direct naar inhoud van Artikel 18 Gemengd - 1
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

Artikel 18 Gemengd - 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van sportevenementen, periodieke detailhandel, beurzen, shows, concerten, en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten, met de daarbij behorende horecavoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energieopwekking;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. wegen en paden;
  • e. water;

met de daarbijbehorende:

  • f. sportvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. terreinen;
  • i. andere bouwwerken.
18.2 Bouwregels
18.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van de in 18.1. onder a bedoelde bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde bedrijvigheid worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen zal per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 110% van de bestaande gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 10,00 m bedragen.

18.2.2 Overige andere bouwwerken

Voor het bouwen van overige andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. er zullen geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Vergroten oppervlakte bedrijfsgebouwen en overkappingen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 18.2.1 onder b in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en overkappingen wordt vergroot tot een maximum van 50% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak, mits:

  • a. met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de landschappelijke waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
18.3.2 Windturbine

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 18.2.2 onder b in die zin dat binnen een bouwvlak windturbines worden gebouwd, mits:

  • a. de bouwhoogte van een windturbine ten hoogste 15,00 m zal bedragen;
  • b. met een erfinrichtingsplan wordt aangetoond dat de ontwikkeling op een zorgvuldige wijze landschappelijk wordt ingepast;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. rekening wordt gehouden met aspecten van externe veiligheid in verband met de ligging van ondergrondse hoge druk aardgastransportleidingen;
  • e. de windturbine zodanig wordt gebouwd dat er geen aardgastransportleidingen of andere infrastructuur van Gasunie binnen de zogenaamde high impact zone (HIZ) vallen (HIZ, een cirkel met een straal gelijk aan masthoogte + 1/3 van de lengte rotorblad).
18.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op het gestelde in 47.1 in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor andere bedrijvigheid dan bedoeld in 18.1 onder a;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden anders dan ten behoeve van de in 18.1 onder a genoemde bedrijvigheid;
  • d. het gebruik van gebouwen en overkappingen voor bewoning.