direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Katwijkerbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp140091-4001

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Provinciale structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' (2012)

De geactualiseerde structuurvisie uit feburari 2012 bevat de ambities van provinciaal belang voor de periode tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Ook de aanpak om samen met andere partijen de doelen te bereiken komt aan de orde. Het accent daarbij ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil de provincie bereiken door middel van realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Het plangebied is geheel gelegen in 'recreatiegebied' en wordt omgeven door de stads- en dorpsgebieden van Pijnacker en Zoetermeer. Daarnaast grenzen aan het gebied glastuinbouwbedrijvengebieden en stedelijke bedrijventerreinen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1926.bp140091-4001_0005.jpg"

Afbeelding - Uitsnede functiekaart Provinciale structuurvisie

Het recreatiegebied tussen de stedelijke gebieden van Pijnacker, Nootdorp en Zoetermeer heeft tot doel stad en land beter met elkaar verbinden. De ligging nabij de stad biedt kansen voor verbetering van de recreatiemogelijkheden voor veel inwoners. Het recreatiegebied dient vorm te krijgen door zogenaamde 'regioparken' en samenhangend netwerk van groenblauwe verbindingen zoals stedelijke parken, sport- en volkstuincomplexen.

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard en staat geen grootschalige ontwikkelingen toe. Het bestemmingsplan staat derhalve geen specifieke ontwikkelingen toe die zorgen voor een nadere invulling van het recreatiegebied zoals omschreven in de structuurvisie. Wel krijgen de groene verbindingen tussen De Balij en de Groenzone Berkel-Pijnacker een passende bestemming, zodat hier meer eenheid in ontstaat.

3.3.2 Verordening Ruimte Zuid-Holland (2012)

Voor de uitvoering van het eigen provinciaal ruimtelijk belang, zoals neergelegd in 'Visie op Zuid-Holland', heeft de provincie diverse mogelijkheden voorhanden. Een groot deel van de gewenste ontwikkelingen zal worden bereikt door goed en gezamenlijk overleg, het inzetten van financiële middelen, stimulerende maatregelen, afspraken en overeenkomsten etc. Voor zover echter daarmee de gestelde doelen niet of niet volledig kunnen worden bereikt, beschikt elke overheidslaag over eigen wettelijke bevoegdheden/instrumenten op grond van het uitgangspunt: geen verantwoordelijkheid zonder bijbehorende bevoegdheden.

Voor een aantal belangen is daarbij geconstateerd dat doorwerking en borging het beste via het instrument van de provinciale verordening kan plaatsvinden. Het gaat daarbij met name om zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben. Voor meer ontwikkelingsgerichte zaken of projecten die slechts in één gemeente spelen zijn andere instrumenten, zoals de proactieve aanwijzing en het inpassingsplan, meer geschikt.

In de verordening zijn echter ook regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Voor dit bestemmingsplan zijn de volgende onderdelen van belang.

  • Waterkeringen
    Waarborging (primaire) waterkeringen. De ruimtelijke relevante waterkeringen in het plangebied krijgen in dit bestemmingsplan een passende regeling.
  • Gevaarlijke stoffen/externe veiligheid
    In paragraaf 5.3 wordt nadrukkelijk ingegaan op het aspect externe veiligheid.
  • Archeologie
    Delen van het plangebied die een hoge tot matige kans op archeologische sporen hebben worden via een aparte regeling in dit bestemmingsplan beschermd.
  • Ruimte voor ruimte
    De sloop van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, kassen of andere gebouwen en de bouw van één of meer compensatiewoningen. Bij gebruik van deze regeling moet worden voldaan aan de gestelde regels. Zo mag voor iedere 5.000 m² aan kassen één compensatiewoning worden gebouwd. Het aantal compensatiewoningen bedraagt maximaal drie. Tevens mogen de nieuwe woningen vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich meebrengen voor de bedrijfsvoering van omliggende agrarische bedrijven.

Doormiddel van de bovenstaande onderdelen uit de Verordening te verwerken in het bestemmingsplan wordt voldaan aan de uitgangspunten/regels van de Verordening.