Plan: | Dorpskernen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPdorpskernen-VG01 |
Provinciale Structuurvisie (2010)
De provincie heeft de integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland vastgesteld. In deze 'Visie op Zuid-Holland' beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. De nieuwe Structuurvisie komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.
De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holand bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
Verordening Ruimte (2010)
De provincie heeft de Verordening Ruimte vastgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Voor dit bestemmingsplan zijn de volgende artikelen relevant:
Artikel 2 Contouren
Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en kernen, rekening houdend met de reeds vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie reeds mee heeft ingestemd.
Verstedelijking buiten deze bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan. Voor deze gebieden buiten de contour geldt voor bebouwing een nee, tenzij beleid. Nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies is niet mogelijk. Voor recreatieve functies en bebouwing zijn enkele specifieke bepalingen opgenomen.
Artikel 4 Nationale landschappen en rijksbufferzones
De Alblasserwaard is aangewezen als Nationaal landschap. Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame en nationaal kenmerkende kwaliteiten op landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurlijk gebied. Deze kwaliteiten moeten worden behouden, duurzaam beheerd en waar mogelijk versterkt. Uitgangspunt is 'behoud door ontwikkeling': mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt, zijn binnen Nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Er is ruimte voor ten hoogste de natuurlijke bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en voor regionale en lokale bedrijvigheid.
Artikel 8 Bedrijventerreinen
Voor een aantrekkelijk en concurrerend vestigingsmilieu is de beschikbaarheid van een op de vraag afgestemd areaal bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde. Behoud van bedrijvigheid staat voorop, al dan niet gelegen op bedrijventerreinen. De afstemming tussen vraag en aanbod vindt plaats door intensiveren, innoveren en herstructureren van bestaande en geplande bedrijventerreinen. Pas in laatste instantie komt uitbreiden op eventuele nieuwe locaties aan de orde. Om de ruimte voor bedrijventerreinen optimaal beschikbaar te houden worden bedrijfswoningen uitgesloten. De noodzaak is hiervoor niet aanwezig.
Het bovenstaande is van toepassing op het bedrijventerrein van Bleskensgraaf en het bedrijventerrein van Molenaarsgraaf. In Molenaarsgraaf zijn reeds bestaande bedrijfswoningen aanwezig.
Artikel 12 Luchthavens en helikopterlandingsplaatsen
Delen van het plangebied zijn aangewezen als milieubeschermingsgebied voor stilte. In deze zones zijn nieuwe luchthavens of helikopterlandingsplaatsen in beginsel niet toegestaan.
Streekplan Zuid-Holland Oost
Het streekplan Zuid-Holland Oost vormt nu nog een belangrijk toetsingskader voor het gemeentelijk en regionaal ruimtelijk beleid. De gemeente Graafstroom behoort in het streekplan tot een zogenaamde 'Grote Groeneharteenheid', die geheel is getypeerd als landelijk gebied. Het landelijk gebied wordt zoveel mogelijk gevrijwaard van functies die daar niet thuishoren, zoals grootschalige werkgelegenheid en woningbouw. Daarnaast dient het waardevolle agrarische cultuurlandschap in stand gehouden te worden.
De kernen zijn aangeduid als stads- en dorpsgebied. Bedrijventerrein Melkweg en Polderweg Oost zijn aangewezen als locatie voor opvang van voornamelijk lokale bedrijven. De kernen in de gemeente hebben een lokale functie.
In het streekplan zijn de kernen aangewezen als stads- en dorpsgebied met als hoofdfunctie wonen, maar waarin ook gebiedsdelen voorkomen met stedelijke voorzieningen. Buiten de bebouwingscontouren geldt een restrictief beleid ten aanzien van stedelijke ontwikkelingen. Geconcentreerde ontwikkeling is uitgangspunt van beleid.
Binnen de bebouwingscontouren wordt prioriteit gegeven aan het vernieuwen, verbeteren, herstructureren en verdichten van het bestaand stedelijk gebied. De eisen die gelden voor een goed woon-, werk- en leefmilieu, het behoud van cultuurhistorische waarden en behoud van functies zijn hierbij het uitgangspunt.
Op bestaande bedrijventerreinen dient het ruimtegebruik door herstructurering tot een optimum te worden ontwikkeld. Daar waar er als gevolg van functieveranderingen sprake is van verlies aan ruimte voor bijvoorbeeld bedrijvigheid moet worden aangegeven hoe dit wordt gecompenseerd.
De provincie gaat ervan uit dat in de planperiode alle gemeenten in staat zijn om de opgave op het terrein van het wonen binnen bestaand stedelijk gebied te realiseren. Met de toegenomen welvaart voldoen veel woningen en woonmilieus niet meer aan de hedendaagse eisen. Het vernieuwen en renoveren van delen van de bestaande voorraad is daarom nodig. Door vormen van meervoudig ruimtegebruik en functiemenging toe te passen kunnen ontwikkelingen binnen de bebouwingscontouren plaatsvinden en functies worden behouden.
Ten aanzien van de ouderen vraagt de provincie expliciet aandacht voor de gevolgen van vergrijzing, extramuralisering en herstructurering van zorginstellingen. Ouderen willen langer zelfstandig blijven wonen en dat kan door zorgverlening in de thuissituatie. Ook kan worden gedacht aan de bouw van de woningen in de buurt van voorzieningen en aan het tot stand brengen van levensloopbestendige wijken. Door het bouwen van de juiste typen woningen kan tevens doorstroming op gang gebracht worden, zodat grote woningen die nu nog door alleenstaande ouderen worden bewoond, beschikbaar komen voor gezinnen.