direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Facetplan parkeren en actualisering diverse bestemmingen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1979.59BP-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Dit bestemmingsplan bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste betreft het een facetplan om in alle bestaande bestemmingsplannen van de voormalige gemeente Delfzijl de parkeernormen te actualiseren, daar waar dat nog niet actueel is. Ten tweede betreft het een actualisering van diverse bestemmingsplannen van de voormalige gemeente Delfzijl. Beide onderdelen worden hieronder achtereenvolgens toegelicht.

1.1.1 Parkeren

Op 1 juli 2018 zijn de stedenbouwkundige bepalingen in de gemeentelijke Bouwverordening vervallen. Dit houdt verband met een wijziging van de Woningwet van eind 2014. Het gaat onder andere om de parkeernormbepaling. Er kan niet meer verwezen worden naar stedenbouwkundige bepalingen.

In alle bestemmingsplannen van de voormalige gemeente Delfzijl wordt door middel van voorliggend plan een bepaling ten aanzien van parkeren opgenomen. Zo kan bij aanvragen om een omgevingsvergunning een parkeertoets plaatsvinden.

Het is mogelijk om meerdere bestemmingsplannen tegelijkertijd op één of meerdere punten te wijzigen zodat ze weer zijn voorzien van een goede regeling. Dit kan in de vorm van een facetbestemmingsplan, op grond waarvan de daaronder vallende bestemmingsplannen worden aangepast. Dat betekent dat dit plan slechts een facet/onderdeel van de regels van de huidige bestemmingsplannen herziet of aanvult. Dit bestemmingsplan geeft een toetsingskader voor het bepalen van de parkeerbehoefte en voor laden of lossen. Het voorliggende facetbestemmingsplan geldt voor alle onherroepelijk vastgestelde bestemmingsplannen van de voormalige gemeente Delfzijl.

1.1.2 Actualisering diverse bestemmingen

Naast een unanieme regeling voor de parkeernormen, worden met dit bestemmingsplan ook diverse bestemingsplannen van de voormalige gemeente Delfzijl geactualiseerd. Er zijn een aantal actualiseringen die bestemmingsgewijs gaan, maar er zijn ook een aantal bestemmingswijzigingen voor diverse adressen. Dit bestemmingsplan werkt deze bestemmingsgewijze en adresgewijze actualiseringen uit in Hoofdstuk 2.

1.2 Plangebied

Het facetplan omvat wat betreft de parkeernormen het hele grondgebied van de voormalige gemeente Delfzijl, minus de delen waarvoor nu geen bestemmingsplan maar een beheersverordening geldt. Voor die delen van de voormalige gemeente Delfzijl waarvoor nu een beheersverordening geldt, zal een beheersverordening met een facetregeling worden opgesteld.

Het facetplan zal wat betreft de actualisering van diverse bestemmingen binnen de voormalige gemeente Delfzijl bestemmingsgewijs en adresgewijs gaan. Hiervoor hoeft geen beheersverordening te worden opgesteld, omdat de actualisering niet betrekking heeft op een vigerende beheersverordening.

1.3 Leeswijzer

In vervolg op dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 stil gestaan bij de bestemmingsgewijze en adresgewijze actualiseringen. Hoofdstuk 3 licht de parkeernormen toe en hoofdstuk 4 staat kort stil bij de omgevingsaspecten. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 een juridische planbeschrijving gegeven. Hoofdstuk 6 gaat in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Actualisering diverse bestemmingen

Dit bestemmingsplan is wat betreft de actualisering van diverse bestemmingen een gedeeltelijke herziening van een aantal bestemmingsplannen, te weten:

  • 'Spijk' (vastgesteld op 30 november 2017);
  • 'Centrum' (vastgesteld op 22 augustus 2013);
  • 'Bierum, Losdorp, Godlinze' (vastgesteld op 15 augustus 2013);
  • 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' (vastgesteld op 25 januari 2018);
  • 'Delfzijl-Kern West' (vastgesteld op 15 december 2011);
  • 'Buitengebied-Noord (vastgesteld op 19 december 2013);
  • 'Buitengebied-Zuid' (vastgesteld op 19 december 2013);
  • 'Farmsum' (vastgesteld op 15 augustus 2013);
  • 'Holwierde-Nansum' (vastgesteld op 26 juli 2012);
  • 'Spijk - Oosterpolderweg 11-13' (vastgesteld op 1 november 2018);
  • 'Wagenborgen' (vastgesteld op 2 november 2017).

In bovengenoemde bestemingsplannen worden een aantal bestemmingen geactualiseerd. Daarnaast wordt voor enkele adressen de bestemming gewijzigd. Het is een gedeeltelijke herziening, wat wil zeggen dat de hierboven genoemde moederbestemmingsplannen (en eventuele eerdere partiële herzieningen) van kracht blijven, voor zover die in het voorliggende bestemmingsplan niet worden gewijzigd en aangevuld. De aanvulling bestaat uit een verbeelding en een set regels.

De bestemmingen die naar aanleiding van de actualisering komen te gelden voor een adres, zijn gebaseerd op het moederplan waarin het adres gelegen is. In de regels van voorliggend bestemmingsplan zal daarom bij de nieuwe bestemming een koppeling worden gemaakt met het moederplan. De (dubbel)bestemmingen, aanduidingen, maatvoering die níét wijzigen voor een adres, worden overgenomen. Deze worden overgenomen, om te voorkomen dat deze bestemmingen worden 'overruled' door voorliggend bestemmingsplan. Ook voor deze bestemmingen en aanduidingen geldt dat wordt verwezen naar het moederplan.

De verbeelding bevat, naast de plancontour die het gehele plangebied omvat, een aantal bestemmingen en aanduidingen die de veranderingen op de verbeelding weergeven ten opzichte van de moederbestemmingsplannen. Waar een (gekleurde) bestemming op de verbeelding is opgenomen, wordt de bestemming uit de moederbestemmingsplan geheel vervangen door deze bestemming (inclusief nieuwe aanduidingen waar nodig).

2.1 Bestemmingsgewijze herzieningen

In deze paragraaf wordt ingegaan op de herzieningen die ten opzichte van de vastgestelde moederbestemmingsplannen plaatsvinden. Naast een aantal herzieningen per adres (zie de volgende paragraaf 2.2), worden in de genoemde (moeder)bestemingsplannen ook een aantal bestemmingen geactualiseerd. Hieronder worden de bestemmingsgewijze wijzigingen per (moeder)bestemmingsplan uitgewerkt.

2.1.1 Bestemmingsplan 'Spijk' (vastgesteld op 30 november 2017)

'Waarde - Monumentale bomen'
Artikel 40.6.1 sub g uit het bestemmingsplan 'Spijk' stelt het kappen van monumentale bomen vergunningplichtig. Als uitzondering op deze vergunningplicht wordt het kappen als de veiligheid in het geding is toegevoegd.

Aan artikel 40.6.2 wordt daarom sub c toegevoegd, waarbij de vergunningplicht niet geldt voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die "noodzakelijk zijn vanwege zwaarwegende maatschappelijke belangen, zoals de veiligheid". Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

'Waarde - Cultuurhistorie 2'
Aan artikel 39.2 (bouwregels) uit het bestemmingsplan 'Spijk' stelt onder a: "Voor het bouwen ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) geldt dat een omgevingsvergunning alleen mag worden verleend indien er door een deskundige een cultuurhistorisch bureauonderzoek is opgesteld waarin de nog aanwezige waarden en/of de gaafheid en herkenbaarheid van het gebied alsmede de gevolgen van de bouwactiviteiten worden beoordeeld".

Aan artikel 39.2 wordt sub d toegevoegd, waarin wordt geregeld dat van het gestelde onder a kan worden afgezien, mits op andere wijze inzichtelijk kan worden gemaakt dat de nog aanwezige waarden en/of de gaafheid en herkenbaarheid van het gebied als gevolg van de bouwactiviteiten niet worden aangetast. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.1.2 Bestemmingsplan 'Centrum' (vastgesteld op 22 augustus 2013)

'Centrum'
In de bestemming 'Centrum' (artikel 5) wordt de mogelijkheid tot detailhandel geschrapt. Hierdoor komen artikel 5.1 sub a, onder 1 en artikel 5.5 te vervallen. Dit vanwege de verplaatsing van de winkels met subsidie. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.1.3 Bestemmingsplan 'Bierum, Losdorp, Godlinze' (vastgesteld op 15 augustus 2013)

'Sport'
Binnen de bestemming 'Sport' (artikel 15) uit het bestemmingsplan 'Bierum, Losdorp, Godlinze' wordt het sporten binnen gebouwen toegestaan.

In artikel 15.1 (bestemmingsomschrijving) wordt daarom toegevoegd dat de voor 'Sport' aangewezen gronden bestemd zijn voor gebouwen en overkappingen, ten behoeve van (o.a.) sport. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.1.4 Bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' (vastgesteld op 25 januari 2018)

Herstel van het ontbreken van regionale keringen
In het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' zijn nog niet alle regionale keringen van het Waterschap goed weergegeven. In overleg met het Waterschap worden deze keringen in voorliggende actualisering toegevoegd. Deze regionale keringen zijn bestemd als 'Waterstaat - Waterkering 2'. In de regels van het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' is deze bestemming abusievelijk aangegeven als 'Waterstaat - Waterkering'. Met dit facetplan wordt de benaming gewijzigd. De inhoud van het betreffende artikel blijft ongewijzigd. Dit is opgenomen in artikel 25.

De primaire waterkering is op de verbeelding van het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' wel bestemd als 'Waterstaat - Waterkering 1' maar er is geen dubbelbestemming voor deze primaire waterkering in de regels opgenomen. In voorliggend plan is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering 1' opgenomen.

Dit is opgenomen in artikel 28.9 (overige regels).

2.1.5 Bestemmingsplan 'Delfzijl-Kern West' (vastgesteld op 15 december 2011)

'Water'
Binnen de bestemming 'Water' uit het bestemmingsplan 'Delfzijl-Kern West' geldt een verbod op gebouwen. Aan dit verbod uit artikel 14.2.1 is de uitzondering toegevoegd voor woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats'. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.1.6 Bestemmingsplan 'Buitengebied-Noord (vastgesteld op 19 december 2013)

'Agrarisch - Dijkenlandschap'
De bouwhoogte van mestbassins, niet zijnde een mestzak, mag nu ten hoogste 6 meter bedragen. Dit wordt verhoogd naar ten hoogste 8 meter, omdat 6 meter in de praktijk vaak te laag blijkt te zijn. Artikel 3.2.3 onder c (bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde) wordt hierop aangepast.

Daarnaast wordt geregeld dat via een binnenplanse omgevingsvergunning een mestbassin van 10 meter hoog mogelijk is. Aan artikel 3.4 (afwijken van de bouwregels) wordt deze mogelijkheid in een nieuw sub d toegevoegd. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

In deze bestemming wordt in artikel 3.2.3 onder g en h de bouw van een windturbine met een ashoogte van ten hoogste 15 m mogelijk gemaakt. In lid g wordt toegevoegd dat de afstand van een windturbine tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur niet minder mag bedragen dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

'Agrarisch - Wierdenlandschap 1'
De bouwhoogte van mestbassins, niet zijnde een mestzak, mag nu ten hoogste 6 meter bedragen. Dit wordt verhoogd naar ten hoogste 8 meter, omdat 6 meter in de praktijk vaak te laag blijkt te zijn. Artikel 4.2.3 onder c (bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde) wordt hierop aangepast.

Daarnaast wordt geregeld dat via een binnenplanse omgevingsvergunning een mestbassin van 10 meter hoog mogelijk is. Aan artikel 4.4 (afwijken van de bouwregels) wordt deze mogelijkheid in een nieuw sub c toegevoegd. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

In deze bestemming wordt in artikel 4.2.3 onder g en h de bouw van een windturbine met een ashoogte van ten hoogste 15 m mogelijk gemaakt. In lid h wordt toegevoegd dat de afstand van een windturbine tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur niet minder mag bedragen dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

'Agrarisch - Wierdenlandschap 2'
De bouwhoogte van mestbassins, niet zijnde een mestzak, mag nu ten hoogste 6 meter bedragen. Dit wordt verhoogd naar ten hoogste 8 meter, omdat 6 meter in de praktijk vaak te laag blijkt te zijn. Artikel 5.2.3 onder c (bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde) wordt hierop aangepast.

Daarnaast wordt geregeld dat via een binnenplanse omgevingsvergunning een mestbassin van 10 meter hoog mogelijk is. Aan artikel 5.4 (afwijken van de bouwregels) wordt deze mogelijkheid in een nieuw sub c toegevoegd. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

In deze bestemming wordt in artikel 5.2.3 onder g en h de bouw van een windturbine met een ashoogte van ten hoogste 15 m mogelijk gemaakt. In lid h wordt toegevoegd dat de afstand van een windturbine tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur niet minder mag bedragen dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.1.7 Bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' (vastgesteld op 19 december 2013)

'Agrarisch - Dijkenlandschap'
De bouwhoogte van mestbassins, niet zijnde een mestzak, mag nu ten hoogste 6 meter bedragen. Dit wordt verhoogd naar ten hoogste 8 meter, omdat 6 meter in de praktijk vaak te laag blijkt te zijn.

Artikel 3.2.3 onder c (bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde) wordt hierop aangepast.

Daarnaast wordt geregeld dat via een binnenplanse omgevingsvergunning een mestbassin van 10 meter hoog mogelijk is. Aan artikel 3.4 (afwijken van de bouwregels) wordt deze mogelijkheid in een nieuw sub d toegevoegd. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

In deze bestemming wordt in artikel 3.2.3 onder g en h de bouw van een windturbine met een ashoogte van ten hoogste 15 m mogelijk gemaakt. In lid h wordt toegevoegd dat de afstand van een windturbine tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur niet minder mag bedragen dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

'Agrarisch - Wegdorpenlandschap'

De bouwhoogte van mestbassins, niet zijnde een mestzak, mag nu ten hoogste 6 meter bedragen. Dit wordt verhoogd naar ten hoogste 8 meter, omdat 6 meter in de praktijk vaak te laag blijkt te zijn. Artikel 4.2.3 onder c (bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde) wordt hierop aangepast.

Daarnaast wordt geregeld dat via een binnenplanse omgevingsvergunning een mestbassin van 10 meter hoog mogelijk is. Aan artikel 4.4 (afwijken van de bouwregels) wordt deze mogelijkheid in een nieuw sub d toegevoegd. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

In deze bestemming wordt in artikel 4.2.3 onder g en h de bouw van een windturbine met een ashoogte van ten hoogste 15 m mogelijk gemaakt. In lid h wordt toegevoegd dat de afstand van een windturbine tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur niet minder mag bedragen dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand.

'Agrarisch - Wierdenlandschap'
De bouwhoogte van mestbassins, niet zijnde een mestzak, mag nu ten hoogste 6 meter bedragen. Dit wordt verhoogd naar ten hoogste 8 meter, omdat 6 meter in de praktijk vaak te laag blijkt te zijn. Artikel 5.2.3 onder c (bouwregels overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde) wordt hierop aangepast.

Daarnaast wordt geregeld dat via een binnenplanse omgevingsvergunning een mestbassin van 10 meter hoog mogelijk is. Aan artikel 5.4 (afwijken van de bouwregels) wordt deze mogelijkheid in een nieuw sub c toegevoegd. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

In deze bestemming wordt in artikel 4.2.3 onder g en h de bouw van een windturbine met een ashoogte van ten hoogste 15 m mogelijk gemaakt. In lid h wordt toegevoegd dat de afstand van een windturbine tot bovengrondse hoogspanningsinfrastructuur niet minder mag bedragen dan de maximale werpafstand bij twee maal nominaal toerental van de turbine, tenzij de netbeheerder instemt met een kortere afstand. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.1.8 Bestemmingsplan 'Farmsum' (vastgesteld op 15 augustus 2013)

Wonen - 1D
De verbeelding en regels zijn niet in lijn met elkaar wat betreft de bestemming 'Wonen - 1D'. Het komt voor dat percelen met de bestemming 'Wonen - 1D' soms de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' hebben. Hiermee wordt echter afgeweken van de in lid 29.5 sub c opgenomen specifieke gebruiksregels voor een aan-huis-verbonden beroep en/of bedrijf, omdat in sub c onder 5 is aangegeven dat de bedrijfsactiviteiten moeten voorkomen in of gelijk te stellen zijn met categorie 1 als vermeld in de in de bijlagen opgenomen staat van bedrijven.

Op de verbeelding is de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' wel vermeld, maar in de regels niet. Daarom worden de regels in lid 29.1 a op dit punt aangevuld.

Ook lid 29.5 sub c onder 5 wordt als volgt aangevuld: 5. de bedrijfsactiviteiten niet voorkomen in of gelijk zijn te stellen met de categorie 1 als vermeld op de in de bijlage opgenomen staat van bedrijven, of categorie 2, indien ze zijn aangeduid als 'bedrijf tot en met categorie 2'. Dit is opgenomen in de overige regels (Artikel 28).

2.2 Herzieningen per adres

In deze paragraaf wordt ingegaan op de herzieningen die ten opzichte van de vastgestelde moederbestemmingsplannen plaatsvinden. Er zijn een aantal actualiseringen die bestemmingsgewijs gaan, waarbij in een bepaalde bestemming een regel wordt veranderd, Deze wijzigingen bespreekt paragraaf 2.1. Er zijn ook een aantal bestemmingswijzigingen voor een aantal adressen. Deze adresgewijze wijzigingen zijn hieronder per moederbestemmingsplan uitgewerkt.

2.2.1 Bestemmingsplan 'Centrum' (vastgesteld op 22 augustus 2013)

Waterstraat 181 en 181a t/m f te Delfzijl
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Centrum' is 'Gemengd - 1', met de aanduiding 'detailhandel'. De aanduiding 'detailhandel' komt te vervallen. In verband met de centrumontwikkelingen in Delfzijl zijn er namelijk afspraken gemaakt voor de verplaatsing van winkels, waarbij de detailhandelsfunctie voor de betreffende panden zou vervallen.

Daarnaast blijft conform het bestemmingsplan 'Centrum' gelden:

  • de bestemming 'Gemengd - 1';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2;
  • het bouwvlak;
  • de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - eerste bouwlaag';
  • maatvoering 'maximum bouwhoogte: 10 m';
  • de figuur 'gevellijn';
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Centrum' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

Landstraat 8 te Delfzijl
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Centrum' is 'Gemengd - 1', met de aanduiding 'detailhandel'. De aanduiding 'detailhandel' komt te vervallen. In verband met de centrumontwikkelingen in Delfzijl zijn er namelijk afspraken gemaakt voor de verplaatsing van winkels, waarbij de detailhandelsfunctie voor de betreffende panden zou vervallen.

Conform het bestemmingsplan 'Centrum' blijft gelden:

  • de bestemming 'Gemengd - 1';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2;
  • het bouwvlak;
  • de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - eerste bouwlaag';
  • maatvoering 'maximum bouwhoogte: 10 m' en 'maximum goothoogte: 7 m';
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Centrum' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

Waterstraat 41 te Delfzijl
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Centrum' is 'Centrum'. Op grond van deze bestemming is onder meer toegestaan detailhandel, niet zijnde supermarkten al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, voorzover het de eerste bouwlaag betreft. Op het adres wordt de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - natuurwinkel' toegevoegd, om expliciet een natuurwinkel toe te staan. Ook is het begrip 'natuurwinkel' gedefinieerd.

Daarnaast blijft conform het bestemmingsplan 'Centrum' gelden:

  • de bestemming 'Centrum';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2;
  • het bouwvlak;
  • maatvoering 'maximum bouwhoogte (m)': 10 m en 'maximum goothoogte (m)' : 7 m;
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Centrum' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, etc.).

2.2.2 Bestemmingsplan 'Bierum, Losdorp, Godlinze' (vastgesteld op 15 augustus 2013)

Hereweg 35 te Bierum
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Bierum, Losdorp, Godlinze' is 'Maatschappelijk'. Het perceel is in gebruik als woning en daarom wordt hier de bestemming gewijzigd naar wonen. Daarom vervalt de bestemming 'Maatschappelijk' en voor dit adres komt de bestemming 'Wonen - 1C' (in de zin van het plan 'Bierum, Losdorp, Godlinze') te gelden. De maatvoering 'maximum bouwhoogte: 9 m' en 'maximum goothoogte: 5 m' vervalt ook. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt. Ten aanzien van het woonbeleid kan worden opgemerkt dat het plan daarin past. Binnen de bestemming mocht al worden gewoond in de vorm van een bedrijfswoning. De woningvoorraad wordt daarom niet uitgebreid.

Conform het bestemmingsplan 'Centrum' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2';
  • het bouwvlak.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Bierum, Losdorp, Godlinze' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.3 Bestemmingsplan 'Holwierde-Nansum' (vastgesteld op 26 juli 2012)

Hoofdweg 9 te Holwierde
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Holwierde-Nansum' is 'Bedrijf'. Het huidige gebruik is echter wonen. De bestemming 'Bedrijf' en de functieaanduiding 'bedrijfswoning' vervalt daarom. Voor dit adres komt de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderij' (in de zin van het plan 'Holwierde-Nansum') te gelden. De maatvoering 'maximum bouwhoogte: 10 m' en 'maximum goothoogte: 6 m' vervalt ook. 'Wonen - Voormalige boerderij' gaat uit van een goot- en bouwhoogte van respectievelijk ten hoogste 3,50 en 6 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer is. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt. Ten aanzien van het woonbeleid kan worden opgemerkt dat het plan daarin past. Binnen de bestemming mocht al worden gewoond in de vorm van een bedrijfswoning. De woningvoorraad wordt daarom niet uitgebreid.

Conform het bestemmingsplan 'Holwierde-Nansum' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4';
  • het bouwvlak.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Holwierde-Nansum' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.4 Bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' (vastgesteld op 19 december 2013)

Meedhuizerweg 1 te Meedhuizen
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' is 'Agrarisch - Wegdorpenlandschap'. Daarnaast geldt de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel agrarisch grondgebonden bedrijf'. Het perceel is niet meer in gebruik als agrarisch bedrijf, er wordt nu gewoond. De bestemming 'Agrarisch - Wegdorpenlandschap' vervalt daarom voor een deel en de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel agrarisch grondgebonden bedrijf' vervalt helemaal. Voor dit adres komt de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden' (in de zin van het plan 'Buitengebied-Zuid') te gelden. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt. Ten aanzien van het woonbeleid kan worden opgemerkt dat het plan daarin past. Binnen de bestemming mocht al worden gewoond in de vorm van een bedrijfswoning. De woningvoorraad wordt daarom niet uitgebreid.

Conform het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4';
  • het bouwvlak;
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

Meedhuizerweg 16 te Meedhuizen
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' is 'Bedrijf'. Het perceel is niet meer in gebruik als bedrijf, er wordt nu gewoond. Deze bestemming vervalt daarom en voor dit adres komt de bestemming 'Wonen' (in de zin van het plan 'Buitengebied-Zuid') te gelden. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt. Ten aanzien van het woonbeleid kan worden opgemerkt dat het plan daarin past. Binnen de bestemming mocht al worden gewoond in de vorm van een bedrijfswoning. De woningvoorraad wordt daarom niet uitgebreid.

Conform het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' blijft gelden:

  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied-Zuid' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.5 Bestemmingsplan 'Spijk - Oosterpolderweg 11-13' (vastgesteld op 1 november 2018)

Oosterpolderweg 11-13 te Spijk
Dit zogenaamde postzegelbestemmingsplan is in 2018 opgesteld om af te wijken van het bestemmingsplan 'Buitengebied-Noord'. Per abuis is destijds de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' niet opgenomen op de verbeelding. Met dit bestemmingsplan wordt deze gebiedsaanduiding weer toegevoegd. Dit gebeurt onder de naam 'geluidzone - industrie 1' in artikel 27.2.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Spijk - Oosterpolderweg 11-13' van toepassing (zoals de (dubbel)bestemmingen, begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.6 Bestemmingsplan 'Spijk' (vastgesteld op 30 november 2017)

Hoofdweg-Noord 23 te Spijk
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Spijk' is 'Maatschappelijk'. Het perceel wordt echter gebruikt voor wonen. De bestemming 'Maatschappelijk' vervalt daarom. Voor dit adres komt de bestemming 'Wonen - 1B' (in de zin van het plan 'Spijk') te gelden. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt. Ten aanzien van het woonbeleid kan worden opgemerkt dat het plan daarin past. Binnen de bestemming mocht al worden gewoond in de vorm van een bedrijfswoning. De woningvoorraad wordt daarom niet uitgebreid.

Conform het bestemmingsplan 'Spijk' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1';
  • het bouwvlak;
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Spijk' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

Hoofdweg-Zuid 9 te Spijk
Voor dit perceel geldt onder andere de dubbelbestemming 'Waarde - Monumentale bomen'. Twee bomen zijn gekapt in verband met ziekte en daarmee kan deze dubbelbestemming (tweemaal) vervallen.

Conform het moederplan blijft gelden:

  • de bestemming 'Wonen - 1A';
  • de bestemming 'Tuin';
  • de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied';
  • het bouwvlak;
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2';
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Spijk' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.7 Bestemmingsplan 'Buitengebied-Noord' (vastgesteld op 19 december 2013)

Lage Trijnweg 44 te Spijk
Voor dit perceel geldt onder andere de dubbelbestemming 'Waarde - Rijksmonument'. Deze waarde komt te vervallen, omdat het perceel geen Rijksmonument (meer) is.

Conform het moederplan blijft gelden:

  • de bestemming 'Agrarisch - Dijkenlandschap';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4';
  • het bouwvlak;
  • de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel agrarisch grondgebonden bedrijf'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Buitengebied-Noord' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.8 Bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' (vastgesteld op 25 januari 2018)

Mello Coendersbuurt 2 te Termunterzijl
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' is 'Horeca' met de aanduiding 'horeca van categorie 1'. Voor het perceel is planologische procedure gevoerd om ook wonen mogelijk te maken. De horecabestemming vervalt daarom. Voor dit adres komt de bestemming 'Wonen - 1A' te gelden (in de zin van het plan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer'), met de aanduiding 'horeca van categorie 1'. Deze aanduiding wordt aan artikel 25.1 (bestemmingsomschrijving Wonen - 1A) toegevoegd als een sub c. De maatvoering 'maximum bouwhoogte: 8 m' en 'maximum goothoogte: 4 m' vervalt ook. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt.

Conform het het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht';
  • het bouwvlak;
  • de gevellijn;
  • de functieaanduiding 'horeca van categorie 1';
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'.

Omdat een gevellijn geldt voor het adres, maar hierbij geen koppeling is gemaakt met de regels in het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer', wordt dit hersteld. In lid 25.2.2 (bouwregels Wonen - 1A) van het plan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' wordt een nieuw sub g toegevoegd dat "ter plaatse van de figuur 'gevellijn' wordt de voorgevel in de voorgevellijn gebouwd".

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

Petrus Muntinghepad 10 te Termunten
De huidige bestemming in het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' is 'Agrarisch'. Het perceel wordt echter gebruikt voor wonen. De agrarische bestemming vervalt daarom. Voor dit adres komt de bestemming 'Wonen - 1B' (in de zin van het plan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' ) te gelden. Het college heeft een principebesluit genomen om planologische medewerking te verlenen. De raad heeft dat besluit ter informatie ontvangen en heeft er geen opmerkingen over gemaakt.

Conform het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Wierde';
  • het bouwvlak;
  • de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie';
  • de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Termunten-Termunterzijl-Borgsweer' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

2.2.9 Bestemmingsplan 'Wagenborgen' (vastgesteld op 2 november 2017)

Akeleistraat 1 te Wagenborgen
Een deel van de tuin van het adres Akeleistraat 1 te Wagenborgen heeft de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Bedrijf - Nutsvoorziening' in het huidige bestemmingsplan 'Wagenbogen'. Dit betreft het stuk perceel met de kadastrale aanduiding gemeente Termunten, sectie G, nummer 4097. Het perceel is echter in eigendom van de bewoners van de Akeleistraat 1, die het desbetreffende perceel feitelijk in gebruik hebben als tuin. De bijgebouwen die er staan, zijn nu in strijd met de huidige bestemmingen 'Verkeer - Verblijfsgebied' en 'Bedrijf - Nutsvoorziening'. De bestemming komt niet overeen met het huidige gebruik; daarom wordt de bestemming gewijzigd naar gedeeltelijk 'Tuin' en 'Wonen - 2C' (in de zin van het plan 'Wagenborgen') .

Conform het bestemmingsplan 'Wagenborgen' blijft gelden:

  • de dubbelbestemming 'Waarde - Glaciale rug';
  • de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4';
  • de dubbelbestemming 'Leiding - Riool'.

Voor het overige blijven eveneens de regels uit het bestemmingsplan 'Wagenborgen' van toepassing (zoals de begrippen, wijze van meten, algemene regels, et cetera).

Hoofdstuk 3 Parkeernormen

3.1 Gemeentelijk beleid

In alle bestemmingsplannen van de voormalige gemeente Delfzijl moet een bepaling ten aanzien van parkeren worden opgenomen. Zo kan bij aanvragen om een omgevingsvergunning een parkeertoets plaatsvinden. In recente bestemmingsplannen, die dateren na de wijziging van de Woningwet van eind 2014, kan wel een regeling met betrekking tot parkeren zijn opgenomen. Desalniettemin wordt met voorliggend plan voor álle bestemmingsplannen een actuele, uniforme parkeerregeling vastgesteld.

Het opstellen van parkeerbeleid is een autonome taak van gemeenten. Parkeerbeleid kan worden ingezet voor verbetering van de bereikbaarheid en leefbaarheid in woonwijken, bedrijventerreinen en (winkel)centra. Via parkeerbeleid kan de gemeente de verdeling van de schaarse parkeerruimte reguleren en overlast voorkomen. Normen kunnen worden opgenomen in een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) of in een parkeernota.

De gemeente heeft geen actueel Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan. De voormalige gemeente Delfzijl heeft wel 'Beleidsregels ontheffing parkeerschijfzone gemeente Delfzijl'. Daarnaast is een 'Kadernota Parkeren Delfzijl' (13 april 2005) vastgesteld. Hierin wordt het parkeerbeleid in de voormalige gemeente Delfzijl op hoofdlijnen beschreven. Er wordt onder andere ingegaan op betaald parkeren, de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen voor de korte en lange termijn, het parkeerverwijssysteem en de parkeertarieven en exploitatie.

3.2 Parkeernormen

Artikel 28.1 van dit facetbestemmingsplan voegt specifieke regels voor parkeerbepalingen en laden of lossen in de onderliggende bestemmingsplannen toe. Voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen of verbouwen of het wijzigen van het gebruik in het plangebied moet voorzien worden in voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf voor de beoogde functie. Het toetsingskader dat hierbij wordt gehanteerd zijn de door het kennisplatform CROW vastgestelde richtlijnen (publicatie 381 - december 2018, of de meest actuele uitgave).

De regeling voor de laad- en losvoorzieningen van goederen sluit aan op het algemene beleid zoals dat is opgenomen in de 'Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen' (hierna ASVV). Voor het bepalen wanneer sprake is van "in voldoende mate voorzien" is aangesloten bij het ASVV 2012 (uitgave van het CROW) dan wel de geldende versie op het moment van het indienen van de aanvraag. Bij het dimensioneren van de ruimte voor laden en/of lossen van goederen en de bereikbaarheid daarvan moet worden aangesloten bij de afmetingen en de eigenschappen van de ontwerpvoertuigen uit de ASVV.

Nieuwe bestemmingsplannen die in de gemeente worden opgesteld, moeten een vergelijkbare regeling voor parkeren en laad- en losvoorzieningen bevatten.

De gemeente heeft geen nota opgesteld waar parkeernormen in staan opgenomen (parkeerbeleid). Mocht in de toekomst de gemeente Eemsdelta wel een parkeerbeleid vaststellen, dan wordt dit ook een toetsingskader.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Doordat deze herziening uitsluitend een bestemmingsplantechnische aanpassing betreft, is de toetsing van de omgevingsaspecten zoals geluidhinder, luchtkwaliteit, bodem, milieuzonering, externe veiligheid, archeologie en cultuurhistorie, ecologie, m.e.r. en water etc. niet noodzakelijk.

Wat betreft de actualisering van diverse bestemmingen is in Hoofdstuk 2 stilgestaan bij de motivering van de wijziging.

Wat betreft de univorme parkeernormen vindt geen toename van bebouwing plaats en de bebouwingscontouren en -mogelijkheden worden niet verruimd. Dit bestemmingsplan heeft in ruimtelijk-functionele zin aldus een dusdanig beperkte impact dat nadere onderzoeken of motivering nodig zijn. Er zullen geen onevenredige ruimtelijke effecten optreden waardoor belangen van derden worden aangetast.

Hoofdstuk 5 Juridische vormgeving

5.1 Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een bestemmingsplan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt. Het bestemmingsplan bestaat uit:

  • a. een verbeelding van het bestemmingsplangebied waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
  • b. de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd;
  • c. een toelichting waarin onder meer het relevante beleid op verschillende overheidsniveaus wordt beschreven, een toets plaatsvindt aan de milieuaspecten en de bestemmingsregels worden toegelicht.

Ook zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat bestemmingsplannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.

Het bestemmingsplan, met de daarbij behorende toelichting, wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld, tegelijk met een analoge versie van het bestemmingsplan. Als de digitale en analoge versie tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale versie beslissend.

5.2 Bestemmingsplanregels

Wat betreft de regels is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek en inhoud van het 'Bestemmingsplan Nieuw Buinen - Buinerveen' (vastgesteld op 6 juli 2017). De regels zijn opgebouwd uit een aantal hoofdstukken. Deze indeling ziet er als volgt uit:

5.2.1 Inleidende regels

In hoofdstuk 1 is een uitleg van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen opgenomen (Artikel 1).
In Artikel 2 is een relatiebepaling opgenomen, waarin het 'Facetplan Cultuurhistorie' en het bestemmingsplan 'Delfzijl - facetbestemmingsplan kamerverhuur' van toepassing worden verklaard. Beide plannen zijn nog in procedure. Daarnaast is in Artikel 3 een lijst opgenomen van de geldende bestemmingsplannen waarop het facetbestemmingsplan van toepassing is. Het plan kan niet los worden gezien van de onderliggende plannen en moet in samenhang worden gelezen.

5.2.2 Bestemmingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de bestemmingen opgenomen in Artikel 4 tot en met Artikel 24. In dit hoofdstuk worden alle bestemmingsgewijze en adresgewijze wijzigingen geregeld. De toelichting op deze wijzigingen is in paragraaf 2.2 van de toelichting uitgewerkt.

De bestemmingen die naar aanleiding van de actualisering komen te gelden voor een adres, zijn gebaseerd op het moederbestemmingsplan waarin het adres gelegen is. In de regels van voorliggend bestemmingsplan zal daarom bij de nieuwe bestemming een koppeling worden gemaakt met het moederbestemmingsplan. De 'oude' bestemming wordt als vervallen verklaard.

De (dubbel)bestemmingen, aanduidingen, maatvoering die níét wijzigen voor een adres, worden overgenomen door middel van een van toepassing verklaring. Deze worden ook overgenomen, om te voorkomen dat deze bestemmingen worden 'overruled' door voorliggend bestemmingsplan. Ook voor deze bestemmingen geldt dat wordt verwezen naar het moederbestemmingsplan. Hetzelfde is gedaan voor de algemene aanduidingsregels (in Artikel 27, zie hieronder in paragraaf 5.2.3).

5.2.3 Algemene regels

In hoofdstuk 3 zijn de anti-dubbeltelregel en de overige regels opgenomen.

ANTI-DUBBELTELREGEL
Het doel van de anti-dubbeltelregel (Artikel 26) is om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Kort gezegd, komt het erop neer, dat grond die één keer in beschouwing is genomen voor het toestaan van gebouwen, niet een tweede maal mag meetellen voor de toelaatbaarheid van andere gebouwen, als die grond inmiddels tot een ander bouwperceel is gaan behoren.

ALGEMENE AANDUIDINGSREGELS
In Artikel 27 zijn de algemene aanduidingsregels opgenomen. De bestemmingen die naar aanleiding van de actualisering komen te gelden voor een adres, zijn gebaseerd op het moederbestemmingsplan waarin het adres gelegen is. De 'oude' bestemming wordt als vervallen verklaard. De aanduidingen die níét wijzigen voor een adres, worden overgenomen door middel van een van toepassing verklaring. Deze worden ook overgenomen, om te voorkomen dat deze bestemmingen worden 'overruled' door voorliggend bestemmingsplan. Ook hiervoor geldt dat wordt verwezen naar het moederbestemmingsplan.

OVERIGE REGELS
In artikel 28.1 worden de specifieke regels voor parkeerbepalingen en laden of lossen in de onderliggende bestemmingsplannen geregeld. De toelichting hierop is in Hoofdstuk 3 van de toelichting uitgewerkt.

In artikel 28.2 tot en met 28.4 zijn de bestemmingsgewijze wijzigingen opgenomen. Een bestemming en/of aanduiding vervalt, wordt gewijzigd en/of wordt toegevoegd. De toelichting hierop is in paragraaf 2.1 van de toelichting uitgewerkt.

5.2.4 Overgangs- en slotregels

In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen in respectievelijk Artikel 29 en Artikel 30. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Besluit ruimtelijke ordening. Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht. Een geringe uitbreiding van de bebouwing met tien procent wordt mogelijk gemaakt.

Het gebruik van gronden en bebouwing dat in strijd is met dit nieuwe bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

In de slotregel van het bestemmingsplan wordt aangegeven onder welke titel het bestemmingsplan wordt vastgelegd.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Wat betreft het onderdeel parkeren maakt het facetbestemmingsplan geen ontwikkelingen mogelijk. Het plan leidt wat betreft parkeren daarom ook niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar worden geacht. Het is daarom niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.

De actualiseringen en partiële herzieningen die worden voorzien met voorliggend facetplan zijn geen plannen zoals bedoelt in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Een grondexploitatieplan en anterieure overeenkomsten zijn dus niet aan de orde. Daar waar nodig zijn planschade-overeenkomsten afgesloten. De economische uitvoerbaarheid is daarmee gegarandeerd.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan is op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voor overleg voorgelegd aan de wettelijke vooroverlegpartners. Zij hebben geen opmerkingen op voorliggend facetplan.

Het ontwerpbestemmingsplan is vervolgens gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode heeft iedereen de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Er is één zienswijze door TenneT TSO B.V. ingediend. Deze zienswijze omvat drie onderdelen:

  • 1. De verhoging van de toegestane bouwhoogte van mestopslagplaatsen van 6 tot 8 meter binnen de belemmerde strook kan risico's opleveren voor de aanwezige hoogspanningsverbindingen zonder dat dit getoetst is of dat er schriftelijk advies van de netbeheerder is gevraagd.
    Reactie gemeente: mestbassins mogen alleen binnen een bouwvlak worden opgericht. En voor zover deze bouwvlakken binnen een belemmerde strook van de hoogspanningsverbinding liggen, gelden de beperkingen van de dubbelbestemming voor de hoogspanningsverbinding en moet er advies worden ingewonnen bij TenneT. Van extra risico's is dus geen sprake. Aan de zienswijze wordt niet tegemoet gekomen.
  • 2. In de bestemmingsplannen Buitengebied-Noord en Buitengebied-Zuid is het toegstaan om binnen een bouwvlak een kleinschalige windturbine (tot 15 m hoog) te realiseren. Bouwvlakken waarop windtubines geplaatst mogen worden kunnen zich echter binnen de toelaatbare afstand van een hoogspanningsverbinding bevinden, wat risico's met zich meebrengt. Tennet verzoekt om hiervoor een aanvullend voorschrift op te nemen.
    Reactie gemeente: de gemeente neemt een aanvullend voorschrift op conform het voorstel van TenneT.
  • 3. Tennet verzoekt de gemeente om vanaf nu TenneT TSO B.V. op te nemen als vooroverlegpartner zodat zij vroegtijdig bij eventueel ingrijpende plannen betrokken worden.
    Reactie gemeente: het plan is direct als ontwerp ter inzage gelegd omdat het 'reguliere' aanpassingen betreft. Het plan is via die lijn bekend gemaakt aan alle reguliere patners. Bij ingrijpende plannen worden partijen als TenneT zeker vroegtijdig betrokken.

De zienswijze van TenneT is als Bijlage 1 bij de toelichting gevoegd.

Daarnaast zijn als ambtshalve wijziging een drietal adressen geschrapt na de terinzagelegging van het ontwerp-plan: Havenstraat 2 en 8, Landstraat 2 en 2A en Oude Schans 32 te Delfzijl. Deze adressen zijn geschrapt, omdat ze al middels een ander recent bestemmingsplan zijn gewijzigd. Zo wordt voorkomen dat dubbele dan wel tegenstrijdige regels gelden. Dit betreffen het vastgestelde bestemmingsplan 'Wonen met een PLUS Delfzijl' (vastgesteld op 30 juni 2021) en het nog vast te stellen ontwerp-bestemmingsplan 'Delfzijl - Marktstraat en Oude Schans' (d.d. 5 oktober 2021).

Tot slot was op de ontwerp-verbeelding van voorliggend bestemmingsplan per abuis voor een aantal adressen aan de Waterstraat in Delfzijl de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' opgenomen. Deze aanduidingszone is verwijderd van de verbeelding. Het perceel Landstraat 41/41A Delfzijl was per abuis op de ontwerp-verbeelding opgenomen. Dit perceel is weer geschrapt. Op de ontwerp-verbeelding was de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - natuurwinkel' en dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' per abuis niet opgenomen op Waterstraat 41 Delfzijl. Dit is hersteld. Voor het adres Mello Coendersbuurt 2 Termunterzijl is de bouw- en goothoogteaanduiding van de verbeelding verwijderd; de nieuwe woonbestemming regelt dit.