direct naar inhoud van 3.2 Algemeen
Plan: Buitengebied Liesveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BuitengebiedLSV-VG01

3.2 Algemeen

Visueel karakter

Tussen de Zijdeweg en de Langesteinseweg laat het gebied zich karakteriseren door de rivier de Lek, rivierdijk met zijn lintbebouwing en kernen, en door de polders met daarin, loodrecht op de dijk, een patroon met lange smalle kavels weiland, gescheiden door sloten. Weteringen evenwijdig aan de dijk verbinden deze sloten onderling en voeren het water af naar de gemalen en de boezems.

De dijk gold als eerste ontginningsbasis. De ontginningen werden begrensd achter kaden. De Langerakse Kade vormt samen met de Goudriaanse Kade en de Noordelose Kade door hun afwisselende beplanting een ecologisch interessante dubbelkade. Later zijn de boezems gegraven (de Groote of Achterwaterschap, de Ammersche Boezem en de Dwarsgang) die in dit deel van de Alblasserwaard het uitgeslagen water afvoeren naar Kinderdijk. Het hierboven omschreven patroon wijkt enigszins af tussen Nieuwpoort en Groot-Ammers, waar de rivier sterk naar het noorden uitbuigt.

De ontginning van de polder Liesveld vond hier niet plaats vanaf de rivier landinwaarts, maar vanaf de Graaflandse Dijk rivierwaarts. Gelet op de grote diepte van de ontginning in zuidelijke richting was een tweede ontginningsbasis nodig, het Achterland.

In Streefkerk en Langerak loopt op een afstand van 300 tot 500 m uit de dijk de oude karakteristieke Tiendweg, een smalle weg tussen sloten, aan weerszijden beplant met knotwilgen.

Verderop landinwaarts loopt een enkele landbouwweg verbonden met de dijk, sommige van oudere datum (Graafland, Achterland), andere het resultaat van de betrekkelijk recent uitgevoerde ruilverkaveling (Middenpolderweg, Melkweg).

De dijk en het bebouwingslint

Met uitzondering van de bebouwing langs het Graafland en het Achterland heeft de bebouwing zich aanvankelijk ontwikkeld op de voormalige oeverwallen en een donk (Streefkerk) langs de Lek, en daarna langs de dijk. Streefkerk, Groot-Ammers, Langerak en het stadje Nieuwpoort vormen de kernen.

Waar de dijk na de recente dijkreconstructie haar oorspronkelijke karakter min of meer heeft kunnen behouden (tussen de Halfweg en de Zijdeweg, Gelkenes ten westen van de Y.V.C.-werf) of waar de dijk nog niet is gereconstrueerd (Langerak) vindt men nog veel terug van de oorspronkelijke sfeer. Fraaie boerderijen haaks op de dijk, soms waardevolle monumenten, bereikbaar via een stoep, soms met de gevel in de teen van de dijk of in de dijk zelf, met enkele vruchtbomen, en knotwilgen langs de sloten tot de eerste wetering bepalen de karakteristiek van de dijkbebouwing. Op enkele plaatsen treft men nog oude kleine landarbeiders- of vissershuisjes aan, soms een statig herenhuis.

Bedrijvigheid

De veehouderij bepaalt al eeuwen lang het gezicht van de Alblasserwaardse gemeenten: weilanden tot de horizon, gestoffeerd met donken, eendenkooien, tiendwegen, waterlopen en kaden en de oost-west lopende bebouwingslinten. Vanouds kwam in de Alblasserwaard intensieve veehouderij voor als nevenactiviteit als afgeleide van het zelfkazen door de rundveehouders. Intensieve veehouderij als hoofdtak komt binnen de gemeente slechts nog op enkele plaatsen voor. Op de oeverwal langs de rivier waar de gronden iets hoger liggen (zoals in Gelkenes en in Langerak) treft men ook hier en daar fruitteelt aan.

De boerderijen (van oude statige monumenten tot efficiënte ruilverkavelingsbedrijven) getuigen van een zich steeds aan de eisen van de tijd aanpassende bedrijfsvoering. Deze aanpassing en de ruilverkaveling hebben echter ook tot gevolg gehad dat in onbruik geraakte boerderijgebouwen nieuwe functies kregen: burgerwoningen, agrarische hulp- en nevenbedrijven, autoreparatiebedrijven, transportbedrijven en andere.

Met de uitplaatsing van de agrarische bedrijven naar de ruilverkavelingswegen zijn in bepaalde gebieden, zoals in de polder Liesveld, aanzienlijke oppervlakten grond afgestoten aan particulieren. Door de boom- en struikbeplanting wordt het open weidelandschap als het ware verdicht. In het gebied rond het kasteel Liesveld en het Ooievaarsdorp is deze verdichting er al langer, maar zal elders het open landschap ernstig kunnen aantasten.

Tussen dijk en rivier

Landschap en functies tussen dijk en rivier variëren sterk. Soms staat het water tot aan de dijk zoals in Streefkerk-west, bij Bergstoep en in oostelijk Langerak. Op andere plaatsen treft men kleine zandstrandjes en riet- en griendvelden aan, maar ook hoger gelegen oeverwallen en uiterwaarden, allen aan te merken als natuurgebied en landschappelijk waardevol.

In enkele gevallen hebben deze buitendijkse gronden een functie gekregen, afgeleid van hun binding aan de rivier: een jachthaven in Streefkerk, brandstofopslag in Groot-Ammers (buiten het plangebied), een scheepswerf, een betonfabriek/-centrale en een kantoorgebouw in Gelkenes, en enkele bedrijven in Langerak, tegen de vesting van Nieuwpoort.