direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Oude Kom Volendam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0385.bpOudeKomVolendam-vg01

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    • 1. een aan-huis-verbonden beroep;
    • 2. een bed & breakfast;
  • b. ter plaatse van de aanduiding ´dienstverlening´, mede voor dienstverlening;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. ter plaatse van de aanduiding ´garage´, uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;

met daaraan ondergeschikt,

  • e. wegen en paden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. water;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende,

  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2.2 Bouwregels voor gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. gebouwen worden gebouwd in de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • c. per bouwvlak mag het aantal woningen niet meer of minder bedragen dan het aantal dat aanwezig was op het moment van ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan of wanneer het een bouwvlak betreft waar nog geen woning aanwezig was mag het aantal woningen niet meer bedragen dan één;
  • d. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 60 graden en niet minder dan 50 graden bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding ´nokrichting´ dient de bestaande nokrichting in de vorm van een langskap behouden te blijven;
  • g. ter plaatse van de aanduiding ´specifieke bouwaanduiding - overbouwing´ dient een vrije hoogte van minimaal 2,5 m, gemeten vanaf het maaiveld en de onderkant van de overbouwing, aanwezig te zijn.
  • h. ondergronds bouwen is uitsluitend toegestaan binnen de grenzen van het bouwvlak;
  • i. ondergronds bouwen mag in één bouwlaag tot een maximale verticale diepte van 3,5 m.

14.2.3 Bouwregels voor bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het achtererfgebied;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied met een maximum van 40 m²;
  • c. de bouwhoogte mag ten hoogste 3 m bedragen, mits het bijbehorende bouwwerk binnen het bouwvlak met de aanduiding ´garage´ wordt gebouwd, waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ´maximale goot- en bouwhoogte´ is aangegeven;
  • d. de breedte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 50% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mogen aangebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, voor zover niet gelegen binnen de aanduiding ´doolhof´, over een diepte van 2,5 m, gemeten vanuit het bouwvlak over de volle gevelbreedte van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder c mogen bestaande kappen op bijbehorende bouwwerken gehandhaafd blijven;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder c geldt voor bijbehorende bouwwerken binnen de aanduiding ´doolhof´ een maximale goothoogte van 3 m en een maximale bouwhoogte van 5 m;
  • h. bijbehorende bouwwerken binnen de aanduiding ´doolhof´ mogen uitsluitend met een kap worden afgedekt, waarvan de dakhelling niet meer bedraagt dan 60 graden en niet minder dan 20 graden.

Specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing

  • i. in afwijking van het bepaalde onder c en e is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing 1' een aangebouwd bijbehorend bouwwerk toegestaan met een maximale goothoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' en een maximale dakhelling zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale dakhelling';
  • j. in afwijking van het bepaalde onder c en e is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing 2' een aangebouwd bijbehorend bouwwerk toegestaan met een maximale bouwhoogte zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • k. in afwijking van het bepaalde onder c en e is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende erfbebouwing 3' een aangebouwd bijbehorend bouwwerk toegestaan met een maximale goothoogte van 3,8 m en een maximale bouwhoogte van 6,6 m, afgedekt met een zadeldak haaks op het hoofdgebouw;
  • l. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken onder i, j en k behoeven niet te worden meegerekend bij de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, zoals bepaald onder b.

14.2.4 Bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. balkons zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van een ´frans balkon´;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 2 m voor erfafscheidingen, tenzij gericht naar het openbaar gebied binnen het cultuurhistorisch attentiegebied, waarbij een maximale bouwhoogte van 1 m geldt;
    • 2. 2 m voor tuinmeubilair;
    • 3. 5 m voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van nutsvoorzieningen;
    • 4. 5 m voor antenne-installaties op bouwwerken, niet zijnde schotelantennes;
    • 5. 6 m voor vlaggenmasten;
    • 6. 1,2 m voor balkon- en dakterrashekken;
    • 7. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. het bepaalde onder 14.2.2 onder c voor het samenvoegen van maximaal 2 woningen, onder voorwaarde dat de bestaande verschijningsvorm en daarmee de kleinschaligheid blijft behouden.
  • b. het bepaalde onder 14.2.3 onder c voor de bouw van een kap op een bijbehorend bouwwerk tot een bouwhoogte van maximaal 5 m en een goothoogte van maximaal 3 m, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de bezonning, privacy en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de sociale veiligheid.
14.5 Specifieke gebruiksregels

Voor de in lid 14.1 genoemde gronden gelden de volgende gebruiksbepalingen:

  • a. de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijven is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen is toegestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
    • 1. de vloeroppervlak voor aan-huis-verbonden beroepen in de woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 20m²;
    • 2. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 3. detailhandelactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het beroep gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep;
    • 4. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat diegene die de activiteiten in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is;
    • 5. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
  • c. de uitoefening van een 'bed & breakfast' is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de woning dient in overwegende mate haar woonfunctie te behouden;
    • 2. het gebruik van 'bed & breakfast is uitsluitend in het hoofdgebouw toegestaan;
    • 3. het gebruik van 'bed & breakfast' dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is een personeel in dienst heeft;
    • 4. de kamers mogen niet als zelfstandige wooneenheid functioneren;
    • 5. maximaal 45% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw mag ten behoeve van een 'bed & breakfast' in gebruik zijn;
    • 6. ´bed & breakfast' mag aan maximaal 10 personen worden aangeboden;
    • 7. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonende en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
    • 8. het gebruik is recreatief, met dien verstande dat permanente bewoning, en het huisvesten van arbeiders voor tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid niet is toegestaan;
    • 9. er mogen geen andere horeca-activiteiten plaatsvinden dan het verstrekken van logies en ontbijt.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 14.5 voor:

  • a. de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijven, met in achtneming van de volgende regels:
    • 1. de vloeroppervlak van aan-huis-verbonden bedrijven in de woning en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 20m²;
    • 2. de woonfunctie als hoofddoel en primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 3. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 4. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 5. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop van aan het bedrijf gerelateerde producten en ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden bedrijf;
    • 6. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat diegene die de activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning is en geen personeel in dienst heeft;
    • 7. het gebruik mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige toename van de parkeerdruk op de openbare ruimte.
    • 8. bedrijfsactiviteiten die vergunnings- of meldingsplichtig zijn op grond van de Wabo of andere milieuwetgeving zijn niet toegestaan;
    • 9. er vindt slechts een beperkt cliëntenbezoek aan huis plaats;
    • 10. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
  • b. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen tot een maximale vloeroppervlak van 35m², met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de woonfunctie als hoofddoel en primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. horeca-activiteiten zijn niet toegestaan;
    • 4. detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan, met uitzondering van een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep;
    • 5. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat de hoofdbeoefenaar die de activiteit in de woning of in een bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens een in de Gemeentelijke Basisadministratie ingeschreven bewoner van de woning;
    • 6. het gebruik mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer, dan wel tot een onevenredige toename van de parkeerdruk op de openbare ruimte.
    • 7. het gebruik dient vanuit milieuhygienisch oogpunt inpasbaar te zijn;
    • 8. er vindt slechts een beperkt cliëntenbezoek aan huis plaats;
    • 9. reclame-uitingen zijn niet toegestaan.