direct naar inhoud van 4.1 Inleiding
Plan: Buitengebied Liesveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BuitengebiedLSV-VG01

4.1 Inleiding

De gemeente heeft ervoor gekozen om het vigerende bestemmingsplan Buitengebied van Liesveld als uitgangspunt te nemen voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. Dit heeft er mee te maken dat de gemeente het bestemmingsplan allereerst wil herzien vanwege de wettelijke verplichting om voor 1 juli 2013 een digitaal bestemmingsplan gereed te hebben voor het buitengebied.

4.1.1 Opgave voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied

De opgave voor dit bestemmingsplan bestond dan ook niet uit het opnieuw formuleren van een gebiedsvisie voor het buitengebied en het daaraan koppelen van nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden. Belangrijkste opgave voor dit bestemmingsplan is het zo accuraat mogelijk bestemmen van de huidige situatie.

Daarnaast wordt de 1e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied in dit bestemmingsplan geïntegreerd. In deze herziening zijn onder andere de uitspraken van Gedeputeerde Staten en Raad van State op het vigerende bestemmingsplan Buitengebied verwerkt en is beleid geformuleerd ten aanzien van nevenfuncties bij agrarische bedrijven.

Ontwikkelingsruimte

Dit betekent niet dat in het bestemmingsplan geen enkele ontwikkelingsruimte is opgenomen. Tijdens het tafeltjesoverleg, dat is gehouden in november 2010, hebben de agrarische ondernemers de mogelijkheid gehad hun wensen ten aanzien van de omvang en vorm van het bouwvlak kenbaar te maken. Bij het beoordelen van de wensen is door de gemeente meegewogen in hoeverre de uitbreiding of vormverandering noodzakelijk is voor een volwaardige en duurzame agrarische bedrijfsvoering.

Ook de nevenfuncties zoals opgenomen in de 1e herziening bieden de mogelijkheid voor verbreding van de agrarische bedrijfsvoering, een ontwikkeling die zich steeds vaker in het buitengebied voordoet.

De ontwikkelingsmogelijkheden voor wonen en niet-agrarische bedrijvigheid zijn in het buitengebied beperkt. Dit is echter niet veranderd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan en heeft alles te maken met het restrictieve beleid van de provincie.

Voor wat betreft de bescherming en ontwikkeling van de in het plangebied voorkomende waarden zijn de uitgangspunten hieromtrent uit het vigerende bestemmingsplan nog steeds actueel.

Actualisering

Ondanks de ogenschijnlijke conserverende opgave voor het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied, waarbij het beleid van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld 1999) als uitgangspunt dient, moet er wel aandacht zijn voor actualisatie van dat beleid en voor nieuwe thema's die voortkomen uit onder andere provinciale structuurvisie en verordening. Dit heeft met name betrekking op de regels ten aanzien van de teelt van maïs en de maximale omvang van het bouwvlak, die voortkomen uit de Verordening Ruimte.

Verder is gekeken in hoeverre het bestemmingsplan Buitengebied kan worden afgestemd op het reeds opgestelde bestemmingsplan voor het buitengebied van Graafstroom. Hiervoor is door de gemeente een memo opgesteld, waarin de significantie verschillen met het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Graafstroom zijn weergegeven. Tevens is in de memo aangegeven hoe met deze verschillen wordt omgegaan. In de volgende paragrafen wordt aangegeven welke uitgangspunten gewijzigd zijn als gevolg van de memo 'Significantie verschillen bestemmingsplannen Buitengebied De Waard'.

In de volgende paragrafen komen verder de uitgangspunten ten aanzien van de bescherming van de waarden, de ontwikkelingsruimte voor de agrarische bedrijven en de overige functies aan de orde. De beleidsuitgangspunten uit het vigerende bestemmingsplan zijn hierbij leidend. Aangegeven is in hoeverre hoger overheidsbeleid of nieuw gemeentelijk beleid aanleiding heeft gegeven de uitgangspunten bij te stellen.