direct naar inhoud van Artikel 21 Maatschappelijk - Voorlopig
Plan: Dorpskernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BPdorpskernen-VG01

Artikel 21 Maatschappelijk - Voorlopig

21.1 Voorlopige bestemming
21.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Voorlopig' aangewezen gronden zijn voorlopig bestemd voor maatschappelijke voorzieningen.

21.1.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
  • b. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • d. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte.

21.1.3 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming

De voorlopige bestemming zoals genoemd in lid 21.1 heeft een werkingsduur van 5 jaar na het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

21.2 Definitieve bestemming
21.2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Voorlopig' aangewezen gronden zijn definitief bestemd voor Bedrijventerrein, waaronder bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' alsmede bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, (ontsluitings)wegen, groen en water.

21.2.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • d. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • e. gebouwen mogen slechts aan 1 zijde van het bedrijf in de zijerfgrens worden gebouwd, met dien verstande dat de afstand van de gebouwen tot de erfgrens waarin niet wordt gebouwd ten minste 3 m bedraagt.