Plan: | Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2016/2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp000160102-4001 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.bp000160102-4001 met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
inrichting waar de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, handel, vervoer of nijverheid plaatsvindt;
het in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, bedrijfsmatig
een gebouw ten dienste van en behorende bij een bedrijf, instelling of voorziening, niet zijnde een bedrijfs- of andere woning;
de brutovloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen;
het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, waaronder begrepen kinderopvang, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist, kapper en pedicure, in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie;
Verblijfplaats van plant- en diersoorten, waar bij verstoring, vernietiging en soortgelijke activiteiten de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet worden overtreden: in dit plangebied gaat het vooral om de volgende plant- en diersoorten: steenbreekvaren en tongvaren, respectievelijk gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis;
bebouwing, situatie, maat, zoals dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een in het Besluit externe veiligheid inrichtingen bedoelde inrichting die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kan veroorzaken doordat risicobronnen op de betreffende bedrijfslocatie buiten de perceelsgrenzen een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
Voor verblijf geschikt deel van een gebouw, gelegen tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en dak);
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de vloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan worden een horecabedrijf alsmede het uitsluitend via internet aanbieden van diensten en producten, waarbij geen verkoopruimte voor rechtstreekse verkoop en aflevering ter plaatse aan consumenten plaats vindt, niet als detailhandel aangemerkt;
het beroepsmatig verlenen van diensten waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in:
Netwerk van leefgebieden en verbindingszones ten behoeve van de duurzame instandhouding van populaties van plant- en diersoorten;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling
een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel van het gebouw uitsteekt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf, dat vermeld is in de bij dit plan behorende Staat van Horeca-activiteiten, waarvan de hoofdactiviteit één of meer van de volgende activiteiten is:
Een persoon of groep van personen waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
het punt waarvanuit de hoogte van bouwwerken (of onderdelen) wordt gemeten:
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen;
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;
een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c van de Wet op de kansspelen, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen;
de Staat van Horeca-bedrijven die als bijlage van deze regels deel uitmaakt;
de visuele weergave van een bestemmingsplan. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge-, als de digitale wijze verstaan;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven;
de lijn die buitenwerks loopt langs de voorgevel van een gebouw en/of de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn;
een complex van aaneengesloten ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk
De voor Agrarisch - Glastuinbouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende bepaling:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
De bebouwde oppervlakte van cafés en restaurants, inclusief serre, mag niet meer bedragen dan 738 m2.
Het maximaal aantal personen dat zich gelijktijdig in de speelautomatenhal mag bevinden bedraagt ten hoogste 300.
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 5.2.1, gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en ander masten: | 8 m |
Pergola’s | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 6.2.1, gelden de volgende bepalingen:
De voor Verkeer - Wegverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 7.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
gebouwen | - | 3 m |
lichtmasen en andere masten | - | 10 m |
informatieborden, verkeerstekens en -regelinstallaties | - | 10 m |
overige gebouwen, geen gebouwen zijnde | - | 3 m |
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.
Op de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in sublid 8.2.1, mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - object van beeldende kunst' een object van beeldende kunst is toegestaan met een maximale bouwhoogte van 5 m gemeten vanaf het waterpeil.
De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, met inbegrip van beroep aan huis.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 9.2.1, gelden de volgende bepalingen:
woningen
bouwwijze: | ter plaatse van de aanduiding: |
half-vrijstaand of vrijstaand | 'twee-aaneen' |
vrijstaand | 'vrijstaand' |
bijbehorende bouwwerken
Andere bouwwerken
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
Pergola’s | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
brutovloeroppervlakte beroep aan huis
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 9.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
Het is verboden onbebouwde gronden als bedoeld in lid 9.1, behoudens ter plaatse van de aanduiding ‘parkeren toegestaan’, te gebruiken voor het parkeren van auto's.
De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 10.1 mogen uitsluitend worden gebouwd woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en bij de bestemmingen behorende andere bouwwerken.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 10.2.1 gelden de volgende bepalingen:
Woningen
Bijbehorende bouwwerken bij woningen
Andere bouwwerken
Bouwwerken | Max. bouwhoogte |
Pergola’s | 3 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn op of rond een terrein waar een gebouw staat | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen: | 1 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, en in ieder geval niet meer dan 75 m².
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 10.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan landschappelijke en stedenbouwkundige waarden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.4.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor Woongebied - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 11.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het is verboden om, overeenkomstig een verleende omgevingsvergunning voor bouwen, aangelegde parkeervoorzieningen op eigen terrein anders te gebruiken dan voor parkeervoorzieningen.
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in sublid 11.4.1 niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 75 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 11.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor Woongebied - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het is verboden om, overeenkomstig een verleende omgevingsvergunning voor bouwen, aangelegde parkeervoorzieningen op eigen terrein anders te gebruiken dan voor parkeervoorzieningen.
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis mag, in voorkomend geval samen met de brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis als bedoeld in sublid 12.4.1 niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 75 m².
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 12.1, ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1 mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1,mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betreft:
Behoudens het bepaalde in sublid 13.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 13.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van meer dan 50 m²:
Het in sublid 13.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 13.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 14.1, mag ten behoeve van de andere bestemmingen, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betreft:
Behoudens het bepaalde in sublid 14.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 14.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van meer dan 100 m²:
Het in sublid 14.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 14.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
Op en in de gronden als bedoeld in lid 15.1, mogen bouwwerken ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.
Behoudens het bepaalde in sublid 15.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 15.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van meer dan 200 m²:
Het in sublid 15.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 15.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleinden in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In zoverre in afwijking van het overigens in deze regels bepaalde met betrekking tot het bouwen mogen op en in de gronden als bedoeld in lid 16.1, andere bouwwerken ten behoeve van de in dat lid aangegeven doeleinden worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 24 (Algemene procedureregels), nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken die krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 16.1, mogen worden gebouwd, ter voorkoming van onevenredige aantasting van de in lid 16.1 bedoelde waarden en belangen.
Behoudens het bepaalde in lid 16.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 16.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 16.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in lid 16.1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen:
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
In afwijking van het overige in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 17.1, toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, bakens en lichten, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
Het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 17.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
De inrichting en het gebruik krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 17.1, mag uitsluitend geschieden nadat advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering omtrent de belangen van de waterkering en de waterhuishouding.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding ‘beschermingszone waterkering’ zijn de gronden primair bestemd voor de waterkering en waterhuishouding. Bouwen ter plaatse van de aanduiding is niet toegestaan, tenzij door het bevoegd gezag een omgevingsvergunning is verleend en advies hiervoor is gevraagd aan het Hoogheemraadschap.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten als volgt wijzigen:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingszone - wijzigingsgebied - 1' het bestemmingsplan wijzigen door het opnemen van gedetailleerdere bestemmingen ten behoeve van het beheer, waarbij nadere bepalingen worden opgenomen over de ligging en omvang van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:
In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2016/2017 van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.