direct naar inhoud van Artikel 10 Horeca
Plan: Boxtel-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.BP06noord2010-ONH1

Artikel 10 Horeca

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van horecavoorzieningen met uitzondering van coffeeshops, automatenhallen, discotheken, hotels en nachtclubs;
  • b. gebouwen ten behoeve van een hotel ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van horeca - hotel” op de verbeelding;
  • c. bedrijfswoningen, indien en voor zover de gronden zijn voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning” op de verbeelding;
  • d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen;


met daaraan ondergeschikt:

  • e. parkeervoorzieningen;


met de daarbij behorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

10.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw mag uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd tenzij op de verbeelding een maximum aantal vierkante meters aan bruto vloeroppervlak is aangegeven;
  • c. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding in het bouwvlak aangegeven goothoogte bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding “bijgebouwen” mag de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan de op de verbeelding aangegeven oppervlakte aan vierkante meters bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal hotelkamers” op de verbeelding mogen maximaal vijf tweepersoonskamers worden gebouwd.


10.2.2 Voor het bouwen van de in lid 10.1 onder c genoemde bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” op de verbeelding;
  • b. binnen een gebied met de aanduiding ´bedrijfswoning´ mag maximaal 1 bedrijfswoning worden gerealiseerd;
  • c. de op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan bestaande bedrijfswoning mag worden gehandhaafd, hersteld of vervangen mits de inhoud ervan niet wordt vergroot. De voorgaande volzin is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.


10.2.3 Voor het bouwen van de in lid 10.1 onder d genoemde aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd mits de aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten minste 3 meter achter de voorgevel(rooilijn) van de horecabebouwing of van de bedrijfswoning worden gesitueerd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m2 ;
  • c. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 3,50 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 5 meter bedragen;


10.2.4Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.

10.3 Nadere eisen

10.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie; en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.


10.3.2 Bij toepassing van het bepaalde in lid 10.3.1 is het bepaalde in artikel 30, lid 2 van toepassing.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 31, lid 1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en gebouwen als coffeeshops, automatenhallen, discotheken, hotels en nachtclubs met uitzondering van het bepaalde in lid 10.1 onder b;
  • b. woondoeleinden behoudens de bedrijfswoningen;
  • c. de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 10.1 is toegestaan;
  • d. de uitoefening van een seksinrichting.