Plan: | Dorpskernen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPdorpskernen-VG01 |
Nota Ruimte
Het Rijk streeft naar versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid.
Het plangebied ligt in het Groene Hart, welke is aangewezen als Nationaal Landschap. Binnen Nationale Landschappen zijn ruimtelijke ontwikkelingen alleen mogelijk met behoud of versterking van de kernkwaliteiten van het landschap. Daarnaast is er ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei en ruimte voor de aanwezige regionale en lokale bedrijvigheid.
Het kabinet streeft naar basiskwaliteit voor steden en dorpen en de bereikbaarheid daarvan. Voor verstedelijking en economische activiteiten gaat het rijk uit van de zogenaamde bundelingsstrategie. In deze strategie wordt het draagvlak voor voorzieningen in steden en dorpen ondersteund. Het uitgangspunt is dat in iedere gemeente voldoende ruimte wordt geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Dat geldt ook voor meer landelijke gebieden, waar vooral starters en ouderen moeite hebben om aan een geschikte woning te komen.
Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels in bestaand bebouwd gebied of direct aansluitend daarop tot stand komt. De beschikbare ruimte in het bestaande stedelijke gebied moet daarvoor optimaal worden gebruikt.
Wat betreft bedrijven en voorzieningen is het de bedoeling dat elke regio vestigingsmogelijkheden biedt voor bedrijven en voorzieningen. Op deze manier wordt een optimale bijdrage geleverd aan de versterking van steden en dorpen. Daarbij moet voor ieder bedrijf een goede plaats worden geboden.
Het Rijk beschouwt de aanwezigheid van voldoende groen als een onderdeel van de te garanderen basiskwaliteit dat alle burgers toegang hebben tot voldoende groene en blauwe recreatiemogelijkheden. De beschikbaarheid daarvan in het buitengebied moet in balans zijn met de ontwikkeling van het bebouwde gebied. Van provincies en gemeenten wordt verwacht dat zij deze balans tussen bebouwing en groen/blauw meenemen in hun ruimtelijke plannen. Daarnaast dient er bij ruimtelijke plannen optimaal aangesloten te worden op het watersysteem. Nadelige effecten op het grond- en het oppervlaktewater moet worden voorkomen.
Ontwerp AMvB Ruimte (29 mei 2009)
Kern van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven via welke weg zij die belangen denken te realiseren. Het Rijk geeft dit aan in de AMvB Ruimte.
De AMvB Ruimte omvat alle ruimtelijke rijksbelangen uit eerder uitgebrachte PKB's (planologische kernbeslissingen) die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen.
Op het plangebied zijn twee artikelen uit de ontwerp AMvB Ruimte van toepassing:
Artikel 2.4 Aanwijzing bestaand bebouwd gebied
De bundelingsstrategie uit de Nota Ruimte is overgenomen in de AMvB Ruimte. De provincies hebben in het besluit een hoofdrol bij het uitwerken en handhaven van het generieke bundelingsbeleid. Om duidelijk te kunnen bepalen waar de bundelingsregels gelden dienen provincies bij of krachtens verordening de grens van het bestaand bebouwd gebied voor een periode van maximaal vier jaar, vast te stellen.
Artikel 3.3 Nationale landschappen
De Alblasserwaard is aangewezen als Nationaal Landschap. Dit is een gebied met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten. Het ruimtelijke beleid is erop gericht op behoud, beheer en versterking van deze kwaliteiten. Woningbouw is toegestaan in nationale landschappen met dien verstande dat de wooncapaciteit niet meer bedraagt dan de natuurlijke aanwas (migratiesaldo nul).