direct naar inhoud van Artikel 37: Algemene afwijkingsregels
Plan: Veenhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2010BP022-vg02

Artikel 37: Algemene afwijkingsregels

37.1. Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de bestemmingsregels in die zin dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • b. de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  • c. de bestemmingsregels in die zin dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
    • 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m³ bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van het gebouwtje niet meer dan 3 m bedraagt;
  • d. de bestemmingsregels ten aanzien van de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij (bedrijfs-)woningen in die zin dat de oppervlakte wordt vergroot tot ten hoogste 80 m², mits wordt aangetoond dat deze grotere oppervlakte noodzakelijk is voor de woonfunctie, vanuit een oogpunt van bijvoorbeeld medische redenen of levensloop bestendig wonen;
  • e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in die zin dat de bouwhoogte van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40 m.
37.2. Toetsingscriteria

Een in lid 37.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Beschermd dorpsgezicht;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de woonsituatie;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.