direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen
Plan: Buitengebied Sittard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BUITENGSITTARD-VA01

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep of bedrijf aan huis;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'antennemasten', zoekgebied voor het plaatsen van antennemasten. de regels in artikel 42.1 zijn van toepassing;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'beekdal', een beekdal. De regels in artikel 42.2 dienen in acht te worden genomen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'erosiegebied', erosiegebied. De regels in artikel 42.4 dienen in acht te worden genomen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'recreatief netwerk', een recreatief netwerk. De regels in artikel 42.11 zijn van toepassing;

met de daarbijbehorende:

  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. paardenbakken ten behoeve van het hobbymatig houden van dieren.
19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

19.2.2 Woning
  • a. per bouwvlak is één woning toegestaan;
  • b. de inhoud van de woning mag niet meer dan 850 m3 exclusief onderkeldering bedragen;
  • c. onderkeldering is alleen toegestaan direct onder de contouren van de woning en/of de bijbehorende bouwwerken;
  • d. de maximale goothoogte van de woning bedraagt 6,5 meter en de maximale bouwhoogte 11 meter, tenzij op de verbeelding een andere goot- en nokhoogte is aangegeven;
  • e. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • f. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.
19.2.3 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd in het achtererfgebied, met uitzondering van overkappingen voor de voorgevelrooilijn als bedoeld onder g.;
  • b. de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 70 m²;
  • c. de maximale goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 3,3 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt 6 meter;
  • e. de afstand tussen hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 15 meter bedragen;
  • f. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke, mits:
    • 1. de diepte maximaal 1,5 meter bedraagt;
    • 2. de breedte maximaal 50% van de breedte van de voorgevel van de woning bedraagt;
    • 3. de goothoogte maximaal gelijk is aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,30 meter;
    • 4. de afstand tot de perceelsgrens aan de zijde van de weg minimaal 3,5 meter bedraagt.
  • g. overkappingen voor de voorgevel, gebouwd aan andere bijbehorende bouwwerken, zijn toegestaan, mits de afstand aan de voorzijde tot aan de perceelsgrens aan de zijde van de weg minimaal 3,5 meter bedraagt.
19.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd in het achtererfgebied, behoudens erf- en terreinafscheidingen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte in het achtererfgebied maximaal 2 meter bedraagt en waarvan de bouwhoogte in het voorerfgebied maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. vlaggen-, reclame- en lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 12 meter bedraagt;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen;
  • d. per woning is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, mits de afstand van de woning tot het zwembad maximaal 15 meter bedraagt en de oppervlakte maximaal 15 m² bedraagt.
19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
  • f. in het belang van een goede landschappelijke inpassing;
  • g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).
19.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.3 voor het vergroten van de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 100 m²;
  • b. de bebouwing dient landschappelijk goed te worden ingepast met gebiedseigen beplanting, een en ander ter beoordeling van het bevoegd gezag.
19.5 Specifieke gebruiksregels
19.5.1 Beroep of bedrijf aan huis

Een beroep of bedrijf aan huis, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 4 bij deze regels) of hiermee -ter beoordeling van burgemeester en wethouders- naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • b. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
  • c. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
  • d. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
  • e. maximaal 40 % van de begane grondvloeroppervlakte en de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven met een maximum van 50 m²;
  • f. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van het perceel;
  • g. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • h. in voldoende mate op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • i. de bedrijvigheid niet vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantast;
  • j. het geen activiteiten betreft die in de regel worden uitgeoefend in winkelpanden of op een industrieterrein;
  • k. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  • l. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  • m. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan;
  • n. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens een beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep/bedrijf als ondergeschikte nevenactiviteit.
19.5.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. als geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. voor bedrijfsmatige activiteiten, behoudens het bepaalde in 19.5.1;
  • c. voor detailhandel, behoudens het bepaalde in 19.5.1;
  • d. als seksinrichtingen;
  • e. als staan- of ligplaats voor ondrkomens en/of kampeermiddelen;
  • f. voor verblijfsrecreatie;
  • g. als sport- en wedstrijdterrein, parkeerterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
  • h. voor het beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport, het houden van wedstrijden met motorvoertuigen;
  • i. voor het racen of crossen met motorvoertuigen;
  • j. voor horeca;
  • k. voor opslag van goederen en materialen, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • l. voor permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • m. voor bewoning als afhankelijke woonruimte.
19.6 Afwijken van de gebruiksregels
19.6.1 Bed & Breakfast

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.5.2 voor het exploiteren van een bed & breakfast, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de woning waarin het bed & breakfast wordt aangeboden, dient een voor wonen bestemd hoofdgebouw te zijn;
  • b. de exploitanten van het bed & breakfast moeten hoofdbewoner zijn en er daadwerkelijk wonen;
  • c. de kamers waarin het bed & breakfast wordt aangeboden maken deel uit van het hoofdgebouw of van vrijstaande of aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
  • d. alleen bijbehorende bouwwerken die op niet meer dan 15 meter afstand van de woning liggen mogen worden gebruikt voor bed & breakfast;
  • e. maximaal 25% van het bewoonde oppervlak mag ingericht worden voor deze voorziening, met dien verstande dat maximaal vier slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden gerealiseerd; ;
  • f. er mogen maximaal vier slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden gerealiseerd;
  • g. er mogen geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
  • h. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet nadelig worden beïnvloed;
  • i. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • j. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed & breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning.
19.6.2 Bewoning als afhankelijke woonruimte

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.5.2 voor bewoning als afhankelijke woonruimte, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bewoning dient noodzakelijk te zijn uit een oogpunt van mantelzorg;
  • b. er mag geen tweede woning ontstaan;
  • c. per woning kan maar éénmaal gebruik worden gemaakt van de inwoningsregeling;
  • d. een eigen voordeur aan de voor- of zijgevel is niet toegestaan;
  • e. alle bijbehorende bouwwerken en verbouwingen dienen te voldoen aan de ten tijde van de aanvraag geldende eisen van het bouwbesluit en de bouwverordening;
  • f. er mogen geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
  • g. ten behoeve van de inwoning mag geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen worden aangelegd. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande aansluiting;
  • h. na beëindiging van de situatie dient het gebruik als afhankelijke woonruimte te worden beëindigd en kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekken;
  • i. het gedeelte dat ten behoeve van inwoning wordt gebruikt, dient aansluitend aan de woning een onderlinge verbinding te hebben met de woning, niet zijnde een verbinding buitenom.