direct naar inhoud van Artikel 12: Hoofdstructuur
Plan: Veenhuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1699.2010BP022-vg02

Artikel 12: Hoofdstructuur

12.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Hoofdstructuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en herstel van het regelmatige patroon en de inrichting van de lineaire landschappelijke hoofdstructuur;

alsmede voor:

  • b. monumenten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  • c. de instandhouding van de bestaande karakteristieke vorm van de bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • d. recreatief medegebruik;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. wijken en waterlopen;
  • f. laanbeplanting en bebossing;
  • g. wegen en paden;
  • h. (openbare) groenvoorzieningen;
  • i. (openbare) nutsvoorzieningen;
  • j. parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • k. tuinen en erven;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2. Bouwregels
12.2.1. Algemeen

De hoogte van bouwwerken bedraagt, in afwijking van het gestelde onder 12.2.3, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' en 'karakteristiek' niet meer dan de bestaande hoogte.

12.2.2. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

12.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van afscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. er mogen geen overkappingen worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken ten dienste van de geleiding, beveiliging of regeling van het verkeer bedraagt ten hoogste 12 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
12.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:

  • a. de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Beschermd dorpsgezicht;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de woonsituatie;
  • g. de sociale veiligheid;
  • h. de externe veiligheid.
12.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het inrichten van de gronden in afwijking van het ter plaatse van het figuur 'dwarsprofiel' aangegeven profiel.
12.5. Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1. Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.4 in die zin dat wordt afgeweken van het aangegeven dwarsprofiel.

12.5.2. Toetsingscriteria

De in lid 12.5.1 genoemde omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend, mits bijdragend aan een cultuurhistorisch waardevol profiel als omschreven in bijlage 1 van de toelichting.

12.6. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.6.1. Vergunningplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijn, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het verrichten van graafwerkzaamheden;
  • b. het aanbrengen van verhardingen;
  • c. het graven of dempen van wijken en waterlopen;
  • d. het vellen of rooien van boombeplanting.
12.6.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 12.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
12.6.3. Toetsingscriteria

De werken en werkzaamheden als bedoeld in 12.6.1. zijn slechts toelaatbaar indien door de werken en werkzaamheden, dan wel de gevolgen daarvan, geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van het regelmatige patroon van de lineaire landschappelijke hoofdstructuur en de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Beschermd dorpsgezicht.

12.7. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
12.7.1. Vergunningplicht

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', is het verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken.
12.7.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 12.7.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
12.7.3. Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning mag uitsluitend worden verleend indien:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische, ruimtelijke en natuurlijke waarden van het Beschermd dorpsgezicht;
  • b. de karakteristieke vorm niet langer aanwezig is en zonder ingrijpende wijzigingen aan het bouwwerk niet kan worden hersteld;
  • c. de karakteristieke vorm in redelijkheid niet te handhaven is;
  • d. het delen betreft van een bouwwerk die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken, en door sloop van deze delen geen onevenredige aantasting van de karakteristieke vorm plaatsvindt.