direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene wijzigingsregels
Plan: Ontpoldering Noordwaard
Status: geconsolideerde versie
Plantype: rijksinpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0000.RIPNOORDWAARD-VA04

Artikel 26 Algemene wijzigingsregels

26.1 Wijziging Recreatie

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van het gebied ter plaatse van de aanduiding "Wro - zone - Wijzigingsgebied 1" overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen ten behoeve van de ontwikkeling een recreatiegebied, met bijbehorende voorzieningen, onder de volgende voorwaarden:

  • a. de voorzieningen in het recreatiegebied dienen zodanig gesitueerd en uitgevoerd te worden dat de waterafvoer niet wordt belemmerd, deze voorzieningen mogen niet leiden tot waterstandsverhoging, afname van het waterbergend vermogen of vergroting van de kans op schade als gevolg van hoogwaterstanden;
  • b. het aantal (drijvende) recreatiewoningen is maximaal 140, waarbij de recreatiewoningen dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringeisen:
    • 1. maximale gemiddelde bruto vloeroppervlakte van 100 m2 per recreatiewoning;
    • 2. maximale goothoogte 3 m;
    • 3. maximale bouwhoogte 6 m;
  • c. naast recreatiewoningen zijn voorts in ieder geval de volgende voorzieningen in het recreatiegebied mogelijk:
    • 1. voorzieningen met een maximaal gezamenlijk bruto vloeroppervlak van 1.500 m2 . ten behoeve van de verblijfsrecreatie zoals een horecagelegenheid, winkel, natte- en droge recreatieve voorzieningen;
    • 2. een jachthaven met maximaal 400 ligplaatsen en ondersteunende gebouwen tot een maximaal gezamenlijk bruto vloeroppervlak van 1250 m2 ten behoeve van een winkelruimte, sanitaire voorzieningen, winterberging, bootverhuur, kantoor en overige facilitaire ruimten;
    • 3. wellness voorzieningen (het aanbieden van diensten en(be)handelingen met het oogmerk het persoonlijke welbevinden van de cliënt te bevorderen, dit gebeurt middels behandelingen gericht op ontspanning, of lichamelijke gesteldheid/fitheid of uiterlijke verfraaiing) met een maximale bruto vloeroppervlakte van 2000 m2 ;
    • 4. dagrecreatieve voorzieningen met een maximaal gezamenlijk vloeroppervlak van 750 m2 ten behoeve van een themarestaurant, kiosken (snoep, fietsverhuur etc), sanitaire voorzieningen, een groepsruimte, en een voorlichtings- en/of educatief centrum;
    • 5. een groepsaccommodatie ten behoeve van groepsverblijf, met een maximale brutovloeroppervlakte van 500 m2 ;
    • 6. één bedrijfswoning met een maximum bruto vloeroppervlak van 250 m2 ;
    • 7. dagrecreatieve voorzieningen, zoals speeltoestellen;
    • 8. parkeerplaatsen, wandel- en fietspaden;
  • d. de gebouwen ten dienste van de onder c. genoemde voorzieningen hebben een goothoogte van maximaal 6 meter en een bouwhoogte van maximaal 10 meter;
  • e. bij wijziging dienen de bestaande gebouwen binnen het gebied in functioneel opzicht onlosmakelijk verbonden te zijn met de recreatieve bedrijfsvoering in de rest van het gebied;
  • f. bij de inrichting van het recreatiegebied dient nadrukkelijk aandacht te zijn voor een goede beeldkwaliteit;
  • g. wijziging vindt alleen plaats na een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder;
  • h. wijziging vindt alleen plaats na een positief advies van de Adviescommissie Toerisme en Recreatie van de provincie Noord-Brabant;
  • i. het areaal met de bestemming Bos dient in omvang gelijk te zijn aan de situatie voor de inwerkingtreding van de wijziging naar de bestemming Recreatie;
  • j. de noodzaak van aanwezigheid en omvang van de voorzieningen zoals genoemd onder artikel 26.1 sub c in het recreatiegebied (zoals horeca, toiletvoorzieningen en bergingen) dient onderbouwd te worden door middel van een bedrijfsplan, waarin aangetoond dient te worden dat de omvang van de voorzieningen noodzakelijk is voor een bedrijfseconomisch rendabele bedrijfsvoering voor zowel de korte als de lange termijn.

26.2 Wijziging naar Wonen

De Minister kan ter plaatse van de aanduiding "Wro - zone Wijzigingsgebied 2" overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Agrarisch of Bos wijzigen in de bestemming Wonen, waarbij:

  • a. de planregels zoals opgenomen in artikel 17 van overeenkomstige toepassing zijn na wijziging van de betreffende bestemming;
  • b. wijziging alleen plaatsvindt voor zover het in het kader van het project Ontpoldering Noordwaard nodig is te voorzien in een nieuwe woonlocatie ter vervanging van een niet meer opgenomen woonlocatie;
  • c. per wijzigingsvlak één woning is toegestaan;
  • d. woningbouw vanuit landschappelijk en milieuoogpunt aanvaardbaar dient te zijn;
  • e. woningbouw niet leidt tot waterstandverhoging, afname van het waterbergend vermogen of vergroting van de kans op schade als gevolg van hoogwaterstanden;
  • f. de bestemming eveneens gewijzigd kan worden in de bestemming Kades - Terprand ten behoeve van de bestemming Wonen, als de situering van de bestemming Wonen daar aanleiding toe geeft;
  • g. Burgemeester en wethouders dienen te worden gehoord.

26.3 Wijziging van "Wonen" naar "Agrarisch" dan wel "Agrarisch met waarden" dan wel " Natuur"

De Minister kan de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Agrarisch dan wel Agrarisch met waarden dan wel Natuur waarbij

  • a. de planregels zoals opgenomen in respectievelijk artikel 3, artikel 4 of artikel 11 van overeenkomstige toepassing zijn na wijziging van de betreffende bestemming;
  • b. wijziging alleen plaatsvindt voor zover het in het kader van het project Ontpoldering Noordwaard niet nodig is te voorzien in een woonlocatie.

26.4 Wijziging bestemmingsgrenzen

De Minister kan het plan wijzigen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en de bestemmingsgrenzen en aan de bestemming gekoppelde aanduidingen met maximaal 5 meter verschuiven, indien en voorzover dit noodzakelijk blijkt te zijn voor de uitvoering van het project Ontpoldering Noordwaard en mits de belangen die ten grondslag liggen aan het opnemen van de desbetreffende bestemmingen in het plan niet worden geschaad.

26.5 Wijziging ligging Waarde - Archeologie

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening zodanig dat de ligging van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.