Plan: | Uitwerkingsplan Torensteepolder fase 1c |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1963.UPfase1cNMD20-VG01 |
Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan ''Torensteepolder fase 1b en 1c", vastgesteld op 24 april 2019 door de gemeenteraad van de Hoeksche Waard, met identificatienummer NL.IMRO.1963.BPTSPfase1ben1c-VG01 van toepassing, voor zover in de regels van dit uitwerkingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan ''Torensteepolder fase 1b en 1c" en het uitwerkingsplan, de regels van het uitwerkingsplan van toepassing zijn.
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan ''Torensteepolder fase 1b en 1c", Uitwerkingsplan "Torensteepolder fase 1c" met identificatienummer NL.IMRO.1963.UPfase1cNMD20-VG01 van de gemeente Hoeksche Waard.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in lid 3.1.1, mogen de voor 'Groen' aangewezen gronden binnen een afstand van 5 m vanaf de bestemmingsgrens worden ingericht ten dienste van de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 'Woongebied en 'Verkeer' mits:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.1.1, mogen de voor 'Verkeer' aangewezen gronden binnen een afstand van 5 m vanaf de bestemmingsgrens worden ingericht ten dienste van de bestemmingen als bedoeld in de artikel 'Groen' en 'Woongebied' mits:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1:
Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterhuishouding met de daarbij behorende andere bouwwerken en werkzaamheden.
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de doeleinden van de onderliggende bestemming(en).
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming als bedoeld in lid 6.1.1 worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in lid 6.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen conform de bij de betreffende bestemming opgenomen regels indien en voor zover het waterbelang hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan de beheerder van het water.
Het gebruik van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2 is slechts toegestaan onder de voorwaarde dat voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid waarbij de volgende normen zoals bepaald onder 7.2, 7.3 en 7.4 in acht moeten worden genomen.
Bij de bouw van iedere woning geldt dat bij oplevering van de woning sprake moet zijn van voldoende parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Onder voldoende parkeerplaatsen wordt verstaan: in het openbaar gebied aanwezige en te handhaven parkeerplaatsen, waarbij het aantal parkeerplaatsen minimaal moet bedragen:
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds afwijking kan plaatsvinden - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Afwijking is niet mogelijk, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaald in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van aanduidingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Torensteepolder fase 1b en 1c", Uitwerkingsplan Torensteepolder fase 1c.