1. Een ruimtelijk plan bevat geen bouwmogelijkheid voor kleine windturbines in het landelijk gebied.
2. Gedeputeerde staten kunnen ontheffing verlenen van het eerste lid voor een innovatieve pilot voor:
a. kleine windturbines met een horizontale as in andere vormen dan twee of drie wieken, waaronder de zogenaamde niet-wiek turbines, en een rotordiameter van maximaal twee meter;
b. kleine windturbines met een verticale as en een rotordiameter van maximaal twee meter.
3. De in het tweede lid genoemde ontheffing kan worden verleend indien:
a. het innovatieve karakter van de pilot door de gemeente waar de pilot zal plaatsvinden, middels een rapportage aannemelijk wordt gemaakt;
b. de kleine windturbines landschappelijk zorgvuldig worden ingepast.