Plan: | Buitengebied Liesveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BuitengebiedLSV-VG01 |
De landbouw is de grootste grondgebruiker in Liesveld, met daarbinnen een sterke dominantie door de rundveehouderij op de komgronden. In tabel 3.7 is een overzicht opgenomen van het aantal in het plangebied voorkomende agrarische bedrijven, waarbij onderscheid wordt gemaakt in het soort agrarisch bedrijf.
In vergelijking tot andere veenweidegebieden in West-Nederland is de agrarische structuur van Liesveld vrij sterk. De gemiddelde bedrijfsgrootte, melkquotum, productieomstandigheden en investeringsniveau zijn relatief gunstig, mede dankzij de inmiddels afgeronde ruilverkaveling.
Fruitteelt komt beperkt voor langs de Lek. De verwachting is dat de fruitteelt steeds meer zal verdwijnen, evenals kleine veehouderijen, die nu nog langs de dijk gevestigd zijn.
De komgronden in het middengebied van Liesveld hebben een relatief gunstige bodemsamenstelling voor de veehouderij. De laaggelegen graslanden aan de zuidkant van de gemeente zijn echter zeer nat. Wanneer deze gronden niet meer intensief gebruikt worden voor de landbouw ligt agrarisch natuurbeheer of natuur voor de hand.
Tabel 3.10 Overzicht aantal agrarische bedrijven in gemeente Liesveld (bron CBS)
aantal bedrijven | ||||
soort | specificatie | 2008 | 2009 | 2010 |
akkerbouw | akkerbouw- groenten | - | - | - |
akkerbouw | granen | 1 | 1 | 4 |
akkerbouw | braak | 1 | 2 | - |
tuinbouw open grond | fruit open grond | 6 | 7 | 7 |
tuinbouw open grond | tuinbouwgroenten | - | - | - |
tuinbouw onder glas | fruit onder glas | - | - | - |
tuinbouw onder glas | glasgroenten | - | - | - |
graasdieren | rundvee, totaal | 101 | 99 | 102 |
graasdieren | geiten, totaal | 8 | 14 | 11 |
hokdieren | fokvarkens | 5 | 4 | 3 |
hokdieren | vleesvarkens | 13 | 11 | 11 |
hokdieren | leghennen | 1 | - | - |
hokdieren | vleeskuikens | - | - | - |
totaal aantal landbouwbedrijven | 136 |
138 |
138 |
De verkaveling is in het kader van de ruilverkaveling Alblasserwaard belangrijk verbeterd. Wanneer gekeken wordt naar de omvang van de huiskavel, als percentage van de totale bedrijfsoppervlakte, is de situatie in de Alblasserwaard eveneens gunstig. De ontsluiting van de agrarische percelen en bedrijfsgebouwen is over het algemeen goed. De ontwatering is in het grootste deel van het plangebied redelijk tot matig. Een klein deel van de percelen wordt onderbemalen. De draagkracht van de bodem is in het voorjaar soms onvoldoende, wat kan leiden tot rij- en vertrappingsschade. Ook de groeisnelheid en de kwaliteit van het gras kan in het voorjaar als gevolg van de plaatselijk onvoldoende ontwatering op een aantal plaatsen niet optimaal zijn. Voor een optimale bedrijfsvoering is op rundveehouderijbedrijven een ontwateringsdiepte van 80 cm beneden maaiveld gewenst. Minimaal is een ontwateringsdiepte van 60 cm beneden maaiveld vereist.
Voor de veehouderij zijn vooral ontwikkelingen van het Europees markt- en prijsbeleid van invloed. Dit is steeds minder gericht op prijsondersteuning. Naar alle waarschijnlijkheid zal het Europese melkquoteringssysteem voor 2015 worden afgeschaft. Hierdoor krijgen melkveehouders te maken met nieuwe mogelijkheden op de zuivelmarkt. Hierdoor zou de schaalvergroting in de melkveehouderij sector in een stroomversnelling kunnen komen.
Een andere ontwikkeling is verdere aanscherping van de milieuregelgeving. In dat verband speelt de komende jaren de Europese Kaderrichtlijn Water die grote inspanningen vereist om in 2015 te voldoen aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Veel aandacht zal daarbij gaan naar het terugdringen van nutriënten en pesticiden vanuit de landbouw. Bedrijfsaanpassingen en investeringen ten behoeve van het milieu zullen daarom noodzakelijk blijven. Bovenstaande ontwikkelingen hebben grote ruimtelijke gevolgen, die in deze paragraaf worden beschreven.
Bedrijfsbeëindiging
Veel kleine bedrijven zullen de noodzakelijke forse investeringen in grond, quotum, milieu en gebouwen waarschijnlijk niet kunnen opbrengen. Doordat veel oudere bedrijfshoofden bovendien geen opvolger hebben, zullen de komende jaren veel vooral kleine bedrijven worden beëindigd. De daarbij vrijkomende gronden worden veelal overgenomen door andere agrarische bedrijven. Soms komen deze gronden echter in bezit van niet-agrariërs.
De gebouwen die vrijkomen bij beëindiging van agrarische bedrijven hebben eveneens een grote aantrekkingskracht op niet-agrarische functies. In de sfeer van dienstverlening en zorg kunnen deze functies interessante nieuwe economische dragers vormen voor het platteland.
Soms krijgen vrijgekomen gebouwen een woonfunctie. Dergelijke nieuwe burgerwoningen vormen dan milieugevoelige functies waardoor de nabijgelegen agrarische bedrijven belemmerd kunnen worden in (uitbreiding van) hun bedrijfsvoering. Dit vergt dus een nauwkeurig beleid om ongewenste effecten op de gevestigde agrarische sector te voorkomen.
Sommige bijgebouwen van vrijgekomen agrarische complexen, zoals machineloodsen en ligboxen, detoneren in hun landschappelijke omgeving. Bijzonder gevoelig is de gehele Noordrand van Liesveld, grofweg het gebied tussen de Lek en de Tiendweg. Ook op andere locaties kan het gewenst zijn deze bijgebouwen te saneren. Dat kan door gebruik te maken van de Ruimte-voor-Ruimteregeling. Daarmee is sloop van bijgebouwen te financieren met toevoeging van een of enkele woningen.
Schaalvergroting
In het kader van de ruilverkaveling Alblasserwaard is een schaalvergroting voor een deel gerealiseerd, in combinatie met een verbetering van de productieomstandigheden. Het Middengebied biedt voor bedrijven die verder willen inzetten op schaalvergroting het beste perspectief.
Verbetering van de productieomstandigheden
Door verbetering van de ontwatering, ontsluiting en verkaveling en het bouwen van ligboxenstallen, kunnen enkele belangrijke variabele kosten worden verlaagd. Verbetering van de waterbeheersing zorgt voor een hogere grasopbrengst van een betere kwaliteit, een verlenging van het weideseizoen en minder rij- en vertrappingsschade. Door verbetering van de verkaveling en ontsluiting kan veel tijd bespaard worden bij graslandverzorging, voederwinning en melken. Van groot belang voor een efficiënte bedrijfsvoering is verder de aanwezigheid van een ligboxenstal. Door binnen te kunnen melken verbeteren de arbeidsomstandigheden aanzienlijk. Verder kan bij veel regen in het weideseizoen het vee tijdelijk binnen worden gehouden zodat vertrappingsschade wordt voorkomen. Een bijkomend milieuvoordeel is dat het eventueel 's nachts opstallen van het vee de ammoniakemissie en nitraatuitspoeling sterk kan beperken.
Verbetering van de productieomstandigheden heeft plaatsgevonden in het kader van de ruilverkaveling. Daarbij zijn onder andere bestaande wegen verbreed, nieuwe wegen aangelegd en is een aantal bedrijven verplaatst naar de polders. Daarnaast heeft peilverlaging plaatsgevonden.
Omschakeling en specialisatie
Omschakeling van veehouderijbedrijven naar andere productietakken als tuinbouw, fruit- of sierteelt is denkbaar, maar minder waarschijnlijk aangezien hiervoor hoge investeringen en veel extra kennis noodzakelijk zijn. Door de op de meeste plaatsen ongeschikte bodem en het ontbreken van een centrumfunctie voor dergelijke teelten, ligt een dergelijke omschakeling niet voor de hand, maar de aanwezigheid van enkele fruitbedrijven wijst op plaatselijke geschiktheid van de bodem.
Een mogelijke ontwikkeling is specialisatie in de richting van biologische landbouw. Ook op de fruitteeltbedrijven bestaat de mogelijkheid tot omschakeling naar biologische productie. Hierbij geldt dat de benodigde investeringen gering en de perspectieven redelijk tot goed zijn. Fruitteelt is mogelijk langs de rivierdijk (tot ruwweg de Tiendwegen).
Niet-agrarische nevenactiviteiten
Naast de mogelijkheden voor schaalvergroting, intensivering en omschakeling, mag worden verwacht dat een klein aantal agrariërs naast het agrarisch bedrijf een niet-agrarisch nevenberoep zal zoeken. In dat kader biedt onder meer de recreatie een mogelijk perspectief voor een aanvullend inkomen. De hoge natuur- en landschapswaarden maken de Alblasserwaard tot een potentieel gebied voor verschillende extensieve recreatievormen. Daarbij ontstaan voor de agrarische bedrijven mogelijkheden voor het verwerven van neveninkomsten in de vorm van kamperen bij de boer, botenverhuur en vissen. Daarbij dient op de bedrijven wel de noodzakelijke arbeids- en investeringsruimte aanwezig te zijn, terwijl in de hele regio de recreatieve infrastructuur verder ontwikkeld moet worden.