volgende regels:
a. de onderlinge afstand tussen chalets zal ten minste 5,00 m bedragen;
b. de oppervlakte van een chalet zal ten hoogste 70 m² bedragen;
c. een chalet zal vrijstaand worden gebouwd;
d. de bouwhoogte van een chalet zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
15. 2. 8. Voor het bouwen van ecochalets gelden de volgende regels:
a. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - ecochalets’ mogen uitsluitend ecochalets worden gebouwd;
b. de onderlinge afstand tussen chalets zal ten minste 5,00 m bedragen;
c. de oppervlakte van een chalet zal ten hoogste 70 m² bedragen;
d. een chalet zal vrijstaand worden gebouwd;
e. de bouwhoogte van een chalet zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
15. 2. 9. Voor het bouwen van de in lid 15.1. sub i. genoemde schuur gelden de volgende regels:
a. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - schuur’ mag uitsluitend een schuur worden gebouwd;
b. de oppervlakte van de schuur zal ten hoogste 500 m² bedragen;
c. de goothoogte van de schuur zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
15. 2. 10. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
c. in afwijking van het bepaalde in sub b. zal de bouwhoogte van een antennemast, ter plaatse van de aanduiding ‘antennemast’, ten hoogste 30,00 m bedragen.
15. 3.
Nadere
eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.
15. 4. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 15.2.2. sub b en toestaan dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,00 m;
b. het bepaalde in lid 15.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 14,00 m;
c. het bepaalde in lid 15.2.4. sub b en toestaan dat een derde bedrijfswoning wordt gebouwd, mits:
1. dit landschappelijk inpasbaar is;
2. de geluidsbelasting van geluidgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of vastgestelde hogere grenswaarde;
3. dit uit het oogpunt van een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is.
15. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken, uitgezonderd bedrijfswoningen, ten behoeve van permanente bewoning.
15. 6.
Aanlegvergunning
15. 6. 1. Het is verboden zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders
(aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen van verhardingen;
b.
het graven van watergangen en waterpartijen;
c.
het kappen, rooien en/of vellen van bomen.
15. 6. 2. Het in lid 15.6.1. vervatte
verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a.
het
normale onderhoud betreffen;
b.
reeds
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
15. 6. 3. De in lid 15.6.1. genoemde
vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van
de gronden.