direct naar inhoud van Artikel 23 Maatschappelijk - Dorpshuis
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

Artikel 23 Maatschappelijk - Dorpshuis

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Dorpshuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een dorpshuis in combinatie met bijbehorende horecavoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energieopwekking;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. wegen en paden;
  • e. water;

met de daarbijbehorende:

  • f. terreinen;
  • g. andere bouwwerken.
23.2 Bouwregels
23.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde dorpshuis worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen zal per bestemmingsvlak ten hoogste de bestaande gezamenlijke oppervlakte bedragen;
  • c. de goothoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
  • d. de dakhelling van een gebouw of een overkapping zal ten minste 20° en ten hoogste 60° bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 9,00 m bedragen.
23.2.2 Overige andere bouwwerken

Voor het bouwen van overige andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. er zullen geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken en paardrijbakken worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.2.1 onder b in die zin dat de bestaande gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen met ten hoogste 20% wordt vergroot, mits:

  • a. de vergroting niet leidt tot een onevenredige aantasting van landschap, natuur en milieu en tot verkeersoverlast;
  • b. met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
23.3.2 Windturbine

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 23.2.2 onder b in die zin dat binnen een bouwvlak windturbines worden gebouwd, mits:

  • a. de bouwhoogte van een windturbine ten hoogste 15,00 m zal bedragen;
  • b. met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. rekening wordt gehouden met aspecten van externe veiligheid in verband met de ligging van ondergrondse hoge druk aardgastransportleidingen;
  • e. de windturbine zodanig wordt gebouwd dat er geen aardgastransportleidingen of andere infrastructuur van Gasunie binnen de zogenaamde high impact zone (HIZ) vallen (HIZ, een cirkel met een straal gelijk aan masthoogte + 1/3 van de lengte rotorblad).
23.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op het gestelde in 47.1 in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden anders dan ten dienste van het dorpshuis;
  • d. het gebruik van gebouwen en overkappingen voor bewoning;
  • e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak met de daarbijbehorende bouwwerken.