direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Noord, eerste herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1930.BPNRD1EHERZ-3001

Toelichting

De plantoelichting bevat achtereenvolgens de volgende hoofdstukken:

1 Aanleiding

2 Toelichting en onderbouwing

3 Juridische verantwoording

4 Milieu

5 Economische uitvoerbaarheid

6 Procedurele aspecten

Hoofdstuk 1 Aanleiding

Op 11 mei 2011 heeft de gemeenteraad van Spijkenisse het bestemmingsplan 'Noord' vastgesteld. Omdat er gedurende de daaropvolgende terinzageligging geen beroepschriften bij de Raad van State werden ingediend werd het bestemmingsplan op 14 juli 2011 onherroepelijk.

Het bestemmingsplan 'Noord' omvat de woongebieden Schiekamp en Hoogwerf, de woonboulevard Spijkenisse en een deel van het Hartelpark.

Na inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Noord' is gebleken dat er een aantal weeffouten in de regels van het plan zijn geslopen. Allereerst zijn een aantal onjuiste verwijzingen opgenomen en wordt in een 5-tal artikelen in de regels abusievelijk niet naar de Staat van bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' verwezen maar naar een milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Verder is gebleken dat in het vigerende bestemmingsplan onvoldoende rekening is gehouden met diverse legaal gerealiseerde dakopbouwen in de wijken Hoogwerf en Schiekamp en dient in artikel 7.1 van de bestemming Gemengd de functie Wonen te worden opgenomen.

Voor wat betreft de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan 'Noord' is aan de hand van de praktijk geconstateerd dat er een 3-tal onjuistheden op de verbeelding zijn geslopen. Deze onjuistheden (afwijkende bestemmingen) zijn niet of onvoldoende bij de in 2010 uitgevoerde inventarisatie naar voren gekomen. Verder dient de in 2011 geplaatste UMTS-mast aan de Noordhoekseweg in het plan te worden ingepast en dienen er algemene gebruiksregels te worden opgenomen.

Aan de hand van deze 1e herziening van het bestemmingsplan 'Noord' worden de geconstateerde weeffouten/onjuistheden gecorrigeerd. Ook is een aantal verleende omgevingsvergunningen ingepast.

Deze herziening beperkt zich tot twee delen van het bestemmingsplan, t.w. de regels (hoofdstuk 2.1) en de verbeelding (hoofdstuk 2.2). Er is voor gekozen de systematiek van het vigerende bestemmingsplan aan te houden en te volstaan met zo beperkt mogelijke aanpassingen.

Voor de locatie van het voormalige uitvaartcentrum (Sportlaan 15) wordt momenteel een plan ontwikkeld voor de vestiging van twee fastfoodketens. Voor dit plan wordt een aparte procedure doorlopen zodat deze geen deel uitmaakt van onderhavige herziening.

Hoofdstuk 2 Toelichting en onderbouwing

2.1 Aanpassingen regels bestemmingsplan 'Noord'

  • A. Na inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Noord' is gebleken dat er een aantal weeffouten in de regels van het plan zijn geslopen. Het merendeel van die weeffouten zijn toe te schrijven aan het niet functioneren van de zgn. automatische 'kruisverwijzing' binnen de software Dezta die gebruikt wordt t.b.v. het opstellen van de toelichting en de regels. In Dezta worden bestemmingsplannen op systematische wijze opgesteld. Teneinde de gebruiksvriendelijkheid te verhogen wordt daarbij gebruik gemaakt van zogenaamde 'kruisverwijzingen'. Een 'kruisverwijzing' is een verwijzing, die het verband tussen twee of meer begrippen in een zgn. documentair informatie-retrieval systeem aanduidt. Als gevolg van het niet juist functioneren van de automatische kruisverwijzing zijn in een 4-tal artikelen 10 onjuiste verwijzingen geslopen. Bedoelde weeffouten/onjuiste verwijzingen dienen als volgt te worden aangepast c.q. gecorrigeerd:

    • 1. De in artikel 14.3 genoemde verwijzing naar lid 8.2 te wijzigen in lid 14.2;
    • 2. De in artikel 15.3 onder a genoemde verwijzing naar lid 31.2.2 onder c te wijzigen in lid 15.2.2 onder c;
    • 3. De in artikel 15.4 onder b genoemde verwijzing naar lid 31.1 te wijzigen in lid 15.1;
    • 4. De in artikel 15.5 onder c genoemde verwijzing naar lid 31.4 onder b te wijzigen in lid 15.4 onder b;
    • 5. De in artikel 16.2 genoemde verwijzing naar lid 32.1 te wijzigen in lid 16.1;
    • 6. De in artikel 16.3 onder a genoemde verwijzing naar lid 32.2.2 onder c te wijzigen in lid 16.2.2 onder c;
    • 7. De in artikel 16.4 onder b genoemde verwijzing naar lid 32.1 te wijzigen in lid 16.1;
    • 8. De in artikel 16.5 onder c genoemde verwijzing naar lid 32.4 onder b te wijzigen in lid 16.4 onder b;
    • 9. De in artikel 17.2 genoemde verwijzing naar lid 33.1 te wijzigen in lid 17.1;
    • 10. De in artikel 17.3 onder a genoemde verwijzing naar lid 33.1 te wijzigen in lid 17.1.

  • B. In een 5-tal artikelen in de regels van het vigerende bestemmingsplan 'Noord' wordt abusievelijk niet naar de Staat van bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' verwezen maar naar een milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze onjuiste verwijzingen dienen als volgt te worden aangepast c.q. gecorrigeerd:
    • 1. De in artikel 15.4 onder b genoemde verwijzing naar “milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten” te wijzigen in “categorie B1 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', “;
    • 2. De in artikel 15.5 onder c, genoemde verwijzing naar “milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten” te wijzigen in “categorie B2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' ”;
    • 3. De in artikel 16.4 onder b, genoemde verwijzing naar “milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten” te wijzigen in “categorie B1 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' “;
    • 4. De in artikel 16.5 onder c, genoemde verwijzing naar “milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten” te wijzigen in “categorie B2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' “;
    • 5. De in artikel 17.3 onder b, genoemde verwijzing naar “milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten” te wijzigen in “categorie B1 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' “.
  • C. Aan de Lisstraat 82 t/m 94 en 82a t/m 94a zijn in de plint winkels (waaronder de Kringloopwinkel Het Goede Doel) en daarboven woningen gerealiseerd. Terecht hebben de desbetreffende gronden dan ook de bestemming Gemengd (GD) in het vigerende bestemmingsplan 'Noord' gekregen. In artikel 7.1. van de regels is echter verzuimd dat de voor Gemengd aangewezen gronden naast detailhandel, horeca 1 en 3 en kantoren ook voor wonen mogen worden gebruikt. Deze omissie dient als volgt te worden aangepast c.q. gecorrigeerd:
    • 1. In artikel 7.1 wordt onder d een nieuw sublid opgenomen om de functie wonen toe te staan, en
    • 2. In artikel 7.1 onder d (oud) te vernummeren in artikel 7.1 onder e.

  • D. Zowel in de wijk Hoogwerf als Schiekamp zijn met bouw-/omgevingsvergunningen een groot aantal dakopbouwen in diverse vormen gerealiseerd die qua goot- en/of bouwhoogte in strijd zijn met het vigerende bestemmingsplan 'Noord'. De strijdigheid is gelegen in het feit dat bij de bestemmingen Wonen-1 en Wonen-2 (eengezinshuizen) standaard een maximale goot- en bouwhoogte is opgenomen van respectievelijk 6 en 8 meter. Met toepassing van de algemene afwijkingsregel van 10% als bedoeld in artikel 25 onder a van de regels kan de maximale goothoogte worden verhoogd naar 6,60 meter (6 m + 10%) en de maximale bouwhoogte naar 8,80 meter (8 m + 10%). Bij het realiseren van bepaalde dakopbouwen kan een nieuwe en hogere goothoogte ontstaan welke goothoogte hoger is dan de toegestane hoogte van 6,60 m (incl. afwijking). Gemiddeld wordt die nieuwe goothoogte bij het realiseren van bepaalde dakopbouwen 1,20 tot 1,50 meter hoger. Bij het bepalen van al dan niet een nieuwe en hogere goothoogte is van belang hoe in de regels van het bestemmingsplan de wijze van meten van de goothoogte is bepaald. In artikel 2 van het vigerende bestemmingsplan 'Noord' is de goothoogte van een bouwwerk als volgt bepaald: Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Ook de maximaal toegestane bouwhoogte van 8,80 m (incl. afwijking) is vaak niet voldoende bij het realiseren van bepaalde dakopbouwen. Hier ligt de grens op 9,00/9,50 meter. Tegen dergelijke dakopbouwen bestaan vanuit ruimtelijk en stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaar en met een positief advies van de welstandscommissie zijn inmiddels diverse vergunning verleend. Op dit moment kan uitsluitend met toepassing van artikel 4 onder 1 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een omgevingsvergunning voor het bouwen van bepaalde dakopbouwen worden verleend. Het verdient daarom aanbeveling de kwestie thans in deze 1e herziening van het bestemmingsplan zodanig te regelen dat toekomstige aanvragen niet alleen sneller maar ook efficiënter kunnen worden afgehandeld. De inpassing van een dakopbouw vraagt echter om een zorgvuldige afweging van belangen. Derhalve is ervoor gekozen om de mogelijkheid voor het bouwen van afwijkende dakopbouwen bij de bestemmingen 'Wonen-1' en 'Wonen-2' te regelen via een afwijkingsbevoegdheid. De afwijkingsbevoegdheid komt er op neer dat burgemeester en wethouders als bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van de vastgelegde goot- en/of bouwhoogte. Uiteraard is het verlenen van de afwijking gebonden aan een maximum en aan voorwaarden. Voorgesteld wordt daarom om artikel 15.3 (afwijken van de bouwregels bij Wonen -1) uit te breiden met een derde lid (onder c) luidende als volgt: van de bouwregels bij Wonen-1) uit te breiden met een derde lid (onder c) luidende:

“Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1 onder b en c en toestaan dat:

  • a. de gestelde goothoogte met maximaal 1,50 m wordt verhoogd;
  • b. de gestelde bouwhoogte met maximaal 1,50 m wordt verhoogd,

mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundige beeld.”

en aanvullend artikel 16.3 (afwijken van de bouwregels bij Wonen-2) uit te breiden met een derde lid (onder c) luidende als volgt: “Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder b en c en toestaan dat:

  • a. de gestelde goothoogte met maximaal 1,50 m. wordt verhoogd;
  • b. de gestelde bouwhoogte met maximaal 1,50 m wordt verhoogd,

mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundige beeld”.

E. In het vigerende bestemmingsplan 'Noord' is abusievelijk nagelaten Algemene gebruiksregels op te nemen. In Algemene gebruiksregels wordt standaard opgenomen dat het verboden is om gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en). Zonder een dergelijke bepaling kan geen bestuursdwang worden toegepast. Voorgesteld wordt om in een nieuw artikel 22a de volgende Algemene gebruiksregels op te nemen:

  • A.
    "Artikel 22a Algemene gebruiksregels
  • B.
    22a.1 Verbod
  • C.
    Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
  • D.
    22a.2 Strijdig gebruik

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:

    • a. de opslag van oude metalen, schroot, lompen, papier, puin of vuilnis;
    • b. de opslag van rij- of voertuigen, die voor de sloop bestemd zijn, of reeds gedeeltelijk gesloopt zijn, of daaruit reeds gesloopte materialen;
    • c. het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
    • d. verkooppunt voor motorbrandstoffen;
    • e. standplaats voor onderkomens, uitgezonderd kampeerwagens en tenten indien gelijktijdig niet meer dan één kampeerwagen en/of tent per bouwperceel wordt/worden geplaatst en deze niet voor bewoning wordt/worden gebruikt;
    • f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting is verboden.
  • A.
    22a.3 Niet naleving
  • B.
    Bij niet naleving van de aan een ontheffing verbonden voorwaarden, wordt het betrokken strijdige gebruik geacht plaats te vinden zonder ontheffing.”.

F. In de bestemmingsplannen voorafgaande aan het huidige vigerende bestemmingsplan 'Noord' was het mogelijk om carports tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw te realiseren. Met name in de wijk Schiekamp zijn veel carports op die wijze gerealiseerd. In het bestemmingsplan 'Noord' is die mogelijkheid geschrapt. Zo is in artikel 15.2.2 onder c. bepaald dat aan– en uitbouwen, bijgebouwen, carports en overkappingen minimaal 3 meter achter de voorgevel dienen te worden gerealiseerd. In de praktijk worden echter nog steeds (omgevings-)vergunning aangevraagd voor het realiseren van carports tot aan de voorgevel van het hoofdpand. Daarbij beroepen de aanvragers zich op het zgn. gelijkheidsbeginsel. Omdat er uit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaren bestaan tegen het realiseren van dergelijke carports wordt met een bijzondere Wabo-procedure uiteindelijk de gevraagde vergunning verleend. Het verdient dan ook de voorkeur om de kwestie thans permanent te regelen en wel zodanig dat de eigenaren/bewoners weer tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw een carport of overkapping kunnen realiseren. In dat kader stellen wij u voor de woorden 'carports en overkappingen' zoals bedoeld in artikel 15.2.2. onder c van de regels behorende bij het bestemmingsplan 'Noord' te schrappen. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen naar onze mening uit planologisch oogpunt wel minimaal 3 meter achter de voorgevel te worden gerealiseerd.

Resumerend wordt voorgesteld om de woorden 'carports en overkappingen' zoals bedoeld in artikel 15.2.2 onder c van de regels behorende bij het bestemmingsplan 'Noord' te schrappen zodat genoemd artikel als volgt komt te luiden: 'c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 3 meter achter de voorgevel te worden gerealiseerd'.

G. De locatie van het Manhave gebouw aan de Hoogwerfsingel 2 heeft in het huidige vigerende bestemmingsplan "Noord' de bestemming 'gemengd', waar detailhandel, horeca 1 en 3 en kantoren mogen. Abusievelijk zijn detailhandel en kantoren ook toegestaan in de kantoortoren, hetgeen ruimtelijk niet wenselijk is. Voorgesteld wordt om artikel 7 Gemengd zodanig aan te passen dat detailhandel uitsluitend is toegestaan op de begane grond en horeca uitsluitend op de begane grond en lager (daar waar de bowlingbaan is gevestigd).

2.2 Aanpassingen verbeelding bestemmingsplan 'Noord' (en als gevolg daarvan aanpassingen van de regels)

  • A. Op 5 maart 2009 is met vrijstelling ex artikel 19, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bouwvergunning verleend voor het verbouwen van een bouwmarkt gelegen aan de A.M. de Jongstraat 6 tot sportschool t.b.v. Basic-Fit. De sportschool is op de begane grond gevestigd. Op de 1e verdieping bevindt zich een voormalige bedrijfswoning (A.M. de Jongstraat 8). Tijdens de in 2010 uitgevoerde inventarisatie is deze bovenwoning niet naar voren gekomen. Met behoud van de bestemming 'Sport' op de begane grond wordt voorgesteld:
  • a. voor de woning aan de A.M. de Jongstraat 8 op de verbeelding de functie-aanduiding 'wonen' op te nemen,
  • b. voor (uitsluitend) de woning een maximum bouwhoogte van 8 meter (4 m bestaande hoogte sportschool + 4 m bestaande hoogte woning) op te nemen.

In de regels dient in de bestemming Sport (artikel 10) onder lid 10.1 (bestemmingsomschrijving) een nieuw sublid te worden opgenomen om de functie 'wonen' toe te staan binnen de aanduiding. De regels worden als volgt aangepast:

    • a. In artikel 10.1 onder b wordt een nieuw sublid opgenomen dat als volgt luidt: b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens 'wonen' , en
    • b. Artikel 10.1 onder b t/m f (oud) te vernummeren in artikel 10.1 onder c t/m g.

B. Op 6 juli 2007 is met vrijstelling ex artikel 19, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een bouwvergunning verleend voor het vergroten van een reeds bestaande dans & partycentrum en het bouwen van een (boven-)woning ter plaatse van de locatie Slauerhoffstraat 4. Na realisering van de bovenwoning is aan de woning het huisadres Slauerhoffstraat 6 gegeven. Tijdens de in 2010 uitgevoerde inventarisatie is de genoemde bovenwoning niet naar voren gekomen. De gronden van het dans & partycentrum en bovenwoning hebben thans uitsluitend de bestemming 'Maatschappelijk' met daarbij de aanduiding SM-1 (tevens wijkcentrum en ontmoetingscentrum). Met behoud van de bestemming 'Maatschappelijk' op de begane grond wordt voorgesteld voor de woning aan de Slauerhoffstraat 6 op de verbeelding de functie-aanduiding 'wonen' op te nemen,

In de regels dient in de bestemming Maatschappelijk (artikel 9) onder lid 9.1 (bestemmingsomschrijving) een nieuw sublid te worden opgenomen om de functie 'wonen' toe te staan. De regels worden als volgt aangepast:

  • In artikel 9.1 onder h wordt een nieuw sublid opgenomen dat als volgt luidt: h. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens 'wonen', en
  • Artikel 9.1 onder h (oud) te vernummeren in artikel 9.1 onder i.

C. Op grond van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening is bij besluit van 23 september 2010 aan een inwoonster van de gemeente Spijkenisse een ontheffing verleend voor het vestigen van een kapsalon in een gedeelte van de benedenverdieping van het pand Akeleistraat 22. De kapsalon opereert onder de naam Hair & Beauty salon The Magic Mirror en is ca. 80 m2 groot. Voor het aanvragen van de ontheffing was ter plaatse legaal en geheel conform de bepalingen van het toen nog vigerende bestemmingsplan 'Schiekamp/Hoogwerf, herziening 1981' een sauna-inrichting gevestigd. Om die reden bestond dan ook geen bezwaar tegen het gewijzigde gebruik en is de gevraagde ontheffing verleend. Nagelaten is echter om het afwijkende gebruik van een gedeelte van het pand Akeleistraat 22 ook in het bestemmingsplan 'Noord' op te nemen. Met behoud van de bestemming 'Wonen-1' wordt voorgesteld de contouren van de kapsalon met de functie-aanduiding 'dv' (dienstverlening) op de verbeelding op te nemen en in de regels een maximum bedrijfsvloeroppervlakte van 80 m2 op te nemen.

In de regels dient voorts in de bestemming Wonen–1 (artikel 15) onder lid 15.1 bestemmingsomschrijving een nieuw sublid te worden opgenomen om de functie dienstverlening toe te staan binnen de aanduiding. In dat kader dienen de regels als volgt te worden aangepast:

  • In artikel 15.1 onder c wordt een nieuw sublid opgenomen dat als volgt luidt: c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', tevens 'dienstverlening' met een maximum vloeroppervlak van 80 m2;
  • Artikel 15.1 onder c (oud) te vernummeren in artikel 15.1 onder d.

D. Op 29 april 2005 werd van KPN Mobiel The Netherlands een aanvraag om bouwvergunning ontvangen voor het plaatsen van een UMTS-mast op een perceel aan de Noordhoekseweg. Omdat er de nodige onrust in Spijkenisse was ontstaan omtrent mogelijke gezondheidseffecten van UMTS-masten werd – alvorens een beslissing op de aanvraag zou worden genomen – de resultaten van een Zwitsers onderzoek over de mogelijke gevolgen van UMTS-zendmasten voor de volksgezondheid afgewacht. Toen de resultaten van dat Zwitsers onderzoek bekend werden is mede op basis van de uitkomsten van dat onderzoek de gevraagde bouwvergunning bij besluit van 30 november 2006 geweigerd en werd geen vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 3, WRO gestart. Van belang is hierbij dat de bouwaanvraag in strijd was met het toen nog vigerende bestemmingsplan 'Schiekamp-Hoogwerf, herziening 1981'. De aanvrager heeft het weigeringsbesluit aangevochten. Eerst via een bezwaarschriftenprocedure en vervolgens in beroep bij de Rechtbank Rotterdam. Bij uitspraak van 13 februari 2008 oordeelde de Rechtbank Rotterdam dat de gevraagde vergunning niet op grond van angst om gezondheidsrisico's als gevolg van elektromagnetische straling geweigerd had mogen worden. De Rechtbank bepaalde dat er een nieuwe beslissing op bezwaar zal moeten worden genomen (d.w.z. intrekking weigeringsbesluit) en dat er alsnog een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 3, WRO dient te worden gevolgd. Geheel conform de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam besloot het college van burgemeester en wethouders op 11 maart 2008. Na het volgen van bovengenoemde RO-procedure werd uiteindelijk op 10 juni 2008 de bouwvergunning voor het plaatsen van een UMTS-mast nabij de Noordhoekseweg verleend. Daarmee was de zaak nog niet geklaard, want een in het gebied actieve woningbouwvereniging verzocht de gemeente om voor de UMTS-mast een andere locatie te gaan zoeken die verder van haar woningen is gelegen. Na overleg met de vergunninghouder werd uiteindelijk een alternatieve locatie eveneens nabij de Noordhoekseweg maar nu meer naar het Voedingskanaal in het Hartelpark gevonden. Na diverse protesten werd op 22 september 2011 de omgevingsvergunning verleend. De vergunning werd in maart 2012 onherroepelijk. De UMTS-mast dient thans in het bestemmingsplan te worden ingepast. In dat kader wordt voorgesteld:

  • Aan de hand van de aanduiding “am” de bestaande locatie van de UMTS-mast in de bestemming Groen op de verbeelding op te nemen;
  • In artikel 1 (begrippen) onder 1.45 de volgende begripsbepaling op te nemen: “Antenne (installatie): Een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de wel of niet in de techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.”
  • In artikel 8.1 onder g als aanvullende bestemmingsomschrijving bij de bestemming Groen een nieuw sublid met de volgende tekst op te nemen: “g. ter plaatse van de aanduiding (am): een antennemast”;
  • De tekst van het bepaalde in artikel 8.2 onder b (bestemming Groen), t.w. “de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.” te vervangen door de volgende tekst: “b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
  • 1. Bouwhoogte van de antennemast als bedoeld in lid 8.1 onder g: 40 m;
  • 2. Bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten: 9 m;
  • 3. Bouwhoogte van speeltoestellen: 5 m;
  • 4. Bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.”

E. Ten behoeve van de concentratie van de verschillende rayons van Stadsbeheer, zijn diverse alternatieven opgesteld. Eén van de mogelijke locaties is een concentratie op de locatie Voorweg 9 waar momenteel rayon Noord is gevestigd. Onderhavig bestemmingsplan houdt rekening met deze mogelijkheid, hoewel op dit moment nog een andere alternatieve locatie buiten onderhavig bestemmingsplangebied onderzocht wordt. Eventuele uitbreiding van bebouwing past reeds binnen het nu geldende bestemmingsplan "Noord". De aanpassingen zijn van ondergeschikte aard.

Planvorming

Eerder was ook het plan om vervangende accommodatie te zoeken voor de ernaast gelegen kynologenvereniging. Met name de eventuele vervangende accommodatie/locatie voor de kynologenvereniging in de directe omgeving vormde de aanleiding voor een handtekeningenaktie, burgerinitiatief en internetpetitie. Reden voor deze acties is de vrees voor het kappen van veel bomen als de kynologenvereniging een alternatieve locatie in het Hartelpark (Oost) zou krijgen. Om concreet inzicht te krijgen over de impact van zo'n verhuizing voor het Hartelpark zijn voor de beoogde locaties (huidige locaties en mogelijk toekomstige locatie van de kynologenvereniging en de locatie voormalig Rayon Noord) onderzoeken gedaan naar flora&fauna, de staat van de bomen en de stand van de vleermuizen. Gezien de getoonde betrokkenheid vanuit de directe woonomgeving en de uitkomsten van de onderzoeken is gezocht naar alternatieven voor zowel de centrale huisvesting van Stadsbeheer alsook de kynologenvereniging.

Dit heeft geleid tot een nieuwe planvorm waarbij er een concentratie plaatsvindt van Stadsbeheer op locatie rayon Noord. Als alternatief voor de nu door de Welplaat in gebruik zijnde gronden wordt met hen gesproken over herontwikkeling van de voormalige locatie van rayon West. Het voordeel van deze ontwikkeling is dat voor de kynologenvereniging geen alternatieve locatie behoeft te worden gezocht en de bouwplannen voor de centrale huisvesting van Stadsbeheer zich beperken tot de huidige locatie aan de Voorweg inclusief het nu nog door de Welplaat in gebruik zijnde terrein. De recentelijk nieuw gebouwde kantine van de Welplaat wordt daarbij overgenomen. Deze ontwikkeling blijft binnen de kwaliteitskaders van de drie eerder genoemde onderzoeken. Zoals gesteld wordt dit plan wellicht niet uitgevoerd. De boerderij maakt geen deel uit van Stadsbeheer en komt vrij voor verkoop c.q. andere gebruiksvormen. Dit is momenteel nog onvoldoende concreet, zodat de huidige bestemming gehandhaafd blijft. Gaande de bestemmingsplanprocedure wordt bekeken of een nieuwe functie inpasbaar is.

Ondergeschikte aanpassingen

De gronden hebben in het vigerende bestemmingsplan 'Noord' de bestemming 'M' (Maatschappelijk) met de functieaanduiding SM-2 (specifieke vorm van maatschappelijk - 2 waaronder opslag, parkeren en kantoren t.b.v. openbare dienstverlening).

De gronden rondom het rayon hebben de bestemming 'Tuin' ('T'). Gebleken is dat reeds bestaande opstallen en verhardingen van het rayon - met name t.b.v. het Sociaal Werkvoorzieningsschap De Welplaat - niet op gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' ('M') maar op gronden met de bestemming 'Tuin' ('T') zijn gerealiseerd. Voorgesteld wordt deze omissie te corrigeren en daartoe de bestemming 'Maatschappelijk' met de functieaanduiding SM-2 richting Voorweg te verleggen. Teneinde de gestelde maximum bebouwingspercentage van het aangrenzende terrein met de bestemming Maatschappelijk en de aanduiding SM-2 ook op het aanvullende terrein van toepassing te kunnen verklaren zijn beide gebieden op de verbeelding opgenomen. De groene band rondom het gebied blijft gehandhaafd, waarbij de bestemming 'Tuin' wordt uitgebreid op de locatie van de aanwezige boomgaard.

Aanvullend wordt voorgesteld bij de bestemming 'M' (Maatschappelijk) de in artikel 9.1 onder h genoemde ondergeschikte functies uit te breiden met water. Met die aanvulling wordt de mogelijkheid gecreëerd om de uitbreiding van verhard oppervlak (inclusief de bouw van een nog te realiseren loods) van het terrein van rayon Noord binnen hetzelfde peilgebied op grond van de Waterwet, Provinciale waterverordening en het waterbeheerplan Hollandse Delta 2009 te compenseren door middel van het verbreden van bestaande sloten. Artikel 9.1 onder h komt dan als volgt te luiden: "h. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen."

F. Inpassen verleende omgevingsvergunningen

a. 't Plateau 3: uitbreiding van de Lidl. Het bouwvlak en de bouwhoogte worden groter. Dit betekent een aanpassing op de verbeelding;

b. Hoogwerfsingel 1: Crazy Golf. De functie wijzigt van Bedrijf naar sport/recreatie. De verbeelding wordt gewijzigd;

c. Vondelsingel 51: De vestiging van een horeca-inrichting met afhaal en bezorgservice wordt mogelijk gemaakt (horeca categorie 3a). De bestaande aanduiding uit artikel 17.1 onder c van bestemmingsplan Noord is niet conform SVBP2012 zodat de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - horeca uit de categorie 3a' aan de regels wordt toegevoegd en op de verbeelding wordt opgenomen;

d. Papaverpad 1: De bedrijfsfunctie wordt gewijzigd in Wonen-1. De verbeelding wordt hierop aangepast;

e. Lucebertstraat 28: Watertuin/wereldkeuken. De functie - alleen op de eerste verdieping- wijzigt van detailhandel naar horeca (categorie 1b). Artikel 5.1. wordt hierop aangepast. In de verbeelding wordt een nadere aanduiding opgenomen.

Hoofdstuk 3 Juridische verantwoording

Deze herziening beperkt zich tot twee delen van het bestemmingsplan, t.w. de regels (hoofdstuk 2.1) en de verbeelding (hoofdstuk 2.2). Er is voor gekozen de systematiek van het vigerende bestemmingsplan aan te houden en te volstaan met zo beperkt mogelijke aanpassingen. Deze herziening/verbetering van de regels heeft betrekking op het volledige bestemmingsplan 'Noord' en niet alleen de plandelen die op de verbeelding met deze herziening worden herzien. De herziening van de verbeelding heeft uitsluitend betrekking op de plandelen behorende bij deze herziening.

Hoofdstuk 4 Milieu

De in deze herziening opgenomen onderdelen betreffen voornamelijk kleine reparaties c.q. aanpassingen van het vigerende bestemmingsplan “Noord” die geen consequenties hebben op de milieukwaliteit (bodemkwaliteit, externe veiligheid, luchtkwaliteit, geluid en milieuzonering) in het gebied. Voor de milieuaspecten van dit plan wordt daarom verwezen naar de tekst in hoofdstuk 5 van het vigerende bestemmingsplan “Noord”.

4.1 Water

De in deze herziening opgenomen onderdelen betreffen voornamelijk kleine reparaties c.q. aanpassingen van het vigerende bestemmingsplan “Noord” die geen consequenties hebben op het water in het gebied. Voor het onderdeel water van dit plan wordt daarom verwezen naar de tekst in hoofdstuk 5 van het vigerende bestemmingsplan “Noord”. Omdat in dit hoofdstuk nog gesproken wordt van het waterbeheerprogramma 2009-2015, wordt deze tekst geactualiseerd.

Waterbeheerprogramma 2016-2021

Vanaf 2016 is er een nieuw waterbeheer programma van kracht. Het programma bestaat uit een statisch en een dynamisch deel. Het statisch deel bevat de doelen die het waterschap wil bereiken, zowel op de lange termijn als voor de planperiode. Het dynamisch deel bevat de maatregelen die nodig zijn om de doelen uit het statisch deel te realiseren.

Het plan bevat doelen en maatregelen voor de thema's Calamiteitenzorg, Water en Ruimte, Waterveiligheid, Voldoende Water, Schoon water en Waterketen. Voor het thema water en ruimte is de nadere uitwerking van de deltabeslissing ruimtelijke adaptatie de belangrijkste ontwikkeling. Hierbij wordt uitgegaan van meerlaagse veiligheid: preventie (laag 1), ruimtelijke inrichting (laag 2) en crisisbeheersing (laag 3). Voor Hollandse Delta ligt de nadruk op de eerste laag: een overstroming voorkomen door middel van (primaire) waterkeringen. Voor de tweede laag is als doel geformuleerd dat de ruimtelijke inrichting bijdraagt aan het beperken van de gevolgen van een overstroming.

Voorweg 9

Zoals onder hoofdstuk 2.2 onder E. is benoemd, was eerder het plan om de rayons van stadsbeheer te concentreren op de locatie Voorweg 9. Daartoe is onderzoek gedaan. Inmiddels wordt een alternatieve locatie buiten onderhavig bestemmingsplangebied onderzocht. Zolang er nog geen definitieve locatie is, maakt onderhavig bestemmingsplan een eventuele samenvoeging mogelijk. Daarbij geldt de volgende waterparagraaf.

Huidige situatie water, bodem en riolering

De werkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van rayon Noord in verband met de centrale huisvesting van de afdeling Stadsbeheer bestaan uit het aanleggen van een verhard (opslag)terrein inclusief nieuwe loods op het perceel ten noorden van de huidige locatie Voorweg 9. Op dit terrein, kadastraal bekend sectie E, nummer 3657, bevindt zich momenteel een dependance van de sociale werkplaats De Welplaat op het adres Voorweg 9a en b.

Het terrein maakt onderdeel uit van peilgebied nr. 5.08 van het waterschap Hollandse Delta. Het te handhaven peil, zijnde het bestaande polderpeil van het achterliggend landelijk gebied, bedraagt -2,25 m NAP. De drooglegging ter plaatse van deze locatie bedraagt ruim 1.00 meter. Zowel de panden van Voorweg 9 als die van 9a en 9b staan via een drukrioleringsstelsel aangesloten op het gemengde rioolstelsel van de wijk Hoogwerf in Spijkenisse Noord. In de huidige situatie is peilgebied nr. 5.08 niet gevoelig voor wateroverlast.

Invulling beleidsdoelen

In het Waterstructuurplan dat in samenwerking met de waterbeheerders voor het stedelijk gebied van Spijkenisse is opgesteld, worden in het kader van de wateropgave géén extra maatregelen voorgesteld voor peilgebied 5.08. Berekeningsresultaten tonen aan dat het gebied niet gevoelig is voor wateroverlast.

In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Spijkenisse is voor het stedelijk gebied een maatregelenpakket opgenomen om de vuilemissie vanuit de gemengde rioolstelsels in de gemeente dusdanig te reduceren dat hiermee voldaan word aan de zogenaamde "basisinspanning. Voor het bemalingsgebied in Spijkenisse Noord waar deze locatie onder valt zijn deze maatregelen inmiddels uitgevoerd. Hiermee voldoet dit gebied aan de eisen en voorwaarden zoals gesteld in de Wet milieubeheer.

Consequenties uitbreiding locatie rayon Noord Voorweg 9

De afvoer van het hemelwater vindt plaats op de naastliggende sloten en de DWA afvoer zal op de reeds aanwezige drukriolering van Voorweg 9 worden aangesloten. Door de aanleg van het nieuwe opslagterrein en de bouw van de nieuwe loods neemt het afvoerend verhard dak- en straatoppervlak per saldo met 1742 m²af. Daarnaast zal een bestaande sloot met een wateroppervlak van 17 m² op het terrein worden gedempt. Op basis van deze gegevens dient conform het beleid van het waterschap Hollandse Delta een compensatie van 10% van 1742 m² = 175 m² (Fv) + 17 m² (demping) = 192 m² aan extra wateroppervlak te worden gegraven.

Deze compensatie werd in eerste instantie voorzien in het naastgelegen parkgebied Hartel door de bestaande waterpartij met ca. 2 meter te verbreden (zie tekening nr. 17-60-1071-A, d.d. 04-12-2014), waarna er gezien de in het Waterstructuurplan getrokken conclusies ten aanzien van de wateropgave in dit peilgebied verder geen aanvullende waterhuishoudkundige maatregelen meer noodzakelijk worden geacht. Inmiddels zijn afspraken gemaakt tussen de gemeente Nissewaard en het Waterschap Hollandse Delta over het maken van natuurvriendelijke oevers langs de Vierambachtenboezem. De afspraken behelzen het realiseren van de vereiste compensatie in dit werk en de verdeling van de kosten daarvan. De kosten voor de watercompensatie ten behoeve van de realisatie van de Centrale Huisvesting Stadsbeheer maken deel uit van de stichtingskosten.

4.2 Ecologie

De in deze herziening opgenomen onderdelen betreffen voornamelijk kleine reparaties c.q. aanpassingen van het vigerende bestemmingsplan “Noord” die geen consequenties hebben op de ecologie in het gebied. Voor het onderdeel ecologie van dit plan wordt daarom verwezen naar de tekst in hoofdstuk 5 van het vigerende bestemmingsplan “Noord”.

4.3 Cultuurhistorie en archeologie

De in deze herziening opgenomen onderdelen betreffen voornamelijk kleine reparaties c.q. aanpassingen van het vigerende bestemmingsplan “Noord” die geen consequenties hebben op de cultuurhistorie en archeologie in het gebied. Voor het onderdeel cultuurhistorie en archeologie van dit plan wordt daarom verwezen naar de tekst in hoofdstuk 5 van het vigerende bestemmingsplan “Noord”.

Hoofdstuk 5 Economische uitvoerbaarheid

In het vigerende bestemmingsplan 'Noord' wordt in hoofdstuk 6 de economische uitvoerbaarheid van het plan verantwoord. In deze 1e herziening worden geen nieuwe planologische ontwikkelingen mogelijk gemaakt zodat het vaststellen van een (aanvullend) exploitatieplan achterwege kan blijven.

Hoofdstuk 6 Procedurele aspecten

In het kader van het overleg op basis van artikel 3.1.1. van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan bij e-mailbericht van 16 december 2014 toegezonden aan de daarvoor in aanmerking komende instanties. De instanties werden verzocht vóór 30 januari 2015 een advies uit te brengen. De volgende reacties zijn ontvangen.

Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid geeft aan dat - kijkend naar haar belangen - zij geen opmerkingen heeft op het bovengenoemde plan.

Waterschap Hollandse Delta geeft aan in te stemmen met de waterparagraaf die inmiddels in hoofdstuk 4 is opgenomen.

De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond geeft aan dat eerder een inhoudelijke vooroverlegreactie is gegeven op bestemmingsplan Noord. Omdat onderhavige voorziening betrekking heeft op 'weeffouten' verandert er niets op het gebied van externe veiligheid. Verwezen wordt naar het algemene advies op bestemmingsplan Noord.

In het kader van afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf 20 april 2016 voor de duur van zes weken in het stadhuis ter inzage gelegen. De stukken waren eveneens via de gemeentelijke website en www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen. Gedurende deze periode was het voor een ieder mogelijk om mondeling of schriftelijk een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan te geven. Er zijn geen zienswijzen ingediend, zodat het bestemmingsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad is aangeboden.