Plan: | Uitbreiding VDL Nedcar |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9931.VDLNedcar-VG01 |
het inpassingsplan Uitbreiding VDL Nedcar met identificatienummer NL.IMRO.9931.VDLNedcar-VG01 van de provincie Limburg.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland.
in een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau- en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden.
door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vermoed wordt dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.
bedrijven waarvan de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op de productie van auto's of andere motorvoertuigen, bestaande uit:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoensarbeiders.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot de beroepsmatige activiteiten, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat op kleine schaal in een woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse en die zijn opgenomen in Bijlage 5 Overzicht beroep of bedrijf aan huis.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse en dat is opgenomen in Bijlage 5 Overzicht beroep of bedrijf aan huis.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het plegen van ingrepen die de bestemming van de grond veranderen en/of waardoor het grondwaterpeil verandert of het uitvoeren van grondbewerkingen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
holle buis voor het doorstromen van gassen, vloeistoffen of capsules, bestemd om hetzij een gas, een vloeistof of capsules te transporteren, hetzij een vloeistof als intermediair te gebruiken voor het transport van warmte of een opgeloste of verpulverde stof.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur waaronder monumenten.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover het inpassingsplan die inrichting niet verbiedt.
een publieksgerichte activiteit die een bijdrage levert aan het culturele, sociale en/of sportieve leven.
alle vormen van recreatief medegebruik die wat betreft hun lage intensiteit, beperkte omvang en frequentie inpasbaar zijn en gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en vissen.
beplanting met de kwaliteit die van nature voorkomt in een gebied.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
zone rond een industrieterrein waarbuiten de geluidbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
een inrichting waarbij ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan of inpassingsplan een zone moet worden vastgesteld, waarbuiten de geluidbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
een steile rand, al dan niet begroeid met bos of struikgewas op hellingen.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een uitkijkpunt in de natuur voor het waarnemen en/of afschieten van wild.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
de bewoning van een woning door:
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen.
de bedrijfsmatige verhuur van onzelfstandige woonruimten binnen een bestaand (woon)gebouw niet bestemd voor recreatieve bewoning.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde van weg- of waterbouwkundige aard, zoals een brug, een viaduct, een duiker, een keerwand, beschoeiing of een kademuur.
bouwwerken of andere werken met een maximale hoogte van 1,5 meter, overwegend voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend of ander beschermend materiaal die dienen tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, groenten, bloemen, bloembollen, planten of bomen alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen.
het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing, infrastructuur en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing en nieuwe infrastructuur die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap.
bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit, bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige biotopen, bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
een bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
een omheind stuk land, bedoeld voor het trainen en africhten van paarden waarop met paarden wordt gereden voor bedrijfsmatig of recreatief gebruik.
bedrijfsactiviteiten in de automotive industrie die direct betrekking hebben op het vervaardigen van motorvoertuigen, waarbij de samenstelling, de vorm en/of het uiterlijk van de te vervaardigen motorvoertuigen worden gewijzigd. Hieronder vallen de volgende activiteiten:
Aan de productieactiviteiten verbonden activiteiten, waaronder opslag van grondstoffen en materialen, stalling en transport van geproduceerde motorvoertuigen en logistieke activiteiten, en ondersteunende activiteiten, waaronder kantooractiviteiten en administratieve activiteiten, worden niet als productieactiviteiten voor het vervaardigen van motorvoertuigen aangemerkt.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, assemblage daaronder niet begrepen.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde en/of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan of inpassingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
overdekte ruimte, aan maximaal drie zijden omsloten door wanden, waarvan dieren gebruik moeten kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter. In de schuilgelegenheid is geen opslag toegestaan.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
in de vorm van:
bedrijven waarvan de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op het produceren of assembleren van onderdelen ten behoeve van de automotive industrie of op het verrichten van ondersteunende activiteiten voor de automotive industrie, waaronder logistieke activiteiten, het transport van geproduceerde motorvoertuigen en het opslaan en distribueren van grondstoffen en materialen die worden gebruikt in de automotive industrie.
vormen van recreatie die hoofdzakelijk gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het verkopen en leveren van roerende goederen die niet ter plaatse worden geconsumeerd of gebruikt.
overdekte ruimte, aan maximaal drie zijden omsloten door wanden, waarin voer is opgeslagen voor dieren met als doel de instandhouding van het wild.
schuinstaand voederrek voor dieren ten behoeve van de instandhouding van het wild.
deel van het erf dat geen onderdeel uitmaakt van het achtererfgebied, zijnde het erf vóór de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
de gevel aan de voorzijde van een gebouw gerelateerd aan de grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, tot aan de perceelsgrenzen.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van de berging en/of infiltratie van hemelwater, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
bewonen van een woning uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen/oprichten van hagelnetten, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen van een hoogzit ten behoeve van de uitoefening van de jacht of natuurstudie, mits de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen van schuilgelegenheden voor het hobbymatig houden van dieren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen van een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het realiseren/aanleggen van tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen zoals het gebruik van landbouwplastic is toegestaan, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 3.5.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.5.1 wordt slechts verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor het bouwen/oprichten van hagelnetten, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor het bouwen van een hoogzit ten behoeve van de uitoefening van de jacht of natuurstudie, mits de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor het bouwen van schuilgelegenheden voor het hobbymatig houden van dieren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 voor het bouwen van een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het realiseren/aanleggen van tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen zoals het gebruik van landbouwplastic is toegestaan, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 4.5.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.5.1 wordt slechts verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in 4.1 genoemde waarden van de gronden, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen en, wanneer mogelijk, een positieve bijdrage wordt geleverd aan de aanwezige waarden.
De voor 'Bedrijf - Hoveniersbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Ondergeschikte productiegebonden detailhandel is toegestaan tot een verkoopvloeroppervlak van maximaal 25% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m2.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.1 onder a voor het bouwen van een parkeergarage buiten het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De gronden en gebouwen binnen deze bestemming mogen uitsluitend worden gebruikt voor zover dat in overeenstemming is met het project zoals vergund in de als Bijlage 1 opgenomen vergunning Wet natuurbescherming.
De noordelijke toegang tot de bestemming 'Bedrijventerrein - 1', zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - noordelijke toegang', mag uitsluitend worden gebruikt onder de volgende voorwaarden:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 10.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 10.4.1 wordt slechts verleend indien door de uitvoering van de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in 10.1 genoemde waarden van de gronden, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen en, wanneer mogelijk, een positieve bijdrage wordt geleverd aan de aanwezige waarden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De aanleg van nieuwe wegen binnen deze bestemming is uitsluitend toegestaan indien dat in overeenstemming is met het project zoals vergund in de als Bijlage 1 opgenomen vergunning Wet natuurbescherming.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2.2 voor het vergroten van de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken tot ten hoogste 100 m2 mits de bebouwing landschappelijk goed wordt ingepast met gebiedseigen beplanting, een en ander ter beoordeling van het bevoegd gezag.
Een beroep of bedrijf aan huis, als opgenomen in Bijlage 5 Overzicht beroep of bedrijf aan huis of hiermee - ter beoordeling van het bevoegd gezag - naar aard en omvang gelijk te stellen beroep of bedrijf, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.4.2 voor het exploiteren van een bed and breakfast, mits:
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van brandstof ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof', met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze gronden geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de aanleg en het beheer van de in 14.1 genoemde leiding.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 14.5.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 14.5.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas', met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze gronden geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de aanleg en het beheer van de in 15.1 genoemde leiding.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 15.5.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 15.5.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een hoogspanningsleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding' met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze gronden geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 16.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.4.1 wordt slechts verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' te laten vervallen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:'
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van rioolwater ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool', met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze gronden geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de aanleg en het beheer van de in 17.1 genoemde leiding.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 17.5.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 17.5.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van water ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - water', met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze gronden geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de aanleg en het beheer van de in 18.1 genoemde leiding.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 18.5.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 18.5.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor bescherming van de archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Voor het bouwen binnen de overige bestemmingen van deze gronden zijn de desbetreffende regels behorende bij die bestemmingen van toepassing, met dien verstande dat, indien de bodemverstoring als gevolg van het bouwen dieper is dan 0,40 meter onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 500 m², de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport dient te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge 20.2.2 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in 20.2.2 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde bouwwerkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 20.3.1 is niet van toepassing op:
Indien een omgevingsvergunning vereist is, de bodemverstoring als gevolg van de werken/werkzaamheden dieper is dan 40 cm onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 500 m², dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge 20.3.3 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in 20.2.2 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde werken/werkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor bescherming van de archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor bescherming van de archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het rijksmonument Kasteel Wolfrath, zijnde een historische buitenplaats bestaande uit het kasteel, het poortgebouw, de bruggen en de parkaanleg.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mag op of in deze gronden uitsluitend worden gebouwd voor zover dat nodig is voor het behoud of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande dat geen wezenlijke veranderingen mogen worden aangebracht in het stedenbouwkundig beeld, zodat dat wordt bepaald door de goot- en bouwhoogte, kapvorm, situering en gevel- en raamindeling van de bestaande bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 23.4.1 is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 23.4.1 wordt slechts verleend indien:
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en het beheer en onderhoud van een watergang.
In afwijking van het bepaalde krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen of in deze gronden geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de aanleg en het beheer van de in 24.1 genoemde watergang.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Het bepaalde in deze regels omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse gebouwen niet meer dan 8 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.1.2 voor het bouwen van ondergrondse gebouwen met een verticale diepte van maximaal 10 meter, onder de voorwaarden dat:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, (luchtbehandelings)installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen, escortbedrijven en raam- en straatprostitutie.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn mede aangewezen voor de geluidzone van een industrieterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, in aanvulling op het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gebouwd of in gebruik worden genomen, tenzij:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn mede aangewezen voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de (drink)waterwinning.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - Roerdalslenk' zijn mede aangewezen voor de bescherming van de boringsvrije zone Roerdalslenk.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn mede aangewezen voor de winning van (drink)water uit het grondwater.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - industrieterrein' maken deel uit van het industrieterrein, waaromheen een geluidzone ligt als bedoeld als bedoeld in artikel 28.1.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - overlegzone drinkwaterleiding' zijn mede aangewezen als overlegzone rond een leiding voor het transport van water.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - overlegzone drinkwaterleiding' dient voorafgaand aan het uitvoeren van (bouw)werkzaamheden afstemming plaats te vinden met de leidingbeheerder over de veiligheid en over de bereikbaarheid van de drinkwaterleidingen die in deze zone zijn gelegen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn mede aangewezen voor de veiligheidszone rond een leiding voor het transport van brandstof.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' zijn mede aangewezen voor de bescherming van de verkeersveiligheid en een goede doorstroming van het verkeer op de Rijksweg A2.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, uitsluitend bouwwerken worden opgericht ten behoeve van de verkeersfunctie van de A2, waaronder bouwwerken voor geleiding van het wegverkeer, geluidwerende voorzieningen en ecologische voorzieningen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' zijn mede aangewezen voor de bescherming van de verkeersveiligheid en een goede doorstroming van het verkeer op de Rijksweg A2.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
Voor gronden waarvoor in dit plan geen enkelbestemming, maar uitsluitend de aanduiding 'geluidzone - industrie' of de aanduiding 'overige zone - geluidzone vervallen' is opgenomen, worden de bestemmingsplannen die zijn genoemd in lid 30.1.2 op de volgende wijze partieel herzien:
De partiële herziening die is geregeld in lid 30.1.1 heeft betrekking op de volgende bestemmingsplannen:
Naam | Vastgesteld |
Industriepark Swentibold/N297n* | 26 juni 2000 |
Geluidszone Industriepark Swentibold | 26 juni 2000 |
Aldenhof* | 26 juni 2000 |
Aldenhof - Marcus Aurelius* | 19 december 2012 |
Born-Buchten-Holtum* ** | 19 december 2012/13 januari 2014 |
Buitengebied Born-Geleen* ** | 27 juni 2013 |
Reststroken* ** | 29 september 2016 |
* Deze bestemmingsplannen zijn eerder partieel herzien door het facetbestemmingsplan 'Parkeren' (vastgesteld 13 september 2018) | |
** Deze bestemmingsplannen zijn eerder partieel herzien door het facetbestemmingsplan 'Begripsbepaling' (vastgesteld 7 juni 2018) |
Naam | Vastgesteld |
Stedelijk gebied* | 26 mei 2016 |
Buitengebied* | 14 december 2017 |
Fietspad Heerdstraat, Sint Joost | 11 april 2019 |
Susterderweg-Schoolstraat Nieuwstadt | 4 juni 2020 |
* Deze bestemmingsplannen zijn eerder partieel herzien door de facetbestemmingsplannen 'Cultuurhistorie Echt-Susteren' (vastgesteld 22 september 2016), 'Sport- en/of recreatieve voorzieningen' (vastgesteld 22 februari 2017) en 'Deregulering' (vastgesteld 7 november 2019) |
In afwijking van het bepaalde in artikel 3.26, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening zijn de gemeenteraden van Sittard-Geleen en Echt-Susteren vanaf de dag na inwerkingtreding van het inpassingsplan bevoegd om bestemmingsplannen vast te stellen voor de gronden waarop dit inpassingsplan betrekking heeft.
Voor zover de belangen van dubbelbestemmingen conflicteren en het naleven van de belangen die gediend zijn door de bij dat conflict betrokken dubbelbestemmingen, niet mogelijk is, wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Op de gronden binnen het grondgebied van de gemeente Sittard-Geleen gelden de volgende regels voor parkeren:
De aanwezige gronden mogen slechts worden bebouwd en/of in gebruik worden genomen en/of het gebruik van deze gronden mag enkel worden gewijzigd onder de voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en/of in stand gehouden.
Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien voldaan wordt aan het parkeer(normen)beleid van de gemeente Sittard-Geleen, getiteld 'Nota Parkeernormen Sittard-Geleen Parkeernormensystematiek', zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 15 maart 2012 en in werking getreden d.d. 9 mei 2012, met inbegrip van de daarin opgenomen ontheffingsmogelijkheden. Indien het parkeer(normen)beleid gedurende de planperiode wordt gewijzigd, is sprake van voldoende parkeergelegenheid wanneer aan dit gewijzigde beleid wordt voldaan.
Op de gronden binnen het grondgebied van de gemeente Echt-Susteren gelden de volgende regels voor parkeren:
In, op of onder gebouwen dan wel het daarbij behorende terrein dienen voldoende parkeerplaatsen voor auto's aanwezig te zijn. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan als de parkeernormen opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 4 Parkeerkencijfers gemeente Echt-Susteren worden nageleefd.
De onder a bedoelde parkeerplaatsen moeten afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien de afmetingen minimaal 1,80 m bij 5,00 m en maximaal 3,25 m bij 6,00 m bedragen.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a en onder c indien aangetoond is dat in de directe omgeving (een straal van circa 250 meter) voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan ten behoeve van een goede parkeerbalans, de verkeerssituatie en/of het stedenbouwkundig beeld.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het inpassingsplan Uitbreiding VDL Nedcar.