Plan: | Katwijkerbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp140091-4001 |
Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en tegelijkertijd dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven gesitueerd worden. Een belangrijk hulpmiddel dat door gemeenten wordt gebruikt om ruimtelijke ordening en milieu op gemeentelijk niveau af te stemmen in een bestemmingsplan is de VNG brochure "Bedrijven en milieuzonering". Deze publicatie legt echter niet vast wat wel en niet is toegestaan (het zijn geen wettelijke normen). Iedere gemeente beslist zelf of ze op een bepaalde locatie bedrijven of woningen mogelijk wil maken. Dit dient echter wel zorgvuldig te worden afgewogen en te worden gemotiveerd. De VNG brochure is voor die afweging en motivering een bruikbaar instrument. Deze memo heeft als doel de milieuzoneringstrategie voor het bestemmingsplan Katwijkerbuurt te bepalen.
VNG-Brochure
Ook in de gemeente Pijnacker-Nootdorp wordt gebruik gemaakt van de VNG-brochure bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen. Recente voorbeelden zijn de bestemmingsplannen voor Boezem en Boezemvaart, Boezem II en Heron. Met behulp van de publicatie kunnen de volgende vragen worden beantwoord:
Bij het bepalen van de milieuzones zijn er drie elementen van belang:
de richtafstandenlijst.
Deze lijst biedt voor diverse typen bedrijven de richtafstanden tot gevoelige bestemmingen vanwege geur, stof, geluid en gevaar. Voor de toepassing in de praktijk worden de richtafstanden bij voorkeur op kaart vertaald naar milieuzones. Milieuzones geven gebieden aan waar bepaalde ontwikkelingen mogelijk of juist ongewenst zijn. De richtafstanden zijn afgestemd op de omgevingskwaliteit zoals die wordt nagestreefd in een rustige woonwijk (of rustig buitengebied). In een rustige woonwijk komen afgezien van wijkgebonden voorzieningen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor.
Milieucategorie | Richtafstand tot rustige woonwijk | Richtafstand tot gemengd gebied | |
1 | 10m | 0m | |
2 | 30m | 10m | |
3.1 | 50m | 30m | |
3.2 | 100m | 50m | |
4.1 | 200m | 100m | |
4.2 | 300m | 200m |
het omgevingstype.
De richtafstandenlijsten vermelden de richtafstanden die worden worden aangehouden tussen bedrijven en de omgevingstypen 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied'. Niet alle gebieden binnen een gemeente zijn aan te merken als rustige woonwijken. Als de gemeente een gebied niet als rustige woonwijk, maar als gemengd gebied aanduidt, kunnen de richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd.
In onderhavig plangebied is sprake is van het omgevingstype 'gemengd gebied'. De brochure beargumenteerd dat voor dit soort gebieden deze stap niet ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Verdere reducties zijn niet te verantwoorden, omdat in algemene zin niet aannemelijk kan worden gemaakt dat het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast en tegelijkertijd het functioneren van bedrijven niet in gevaar wordt gebracht.
Van een gemengd gebied is al sprake van min of meer milieubelastende en milieugevoelige functies die op korte afstand van elkaar zijn gesitueerd. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied.
functiemenging.
Naast de richtafstandenlijst en de voor gemengde gebieden toegestane afstandsreductie bevat de VNG-brochure nog een manier om bedrijven en gevoelige functies te ordenen. In gemengde gebieden kan ook gekozen worden voor een overzicht van bedrijfsactiviteiten die vanuit oogpunt van hinder en gevaar goed inpasbaar zijn, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in gebieden met functiemenging wordt zo beoordeeld aan de hand van de volgende drie ruimtelijk relevante milieucategorieën:
Het bestemmingsplan is het juridisch-planologisch kader waarin de gekozen strategie moet worden verklaard. Volgens vaste jurisprudentie dient de plantoelichting ten minste aannemelijk te maken dat ten aanzien van het milieu (milieuzonering) geen onoverkomelijke problemen zijn te verwachten. De uitgave van de publicatie uit 2002 werd door de Raad van State erkend als basis voor de te maken afweging.
De publicatie heeft sinds 2007 als nieuw uitgangspunt gemotiveerd toepassen. Er kan naar keuze gebruik worden gemaakt van meerdere lijsten. Nadat de gemeente een keuze heeft gemaakt wordt de achterliggende motivering opgenomen in de plantoelichting. De toegelaten milieubelastende activiteiten dienen vervolgens in de juridische regeling van een bestemmingsplan (kaart en regels) te worden vastgelegd. In beginsel dient te worden gemotiveerd welke Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt.
In onze gemeente is het niet gebruikelijk om de richtafstanden met één afstandsstap te verlagen. Wij gaan over het algemeen uit van de "veiligste" en voor gevoelige functies meest beschermende norm. De stap om een gebied aan te wijzen als gemengd gebied en dus de richtafstanden 1 stap te verlagen is tot dus verre in een bestemmingsplan nooit genomen.
Op zichzelf is de Katwijkerbuurt conform de criteria van de VNG-Brochure aan te duiden als gemengd gebied. De verkeersintensiteiten op de route Katwijkerlaan/Berkelseweg en de aanwezige bedrijvigheid geven daar voldoende argumenten voor. Theoretisch kan er dus voor gekozen worden om de milieuzoneringen op de plankaart van dit bestemmingsplan met 1 stap te verlagen. De kern van de publicatie zit tenslotte niet in de hardheid van de afstanden maar de motivering van de gemaakte keuzes en de geaccepteerde overlast.
De richtafstanden in de publicatie geven een indicatie van de te verwachten milieubelasting. De daadwerkelijke milieubelasting van concrete activiteiten kan relevant afwijken als gevolg van specifieke bedrijfsprocessen, hinderbeperkende maatregelen, de concrete inrichting van het bedrijf en de geldende milieuvergunning. Eigenlijk is voor dit soort gebieden concreet en gedetailleerd onderzoek naar de werkelijke milieubelasting noodzakelijk alvorens een nieuwe gevoelige bestemming in kan worden toegevoegd.
De Katwijkerbuurt voldoet aan de criteria voor een gemengd gebied. In het bestemmingsplan kan dus met de gereduceerde afstanden gewerkt worden.