Plan: | Dorpskernen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPDorpskernenLSV-VG04 |
Regelgeving en beleid
Monumentenwet
De Monumentenwet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen: 'de veroorzaker betaalt'.
Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient door de initiatiefnemer voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe de 'verstoorder' betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort.
Beleidsnota Archeologie
De acht gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben een regionaal archeologiebeleid geformuleerd. Deze beleidsnota is onderdeel van een drieluik, dat verder bestaat uit een archeologische verwachtings-, een beleidsadvieskaart en een beleidsadvies, opgesteld door het adviesbureau BAAC.
In de nota worden de uitgangspunten en principes van het Verdrag van Malta onderschreven. Behoud van het cultureel erfgoed in situ (op locatie en veiliggesteld in de bodem) en het beginsel 'de verstoorder betaalt' zijn de belangrijkste uitgangspunten van het regionaal en gemeentelijk archeologiebeleid. Dat beleid krijgt vooral gestalte door de bescherming van archeologische waarden en verwachtingen via de Wet ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan vormt hierin het centrale instrument.
Als het voornemen bestaat om een bodemverstorende activiteit uit te voeren op een plaats waar archeologische waarden aanwezig zijn of verwacht worden, zal door de gemeente worden getoetst of aan die activiteit specifieke voorwaarden verbonden moeten worden. Dit geschiedt aan de hand van de zogenaamde Archeologische Monumentenzorgcyclus. Dit is een onderzoekscyclus die erop is gericht om kennis te verzamelen om vervolgens een afgewogen besluit te kunnen nemen over het al dan niet of onder voorwaarden toestaan van die bodemverstorende activiteit. Bij de verlening van omgevingsvergunningen kunnen dan voorwaarden worden opgenomen over (bijvoorbeeld) aanpassingen van het bouwplan, archeologievriendelijk heien of het beperken van bodemingrepen.
Onderzoek
De geschiedenis van het gebied waar nu de gemeente Liesveld ligt gaat ver terug. De naam Liesveld is ontleend aan de landstreek nabij Gelkenes die door lage en waterige grond vol liezen en biezen heeft gestaan. Op een van deze velden is het slot Liesveld gebouwd en hiernaar zouden het oude adellijke geslacht en de baronie 'Liesveld' genoemd zijn. De gemeente Liesveld bestaat uit de voormalige gemeenten Groot-Ammers, Langerak, Nieuwpoort en Streefkerk.
De gemeente Liesveld heeft alles mee om veel archeologische resten te herbergen. De gemeente is gebouwd op een ondergrond die voornamelijk uit veen bestaat. Dit veengebied werd in het verleden doorsneden door smalle rivieren met hoge oeverwallen. Mensen woonden vroeger graag op deze hoge en droge plekken langs de rivier. Er kunnen dus resten van woonplaatsen worden aangetroffen in Liesveld. Veen in de bodem betekent ook dat de ondergrond heel nat is. Hierdoor blijven de archeologische resten in de bodem goed bewaard, omdat zuurstof niet aan de resten kan komen.
Streefkerk
De geschreven geschiedenis van Streefkerk begint op 24 augustus 1280 toen heette het nog Streveland. In 1365 werd nog steeds de naam Streveland gevoerd, er is niet te achterhalen wanneer de naam precies overging in Streefkerk. Oorspronkelijk waren er geen kaden en dijken en was het gebied overgeleverd aan overstromingen bij het buiten zijn oevers treden van Lek en Merwede. Omstreeks 1365 was de indijking die in het jaar 1270 werd gestart voltooid.
De gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (figuur 4.4) laat ook zien dat er in het plangebied over het algemeen sprake is van een hoge archeologische verwachtingswaarde.
Figuur 4.4 Archeologische (verwachtings)waarden Streefkerk
Groot-Ammers
De geschiedenis van Groot-Ammers gaat ver terug. In 1042 werd het Slot Liesveld gebouwd, vandaar uit wist men eeuwenlang de gehele omgeving te beheersen. Willem Frederik van Nassau, stadhouder van Friesland, kocht in 1636 de baronie Liesveld. Nu nog is koningin Beatrix onder andere 'barones van Liesveld'. Van het slot is heden ten dage alleen nog maar een gedeelte van het koetshuis over. Het is geheel gerestaureerd en bewoond. Van de fundamenten van het slot zijn nog brokstukken zichtbaar; het gehele terrein steekt wat uit boven de omgeving. Groot-Ammers was voornamelijk een agrarisch dorp en raakte bekend vanwege de kaashandel; van 1926 tot de vijftiger jaren was er een grote kaasmarkt. De gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (figuur 4.5) laat zien dat er in het plangebied over het algemeen sprake is van een hoge archeologische verwachtingswaarde. De oude dorpskern heeft een zeer hoge archeologische verwachtingswaarde.
Figuur 4.5 Archeologische (verwachtings)waarden Groot-Ammers (voor legenda zie figuur 4.4)
Nieuwpoort-Langerak
In Langerak stond het 'Huis-te-Langerak', dit was een groot middeleeuwse kasteel, dat ± 400 m vanaf Nieuwpoort lag. Huis-te-Langerak was reeds in de 13e eeuw bekend. Van dit huis was het oude geslacht van Langerak afkomstig. De eerste persoon uit dit geslacht, Gijsbert van Langerak, heeft samen met Arnoud van Liesveld Nieuwpoort het stadsrechtprivilege gegeven. De gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (figuur 4.6) laat zien dat er voor het grootste gedeelte van het plangebied sprake is van een lage archeologische verwachtingswaarde.
Figuur 4.6 Archeologische (verwachtings)waarden Nieuwpoort-Langerak (voor legenda zie figuur 4.4)
Gelkenes
De gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (figuur 4.7) laat zien dat er in het plangebied grotendeels sprake is van een lage tot hoge (dieper dan 5 m onder maaiveld) archeologische verwachtingswaarde.
Figuur 4.7 Archeologische (verwachtings)waarden Gelkenes (voor legenda zie figuur 4.4)
Conclusie
Nagenoeg alle kernen hebben een redelijke tot zeer hoge archeologische verwachtingswaarde. Aangezien het een consoliderend bestemmingsplan betreft, is er geen nader onderzoek naar archeologische sporen nodig. In het bestemmingsplan wordt voor de gronden, waar sprake is van een redelijke tot zeer grote kans op het aantreffen van archeologische sporen, een dubbelbestemming opgenomen om de archeologische waarden te beschermen.