direct naar inhoud van 3.7 Bodem en water
Plan: Buitengebied Nieuw-Lekkerland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BuitengebiedNLL-VG01

3.7 Bodem en water

In deze paragraaf is bestaande situatie van de bodem en het grond- en oppervlaktewater beschreven. Tevens wordt ingegaan op de nieuwe beleidslijn Grote Rivieren.

3.7.1 Bodem en grondwater

Het plangebied omvat het gehele buitengebied van de gemeente Nieuw-Lekkerland. Het plangebied bestaat voornamelijk uit agrarische gronden met bijbehorende bebouwing en verharding. Uit gegevens van het Waterschap Rivierenland blijkt dat de bodem evenwijdig aan de Lek vooral uit klei bestaat. Verder landinwaarts komen vooral veengronden voor. Aan de Lek in het westen van het plangebied bestaat de bodem uit zeeklei.

3.7.2 Waterkwantiteit

Binnen het plangebied zijn een aantal A-watergangen aanwezig, zoals de Tiendwetering, de Oude watering en de Groote- of Achterwaterschap. De Hooge Boezem van de Overwaard is aangemerkt als C-water. De Hoge Boezems van Kinderdijk hebben een belangrijke functie voor de regionale waterbeheersing. Op de verbeelding zijn alle A-watergangen opgenomen met de bestemming Water.

3.7.3 Watersysteemkwaliteit en ecologie

Het Achterwaterschap maakt onderdeel uit van het KRW-waterlichaam Veenvaarten Overwaard. Ook de Hooge Boezem van de Overwaard is aangemerkt als KRW-waterlichaam. Verder maakt de Lek deel uit van het KRW-waterlichaam 'Zoet getijdenwater op zand/klei'. Een deel van het plangebied is aangemerkt als grondwaterbeschermingsgebied.

3.7.4 Veiligheid en waterkeringen

De waterkering langs de Lek is aangemerkt als primaire waterkering. Daarnaast zijn de kades van de Groote- of Achterwaterschap aangemerkt als boezemkade. De waterkering langs de Lek en de boezemkades van de Groote- of Achterwaterschap zijn aangemerkt als primaire waterkering. De Lekdijk en de nabije omgeving kunnen als gevolg van de dijkverbetering wijzigen.

3.7.5 Afvalwaterketen en riolering

Binnen het plangebied is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig. Door het gebied liggen verschillende rioolwatertransportleiding om het water naar de RWZI te transporteren. Op of rondom de gronden waar een rioolwatertransportleiding ligt, mag in principe niet worden gebouwd.

3.7.6 Nieuwe beleidslijn Grote Rivieren

De nieuwe beleidslijn heeft een ontwikkelingsgerichte opzet, die in het verlengde van de Nota Ruimte gewenst wordt. Er komen meer mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de randvoorwaarden die een veilige afvoer en berging van het rivierwater waarborgen.

Er wordt onderscheid gemaakt in twee regimes: stroomvoerend en bergend regime. De Lek is volledig aangewezen stroomvoerend regime. Onder dit regime zijn alleen riviergebonden activiteiten toegestaan. Niet-riviergebonden activiteiten zijn hier niet toegestaan, tenzij sprake is van onder meer een groot openbaar belang. Voor functieveranderingen binnen bestaande gebouwen óf activiteiten die met rivierverruiming per saldo meer ruimte voor de rivier opleveren op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie, is toestemming mogelijk. Rijkswaterstaat is momenteel doende om deze beleidslijn Grote Rivieren concreter uit te werken met een consequente visie voor het wel of niet toestaan van bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen. De definitieve invulling van deze visie laat echter voorlopig nog op zich wachten.