5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Nevenactiviteiten en verbrede landbouw
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.2 voor nevenactiviteiten en verbrede landbouw, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de agrarische bedrijvigheid als hoofdfunctie dient aanwezig te zijn en te blijven;
-
b. het gezamenlijk oppervlak van de bedrijfsbebouwing van het desbetreffende agrarisch bedrijf mag niet worden vergroot;
-
c. verblijfsrecreatie is toegestaan:
-
1. op een kleinschalig kampeerterrein, mits het kampeerterrein op een goede manier landschappelijk wordt ingepast met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van het bevoegd gezag. Camperplaatsen worden niet toegestaan;
-
2. in de vorm van kleinschalig logeren tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 10 bedden/slaapplaatsen, met dien verstande dat de totale oppervlakte van de hiervoor benodigde gebouwen maximaal 100 m² bedraagt;
-
d. dagrecreatie is toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing en/of tot maximaal 25% van de oppervlakte van het bouwvlak;
-
e. ondergeschikte horeca is toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 100 m²;
-
f. aan het agrarisch bedrijf verbonden zorgfuncties zijn toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 250 m²;
-
g. educatiefunctie is toegestaan tot maximaal 25% van de totale bestaande bedrijfsbebouwing tot maximaal 100 m²;
-
h. stalling van auto's, boten en/of caravans is toegestaan, met dien verstande dat:
-
1. de stalling uitsluitend is toegestaan in bestaande gebouwen, niet zijnde kassen;
-
2. het gebouw bereikbaar is via een weg die voor alle verkeer toegankelijk is;
-
i. de hierboven onder c.2, d, e en g genoemde maximaal toegestane oppervlakten zijn cumulatief van aard wat impliceert dat bij cumulatie van meerdere vormen van verbrede landbouw en/of nevenactiviteiten het maximum van 100 m² niet mag worden overschreden. Zorgfuncties en stalling van auto's, boten en/of caravans zijn van de cumulatie uitgesloten;
-
j. de agrarische functie van aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing mag niet worden aangetast/belemmerd;
-
k. er mag geen onevenredig grotere verkeersbelasting op wegen en paden plaatsvinden;
-
l. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
m. er dient te zijn voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen het bestemmingsvlak;
-
n. de nevenactiviteiten en verbrede landbouw dienen milieuhygiënisch verantwoord te zijn.
5.6.2 Ondergeschikte nevenactiviteit Bed & Breakfast
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.5.2 voor een bed & breakfast als ondergeschikte nevenactiviteit, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de bedrijfswoning waarin het bed & breakfast wordt aangeboden dient een voor wonen bestemd hoofdgebouw te zijn;
-
b. de exploitanten van het bed & breakfast moeten hoofdbewoner zijn en er daadwerkelijk wonen;
-
c. de kamers waarin bed & breakfast wordt aangeboden maken deel uit van de woning of van een bij de woning behorend vrijstaand of aangebouwd bijbehorend bouwwerk;
-
d. alleen bijbehorende bouwwerken die op niet meer dan 15 meter afstand van de woning liggen mogen worden gebruikt voor bed & breakfast;
-
e. de woning dient minimaal een inhoud te hebben van 450 m3 en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m2;
-
f. maximaal 25% van het bewoonde oppervlak mag ingericht worden voor deze voorziening, met dien verstande dat maximaal vier slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden gerealiseerd;
-
g. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
-
h. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet nadelig worden beïnvloed;
-
i. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
-
j. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed & breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning.
5.6.3 Bewoning als afhankelijke woonruimte
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.5.2 voor bewoning van een deel van de bedrijfswoning als afhankelijke woonruimte, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de bewoning dient noodzakelijk te zijn uit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. er mag geen tweede woning ontstaan;
-
c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van de inwoningsregeling;
-
d. een eigen voordeur aan de voor- of zijgevel is niet toegestaan;
-
e. alle bijbehorende bouwwerken en verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
-
f. er mogen geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
-
g. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
-
h. na beëindiging van de situatie dient het gebruik als afhankelijke woonruimte te worden beëindigd en kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekken;
-
i. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt gebruikt, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1 Wijzigen bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij ten behoeve van vormverandering van het bouwvlak
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van een vormverandering van het bestemmings- en/of bouwvlak, onder gelijktijdige wijziging van de gebiedsbestemming waarin het bestemmings-/bouwvlak is gelegen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering is aangetoond;
-
b. er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf;
-
c. gebouwen mogen niet buiten het bouwvlak komen te liggen;
-
d. het bouwvlak dient voor ten minste 50% dezelfde gronden te blijven omvatten zoals aangegeven op de verbeelding;
-
e. de oppervlakte van het bestemmingsvlak en van het bouwvlak mag niet toenemen;
-
f. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders;
-
g. de verandering milieuhygiënisch aanvaardbaar is;
-
h. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
i. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.
5.7.2 Wijzigen bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij ten behoeve van omschakeling naar grondgebonden agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in:
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. uitsluitend het deel van het perceel met de voor het bedrijf benodigde bedrijfsgebouwen en de daarbij behorende bedrijfswoning en bijbehorend erf/tuin mag worden gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch
- Grondgebonden'. De resterende grond moet gelijktijdig worden gewijzigd in de gebiedsbestemming waarin het bestemmings- en bouwvlak is gelegen;
-
b. het hergebruik zich beperkt tot de voormalige agrarische bedrijfslocatie;
-
c. er geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaatsvindt;
-
d. de omschakeling milieuhygiënisch aanvaardbaar is;
-
e. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
f. er wordt gezorgd voor een goede landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders;
-
g. overtollige (bedrijfs)bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument dan wel een cultuurhistoristorisch waardevol gebouw betreft;
-
h. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn.
5.7.3 Wijzigen bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij ten behoeve van wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming met een bouwvlak en de bestaande bedrijfswoning te wijzigen in:
-
1. de bestemming 'Wonen';
-
2. de gebiedsbestemming waarin het bestemmingsvlak ligt;
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. aangetoond wordt dat het gebruik als agrarisch bedrijf redelijkerwijs niet meer rendabel is;
-
b. het agrarisch bedrijf dient te zijn beëindigd;
-
c. uitsluitend het deel van het perceel met de bestaande woning en het erf/de tuin mag worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak na wijziging maximaal 1.000 m² mag bedragen. De resterende grond moet gelijktijdig worden gewijzigd in de gebiedsbestemming waarin het bestemmingsvlak ligt;
-
d. kenmerkende architectonische eigenschappen dienen te worden behouden;
-
e. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven;
-
f. het gebruik van de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
-
g. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
h. overtollige (bedrijfs)bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft. De oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bedraagt na wijziging maximaal 150 m², behoudens monumentale bebouwing;
-
i. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders;
-
j. wijziging niet plaatsvindt indien binnen het bouwvlak de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' of de aanduiding dat het maximum aantal wooneenheden '0' bedraagt is opgenomen.
-
k. het aantal woningen mag niet toenemen, behalve indien sprake is van beeldbepalende panden waarvan wordt aangetoond dat deze cultuurhistorische waarde bezitten. In dat geval kan de bestemming zodanig worden gewijzigd dat binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande bewoning, maximaal 2 wooneenheden gerealiseerd kunnen worden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
1. de maatvoering van het hoofdgebouw niet wordt vergroot;
-
2. hoofdgebouwen kunnen worden gesplitst in maximaal 2 woningen;
-
3. de inhoud per woning minimaal 450 m³ bedraagt;
-
4. de bestaande (agrarische) verschijningsvorm blijft gehandhaafd;
-
5. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de naaste omgeving aanwezige ruimtelijke functies en waarden;
-
6. de cultuurhistorische waarde van de woning behouden blijft en/of versterkt wordt;
-
7. de woning dient te zijn gelegen buiten een milieucirkel;
-
8. de nieuwe woning dient te voldoen aan de geldende geluidsnormering;
-
9. per wooneenheid mag maximaal 60 m² aan bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd c.q. aanwezig zijn;
-
10. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van:
- de woonsituatie
- het straat- en bebouwingsbeeld
- de verkeersveiligheid
- de sociale veiligheid
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
-
11. verzekerd is dat gelijktijdig elders in de regio minimaal één woning wordt afgebroken.
5.7.4 Wijzigen bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij ten behoeve van een niet agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in:
-
1. de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van de vestiging van een niet agrarisch bedrijf in de categorie 1 en 2 conform de Lijst van bedrijfsactiviteiten in bijlage 3;
-
2. de gebiedsbestemming waarin het bestemmingsvlak ligt,
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. aangetoond wordt dat het gebruik als agrarisch bedrijf redelijkerwijs niet meer rendabel is;
-
b. het agrarisch bedrijf dient te zijn beëindigd;
-
c. de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedraagt na wijziging maximaal 2.500 m², met dien verstande dat uitsluitend het deel van het perceel met de voor het bedrijf benodigde bedrijfsgebouwen en de daarbij behorende bedrijfswoning en bijbehorend erf/tuin mag worden gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf'. De resterende grond moet gelijktijdig worden gewijzigd in de gebiedsbestemming waarin het bestemmingsvlak ligt;
-
d. de wijziging milieuhygiënisch aanvaardbaar is en geen belemmering oplevert voor nabijgelegen functies;
-
e. het hergebruik mag zich uitsluitend beperken tot de voormalige agrarische bedrijfslocatie;
-
f. hergebruik mag uitsluitend plaatsvinden binnen de bestaande bebouwingsmassa;
-
g. overtollige bedrijfsbebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument dan wel een cultuurhistorisch waardevol gebouw betreft;
-
h. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
-
i. het nieuwe bedrijf dient landschappelijk goed te worden ingepast met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
5.7.5 Wijzigen bestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij ten behoeve van kleinschalig kamperen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming met een bouwvlak met een bestaand kleinschalig kampeerterrein te wijzigen in:
-
1. de bestemming 'Recreatie' met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig kamperen';
-
2. de gebiedsbestemming waarin het bestemmingsvlak ligt;
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. aangetoond wordt dat het gebruik als agrarisch bedrijf redelijkerwijs niet meer rendabel is;
-
b. het agrarisch bedrijf dient te zijn beëindigd;
-
c. uitsluitend het deel van het perceel met het bestaande kampeerterrein en de voor dat terrein benodigde bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning met erf/de tuin mag worden gewijzigd in de bestemming 'Recreatie'. De resterende grond moet gelijktijdig worden gewijzigd in de gebiedsbestemming waarin het bestemmingsvlak ligt;
-
d. kenmerkende architectonische eigenschappen dienen te worden behouden;
-
e. de wijziging mag geen onevenredige beperking opleveren van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende agrarische bedrijven;
-
f. het gebruik van de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
-
g. daardoor de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
h. overtollige (bedrijfs)bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft. De oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij de woning bedraagt na wijziging maximaal 150 m², behoudens monumentale bebouwing;
-
i. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders;
-
j. per kleinschalig kampeerterrein zijn maximaal 15 kampeermiddelen toegestaan;
-
k. de exploitanten van het kleinschalig kampeerterrein moeten hoofdbewoner zijn en er daadwerkelijk wonen;
-
l. de parkeerbalans in de directe omgeving niet nadelig wordt beïnvloed;
-
m. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
-
n. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, archeologische en/of abiotische waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
o. er geen onevenredige verkeerskundige effecten ontstaan;
-
p. er zorg gedragen wordt voor een goede landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders;
-
q. aangetoond wordt dat het gebruik als agrarisch bedrijf redelijkerwijs niet meer rendabel is;
-
r. het aantal woningen mag niet toenemen.
De gronden die op grond van het bepaalde in 3.5.1 in gebruik zijn als (onderdeel van) een terrein voor kleinschalig kamperen ten behoeve van de inrichting dienen in het wijzigingsplan te worden opgenomen binnen het bestemmings- en bouwvlak.