direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Pijnacker-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp100057-4001

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met inbegrip van beroep aan huis,
  • b. maatschappelijke en dienstverlenende voorzieningen, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk',
  • c. zorgvoorzieningen, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorg',
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' half-verdiept dan wel verdiept parkeren toegestaan,
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeren' is parkeren ten behoeve van de omliggende scholen toegestaan, en
  • f. instandhouding van de karakteristieke bouwelementen en -kenmerken van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Tevens is ter hoogte van het gebied waarin zich de aanduiding 'parkeergarage' bevindt de bouw van een verdiepte dan wel half-verdiepte parkeergarage mogelijk.

14.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 14.2.1, gelden de volgende bepalingen:

woningen

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak, met de voorgevel in de bouwgrens ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
  • b. de woningen mogen worden gebouwd op de hierna aangegeven wijze:
    bouwwijze:   ter plaatse van de aanduiding:  
    alle woningen uitsluitend aaneen, in niet-gestapelde vorm   'aaneengebouwd'  
    uitsluitend in gestapelde vorm   'gestapeld'  
    uitsluitend half-vrijstaand of vrijstaand   'twee-aaneen'  
    uitsluitend vrijstaand   'vrijstaand'  
    patiowoning   'specifieke bouwaanduiding - patiowoning'  
  • c. binnen een bouwvlak mag tussen twee niet aaneengebouwde woningen de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedragen of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder dan 3 m is;
  • d. ter hoogte van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - patiowoning' moet bij iedere patiowoning ten minste 40 m² binnen het bebouwingsvlak onbebouwd blijven;
  • e. het bebouwingspercentage mag ten hoogste zoveel bedragen als ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' of 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • f. de goothoogte en de bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' of 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' of 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • g. een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien betreffende de daarbij behorende parkeervoorzieningen wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende bijlage Nota Parkeernormen;

bijbehorende bouwwerken

  • h. bijbehorende bouwwerken mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd, op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn;
  • i. van aan de woning aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag de diepte, gemeten uit de gevels van de oorspronkelijke woning en de verlengden daarvan, niet meer dan 3 m bedragen;
  • j. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, mag bij elke woning niet meer bedragen dan:
    • 1. 50% van de gezamenlijke oppervlakte van de bij die woning behorende gronden, buiten het bouwvlak, en gronden die als 'Tuin' zijn aangewezen, en
    • 2. niet meer dan 50 m²;
  • k. van bijbehorende bouwwerken mag de goothoogte niet meer bedragen dan 2,7 m en de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m, doch in ieder geval niet meer dan 0,25 m boven de bouwvloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • l. in afwijking van het bepaalde onder i, j, k en l, mogen bestaande bijbehorende bouwwerken, zoals bestaande erkers en ingangspartijen aan woningen, bergingen en carports, die afwijken van die bepalingen, uitsluitend op dezelfde plaats en in ten hoogste dezelfde omvang worden gebouwd;

andere bouwwerken

  • m. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
pergola's   3 m  
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein waarop een gebouw staat   2 m  
overige erf- of perceelafscheidingen   1 m  
overige andere bouwwerken   3 m  

brutovloeroppervlakte beroep aan huis

  • n. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in lid 14.4, niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m².
14.3 Specifieke gebruiksregels

Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor bewoning, voor zover die zijn gelegen op meer dan 3 m van de woning, loodrecht gemeten uit de gevels van de woning en de verlengden daarvan.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels
14.4.1 Bedrijf aan huis

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 14.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:

  • a. de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van een bedrijf aan huis, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van een beroep aan huis als bedoeld in lid 14.2.2, onder 0, niet meer bedraagt dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m²;
  • b. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf plaatsvindt;
  • c. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning mogen plaatsvinden;
  • d. de bedrijfsactiviteiten door hun aard, omvang en visuele aspecten, het woonkarakter van de woning en het milieu van de omgeving niet onevenredig aantasten;
  • e. betreffende de daarbij behorende parkeervoorzieningen wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende bijlage Nota Parkeernormen.