direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - Dijkwoning
Plan: Oude Kom Volendam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOudeKomVolendam-vg01

Artikel 15 Wonen - Dijkwoning

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Dijkwoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. een aan-huis-verbonden beroep;
    • 2. een bed & breakfast;
    • 3. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', verkoop uitsluitend op keldernivo;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • c. bijbehorende bouwwerken;

met daaraan ondergeschikt,

  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. water;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende,

  • j. tuinen, erven en terreinen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2.2 Bouwregels voor gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. gebouwen worden gebouwd in de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • c. per bouwvlak mag het aantal woningen niet meer of minder bedragen dan het aantal dat aanwezig was op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan of wanneer het een bouwvlak betreft waar nog geen woning aanwezig was mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 60 graden en niet minder dan 50 graden bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' dient een vrije hoogte van minimaal 2,5 m, gemeten vanaf van het maaiveld en de onderkant van de overbouwing, aanwezig te zijn.
  • g. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan binnen de grenzen van het bouwvlak;
  • h. ondergronds bouwen mag in één bouwlaag tot een maximale verticale diepte van 3,5 m.

15.2.3 Bouwregels voor bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het achtererfgebied;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied met een maximum van 40 m²;
  • c. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak mag ten hoogste 3 m, bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak mag ten hoogste 0,3m bedragen boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • e. de breedte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 50% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder c geldt voor bijbehorende bouwwerken binnen een afstand van 2,5 m vanaf het bouwvlak een bouwhoogte van 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder e mogen aangebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, over een diepte van 2,5 m, gemeten vanuit het bouwvlak over de volle gevelbreedte van het hoofdgebouw worden gebouwd;

Specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing

  • h. in afwijking van het bepaalde onder b, e, f en g zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing 1' uitsluitend bijbehorende bouwwerken toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan tot een diepte van 3 m, gemeten vanaf het bouwvlak;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 3. in afwijking van het bepaalde onder 2 is over een breedte van 50% van het hoofdgebouw een bouwhoogte toegestaan van ten hoogste 0,3m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw.

15.2.4 Bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. balkons zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van een 'frans balkon';
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing 1' na een diepte van 3 m, gemeten vanaf het bouwvlak uitsluitend een balkon tot een maximale diepte van 1 m en een trapopgang toegestaan;
  • c. de bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gemeten vanaf het maaiveld mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 2 m voor erfafscheidingen;
    • 2. 2 m voor tuinmeubilair;
    • 3. 5 m voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van nutsvoorzieningen;
    • 4. 5 m voor antenne-installaties op bouwwerken, niet zijnde schotelantennes;
    • 5. 6 m voor vlaggenmasten;
    • 6. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • d. de bouwhoogte van balkon- en dakterrashekken mag niet meer bedragen dan 1,2 m.

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde onder 15.2.2 onder c voor het samenvoegen van maximaal 2 woningen, onder voorwaarde dat de bestaande verschijningsvorm en daarmee de kleinschaligheid blijft behouden.
  • b. het bepaalde onder 15.2.3 onder c voor de bouw van een kap op een bijbehorend bouwwerk tot een bouwhoogte van maximaal 5 m en een goothoogte van maximaal 3 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de sociale veiligheid.

15.5 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 15.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijven is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de vloeroppervlak voor aan-huis-verbonden beroepen in de woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 20m²;
    • 2. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 3. detailhandelactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het beroep gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep;
    • 4. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat diegene die de ac-tiviteiten in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is;
    • 5. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
  • c. de uitoefening van een 'bed & breakfast' is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de woning dient in overwegende mate haar woonfunctie te behouden;
    • 2. het gebruik van 'bed & breakfast is uitsluitend in het hoofdgebouw toegestaan;
    • 3. het gebruik van 'bed & breakfast' dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is een personeel in dienst heeft;
    • 4. de kamers mogen niet als zelfstandige wooneenheid functioneren;
    • 5. maximaal 45% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw mag ten behoeve van een 'bed & breakfast' in gebruik zijn;
    • 6. ´bed & breakfast' mag aan maximaal 10 personen worden aangeboden;
    • 7. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonende en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
    • 8. het gebruik is recreatief, met dien verstande dat permanente bewoning, en het huisvesten van arbeiders voor tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid niet is toegestaan;
    • 9. er mogen geen andere horeca-activiteiten plaatsvinden dan het verstrekken van logies en ontbijt.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 15.5 voor:

  • a. de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijven, met in achtneming van de volgende regels:
    • 1. de vloeroppervlak van aan-huis-verbonden bedrijven in de woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 20m²;
    • 2. de woonfunctie als hoofddoel en primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 3. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 4. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 5. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het bedrijf gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden bedrijf;
    • 6. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat diegene die de activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is en geen personeel in dienst heeft;
    • 7. het gebruik mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige toename van de parkeerdruk op de openbare ruimte.
    • 8. bedrijfsactiviteiten die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op grond van de Wabo of andere milieuwetgeving zijn niet toegestaan;
    • 9. er vindt slechts een beperkt cliëntenbezoek aan huis plaats;
    • 10. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
  • b. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen tot een maximale vloeroppervlak van 35m², met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de woonfunctie als hoofddoel en primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 4. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep;
    • 5. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat de hoofdbeoefenaar die de activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is;
    • 6. het gebruik mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige toename van de parkeerdruk op de openbare ruimte.
    • 7. het gebruik dient vanuit milieuhygienisch oogpunt inpasbaar te zijn;
    • 8. er vindt slechts een beperkt cliëntenbezoek aan huis plaats;
    • 9. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.