direct naar inhoud van Artikel 20 Water - Rivier
Plan: Venlo-Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0983.BPL2009011-VA01

Artikel 20 Water - Rivier

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Rivier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de scheepvaart;
  • b. de beheersing van de waterstand en de stroomvoerende functie van de rivier de Maas;
  • c. het behoud en herstel van natuurwaarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'brug' een brug voor wegverkeer, railverkeer en langzaamverkeer;

met de daarbij behorende:

  • e. lichten en bakens ten behoeve van de scheepvaart;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

20.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'brug' niet meer dan 20 m bedragen.
20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ten behoeve van het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden;
  • b. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • c. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het stapelen, storten of neerleggen van grond, bagger, specie, puin of andere zinkende stoffen;
  • b. ontgrondingen te verrichten;
  • c. het aanbrengen van constructies, installaties of apparatuur, steigers inbegrepen, voor zover niet als bouwwerk aan te merken.

20.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 20.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.

20.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 20.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien gehoord de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat, door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in lid 20.1 genoemde functies van deze gronden niet wezenlijk worden of kunnen worden aangetast.