direct naar inhoud van 2.2 Instrumentele grenzen
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

2.2 Instrumentele grenzen

Hierbij gaat het om de vraag welke gemeentelijke beïnvloedingsmogelijkheden in het bestemmingsplan moeten worden opgenomen. Het wordt namelijk van groot belang geacht, dat er een eenduidig hanteerbaar en doelmatig bestemmingsplan tot stand komt, dat gehandhaafd en nageleefd kan worden. Om dit zoveel mogelijk te garanderen, zijn in het plan regels opgenomen waaraan de gebruikers en bewoners van het buitengebied zich dienen te houden (in de vorm van onder meer bebouwingsbepalingen, aanlegvergunningen, gebruiksbepalingen en strafbepalingen). Buiten het bestemmingsplan om zijn er dan nog de op wetten en verordeningen gebaseerde vergunningen waarmee de beleidsintenties zoals die in het bestemmingsplan zijn neergelegd, gestuurd en afgedwongen kunnen worden.

Met het oog op zowel naleving c.q. handhaving als daadwerkelijke sturing van processen in het buitengebied, is het van belang dat:

  • niet méér wordt geregeld dan noodzakelijk is voor een praktisch hanteerbaar plan;
  • in het bestemmingsplan met name dié zaken worden geregeld waarop daadwerkelijk invloed kan worden uitgeoefend, zoals nieuwbouw, functietoekenning (welk stuk grond krijgt welke bestemming), functiewijziging (in welke gevallen en op welke wijze kan een bestemming worden veranderd), ruimtelijke hoofdvorm van bebouwing, e.d.;
  • er geen zaken worden geregeld waarvoor anderszins al wetgeving of verordeningen bestaan, zoals ten aanzien van het milieubeleid (bijvoorbeeld in het kader van de Ammoniakwetgeving) en waterbeleid (bijvoorbeeld in de vorm van peilbesluiten);
  • in zijn geheel een flexibel bestemmingsplan ontstaat waarmee het gemeentebestuur in staat is op ontwikkelingen in te spelen en/of deze te begeleiden;
  • er een inzichtelijk en eenvoudig te hanteren bestemmingsplan ontstaat dat gehandhaafd en nageleefd kan worden.