Plan: | Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2020/2021 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp000200128-4001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2020/2021' van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.bp000200128-4001 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan met dien verstande dat:
het niet tot het hoofdgebouw behorende bebouwing laten bewonen door één of meer personen die ondersteuning of verzorging kunnen krijgen van het in het bijbehorende hoofdgebouw woonachtige huishouden;
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder een paardenfokkerij, met uitzondering van paardenhouderij en manege;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een met een maatvoeringsaanduiding in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat het gedeelte van het bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd;
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie. Onder een bed-and-breakfastvoorziening wordt niet verstaan overnachting noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of seizoensgebonden arbeid;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen, opslaan, distribueren en verhandelen van goederen, waarbij de eventuele kantoorfunctie en/of detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt, niet-zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de ter plaatse uitgeoefende hoofdactiviteiten;
een gebouw ten dienste van en behorende bij een bedrijf, instelling of voorziening, niet zijnde een bedrijfs- of andere woning;
de brutovloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen;
een in het Besluit externe veiligheid buisleidingen vastgelegde strook die uit het oogpunt van externe veiligheid en de leveringszekerheid gereserveerd is voor werkzaamheden van de leidingexploitant;
een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin de hoofdactiviteit wordt gevormd door het ter plaatse gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, waaronder mede begrepen het verzenden en/of ontvangen van faxen;
het in de woning en bijbehorende bouwwerken uitsluitend door de bewoners van de betreffende woning uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in categorie 1 zoals genoemd in de bijbehorende Staat van Bedrijfsactiviteiten en die geen horeca of detailhandel zijn, en/of het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied alsmede zakelijke dienstverlening en een bed-and-breakfastvoorziening. De bedrijfsactiviteiten dienen plaats te vinden met behoud van de woonfunctie en daaraan qua oppervlakte ondergeschikt te zijn;
een verblijfplaats van plant- en diersoorten, waar bij verstoring, vernietiging en soortgelijke activiteiten de verbodsbepalingen in de Wet Natuurbescherming worden overtreden;
bebouwing, situatie, maat, zoals dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een in het Besluit externe veiligheid inrichtingen bedoelde inrichting die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kan veroorzaken doordat risicobronnen op de betreffende bedrijfslocatie buiten de perceelsgrenzen een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
voor verblijf geschikt deel van een gebouw, gelegen tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en dak);
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
een dakkapel is een uitspringend dakvenster, aangebracht op het hellende dakvlak en aan alle zijden omgeven door het betreffende dakvlak;
een uitbreiding van een bestaande laag van een woning;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan worden een horecabedrijf alsmede het uitsluitend via internet aanbieden van diensten en producten, waarbij geen verkoopruimte voor rechtstreekse verkoop en aflevering ter plaatse aan consumenten plaats vindt, niet als detailhandel aangemerkt;
netwerk van leefgebieden en verbindingszones ten behoeve van de duurzame instandhouding van populaties van plant- en diersoorten;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel van het gebouw uitsteekt;
vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de teelt van tuinbouwgewassen met behulp van kassen;
een veehouderij, akkerbouwbedrijf, tuinbouw- of fruitteeltbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel, met uitzondering van paardenhouderij en manege;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf dat gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, niet zijnde een bed-and-breakfastvoorziening, en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. Onder de genoemde categorieën worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten alsmede mengvormen van ter plaatse toegestane categorieën:
categorie 1
daghoreca en winkelondersteunende horeca:
een bedrijf, waarbij de bedrijfsactiviteit is gericht op het verstrekken van voedsel en dranken voor consumptie ter plaatse en waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit past binnen een overwegend winkelgebied;
categorie 2
restaurant/snackbar: een bedrijf, dat bestaat uit het verstrekken van hoofdzakelijk maaltijden en daaraan ondergeschikt dranken al dan niet voor consumptie ter plaatse, al dan niet met bezorgservice en/of afhaalgelegenheid;
categorie 3
hotel/pension: een bedrijf, dat bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie (daaraan) ondergeschikt is;
categorie 4
bar/(eet)café: een bedrijf, dat bestaat uit het verstrekken van hoofdzakelijk dranken en daaraan ondergeschikt etenswaren voor consumptie ter plaatse;
categorie 5
partycentrum/danscafé/feestcafé: een bedrijf, waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit het gelegenheid geven tot (besloten) feesten, bruiloften en partijen en andere daarmee vergelijkbare evenementen, met een horecavloeroppervlakte van ten hoogste 500 m2;
categorie 6
discotheek/dancing:
bedrijven als bedoeld in categorie 5 met een horecavloeroppervlakte groter dan 500 m2;
de oppervlakte van de ruimte binnen een horecabedrijf, die voor publiek toegankelijk is;
een persoon of groep van personen waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming;
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, zoals gastouderopvang, een kindercentrum, buitenschoolse opvang (BSO) en een peuterspeelzaal;
educatieve, informatieve, levensbeschouwelijke, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele voorzieningen, zorg- en welzijnsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening;
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water, warmte, elektra en de telecommunicatie;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
het punt waarvanuit de hoogte van bouwwerken (of onderdelen) wordt gemeten:
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent aan particulieren met een rechtstreeks contact met het publiek, niet zijnde een belhuis, detailhandel, horeca of seksinrichting;
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen;
bouwwerk voor de stalling van een scootmobiel of daarmee vergelijkbaar hulpmiddel voor mensen met een beperking;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;
alle bij het openbaar gebied behorende en ten dienste van dat gebied en aangrenzende bestemmingen staande bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeers-, verwijs- en informatieborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken, abri's, beeldende kunstwerken, speeltoestellen en -objecten, draagconstructies voor reclame, kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen (waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen), onder en bovengrondse afvalinzamelingsvoorzieningen, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, regelinstallaties, geluidwerende voorzieningen en fietsenstallingen en -rekken;
de visuele weergave van een bestemmingsplan. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge-, als de digitale wijze verstaan;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een hoofdgebouw gelegen gevel;
de op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn die buitenwerks loopt waar de voorgevel van een gebouw zich bevindt of dient te bevinden en/of de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn;
een complex van aaneengesloten ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
het verlenen van diensten, al dan niet met baliefunctie en al dan niet in een kantoorgebouw, op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening.
maatschappelijke voorziening waar activiteiten worden geboden aan ouderen met dementie, in een sociaal isolement, met een lichamelijke beperking en/of met niet aangeboren (hersen)letsel, danwel jongeren met een afstand tot de maatschappij, waaronder begrepen :
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
boven vloerniveau, tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen,;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch - Weide' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluiten andere bouwwerken worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Ter plaatse van de aanduiding 'pad' gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in sublid 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 3.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bedrijven: | ter plaatse van de aanduiding: |
Rangeer- en manoevreerterrein voor caravans en andere kampeervoertuigen | specifieke vorm van bedrijf - rangeerterrein |
Kortdurend parkeren ten behoeve van het halen en brengen van caravans en andere kampeervoertuigen | specifieke vorm van bedrijf - kortdurend parkeren |
Caravanstalling | specifieke vorm van bedrijf - 10 |
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en ander masten: | 8 m |
zonnebomen | 12 m |
erf- of perceelafscheidingen op of rond een terrein met daarop een gebouw | 3 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2.2, onder b, voor het realiseren van een bebouwingspercentage kleiner dan 30%, mits aangetoond is dat het rioolsysteem dit aankan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 3 Nota parkeernormen.
Een in- en uitrit bedraagt 7 m gemeten op de erfgrens. Een bredere in- en uitrit en/of het realiseren van meerdere in-/uitritten is alleen toegestaan als aangetoond is dat dit voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 4.1,onder a.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie: | Ter plaatse van de aanduiding: |
1, 2, 3.1 of 3.2 | bedrijf tot en met categorie 3.2 |
een en ander met uitzondering van:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en ander masten | 8 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter voorgevelrooilijn grenzend aan openbaar toegankelijk gebied mits redelijke eisen van welstand zoals zijn opgenomen in Welstandsnota | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 5.1, onder a.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.1, onder a, ten behoeve van het vestigen van detailhandelsbedrijven in volumineuze goederen. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend nadat en indien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.1 onder a, ten behoeve van het vestigen van zelfstandige, niet bij een ter plaatse gevestigd bedrijf behorende kantoren, met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 6.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 7.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. Bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en andere masten | 8 m |
erf- of perceelafscheidingen op of rond een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter de voorgevelrooilijn grenzend aan openbaar toegankelijk gebied, mits voldaan wordt aan redelijke eisen van welstand zoals zijn opgenomen in Welstandsnota |
2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 ten behoeve van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals schuilgelegenheden en bergingen, mits de noodzaak daarvan is aangetoond en de in lid 8.1 bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Behoudens het bepaalde in sublid 8.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 8.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 8.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Op de gronden als bedoeld in lid 9.1 is het parkeren van auto's uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van tuin – parkeren’ dan wel waar een in- of uitritvergunning is verleend.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 10.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 10.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval het gebruik van gronden als bedoeld in lid 10.1, voor bedrijfsmatige activiteiten en bedrijfsmatige opslag.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water en daarbij behorende taluds en oevers.
Op de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in sublid 11.2.1 mag niet meer dan 3 m bedragen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 12.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze: | ter plaatse van de aanduiding: |
alle woningen aaneen, in niet gestapelde vorm | 'aaneengebouwd' |
in gestapelde vorm | 'gestapeld' |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
andere bouwwerken
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
pergola’s | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
beroep en/of bedrijf aan huis
Scootsafes mogen uitsluitend worden gebouwd, indien de inhoud niet meer bedraagt dan 3 m3.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' de op de verbeelding opgenomen bouwaanduidingen te wijzigen, mits:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 13.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen
aan- of uitbouwen en bijgebouwen
andere bouwwerken
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
brutovloeroppervlakte beroep aan huis
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 28 (Algemene procedureregels), nadere eisen te stellen aan de situering en maatvoering van woningen ter voorkoming van onevenredige aantasting van de bedrijfsvoering en milieuruimte van aangrenzende en nabijgelegen glastuinbouwbedrijven en agrarische bedrijven.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 13.2.2, onder b, sub 2, en c voor zover betreft de situering van woningen, ten behoeve van het bouwen van een woning op een andere plaats op de bij die woning behorende gronden, mits het stedenbouwkundig beeld van lintbebouwing langs de openbare weg niet wezenlijk wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 13.2.2, onder e, voor zover betreft de situering van woningen, ten behoeve van het bouwen van aaneengesloten woningen, mits het stedenbouwkundig beeld van lintbebouwing langs de openbare weg niet wezenlijk wordt aangetast.
Een gebruik in strijd met de bestemming is ieder geval het gebruik van bijgebouwen voor bewoning.
ontsluiting
landschappelijke inpassing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 13.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken worden gebouwd.
De – voor het desbetreffende deel van het woongebied noodzakelijke waterberging – als bedoeld onder 14.1 sub h dient gerealiseerd te zijn alvorens omgevingsvergunningen door het bevoegd gezag worden verleend, met dien verstande dat:
3.2.3 Bouwen woningen
Binnen een afstand van 20 meter van de perceelsgrens van bestaande woningen en woningen waarvoor op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan vergunning is verleend, bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 13 m. Met deze perceelsgrens wordt de perceelsgrens bedoeld zoals die bestond ten tijde van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
bouwwerken | max. bouwhoogte |
pergola's | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
erf- of perceelafscheidingen evenwijdig aan de voorgevelrooilijn grenzend aan openbaar toegankelijk gebied mits redelijke eisen van welstand zoals zijn opgenomen in Welstandsnota | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 14.2.6 onder b om bijbehorende bouwwerken voor 1 m achter de voorgevelrooilijn toe te staan, indien het ruimtelijk niet mogelijk is de bijbehorende bouwwerken op een afstand van 1 m achter de voorgevelrooilijn te realiseren en dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
Met betrekking tot het bepaalde in 14.1 onder h geldt:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende Bijlage 3 Nota
parkeernormen.
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in sublid 14.5.2 niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m².
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 14.1 onder h en 14.4.1 om af te wijken van de hoeveelheid te realiseren waterberging, indien na nieuwe inzichten blijkt dat minder waterberging noodzakelijk is om het gebied te beschermen. Afwijken is uitsluitend toegestaan nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 14.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 14.1 onder c om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 14.1 onder c genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 14.1 onder c genoemd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming Woongebied te wijzigen in gedetailleerdere bestemmingen ten behoeve van het beheer, waarbij nadere bepalingen worden opgenomen over de ligging en omvang van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse hoge druk gastransportleiding en daarbij behorende voorzieningen, met de hartlijn van de leiding uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - Gas' en aan weerszijden van de leiding een belemmeringenstrook van 4 meter.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
Op of in de gronden als bedoeld in lid 15.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de leiding en de belemmeringenstrook uit het oogpunt van externe veiligheid en de leveringszekerheid worden gebouwd.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de desbetreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Het is verboden op of in de gronden als bedoeld in lid 15.1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 15.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 15.5.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op of in de in lid 16.1 gronden mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op of in de in lid 16.1 bedoelde gronden, mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betreft:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Aanvullend op het bepaalde in de bouwregels van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In zoverre in afwijking van het overigens in deze regels bepaalde met betrekking tot het bouwen mogen op en in de gronden als bedoeld in lid 21.1, andere bouwwerken ten behoeve van de in dat lid aangegeven doeleinden worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 28 (Algemene procedureregels), nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken die krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen worden gebouwd, ter voorkoming van onevenredige aantasting van de in lid 21.1 bedoelde waarden en belangen.
Behoudens het bepaalde in lid 21.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 21.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 21.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 21.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in lid 21.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
In afwijking van het overige in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 22.1, toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 22.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
De inrichting en het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 22.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Er mag afgeweken worden van de op de verbeelding weergegeven gevellijn om een ruimtelijk en technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken te bewerkstelligen, mits de afwijking niet meer dan 0,5 meter bedraagt.
onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende Bijlage 1 Staat van Bedrijfactiviteiten als volgt wijzigen:
In de gevallen dat in deze regels toepassingen van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2020/2021 van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.