direct naar inhoud van 8.3 Water
Plan: Centrum Nootdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp000120071-4001

8.3 Water

Water

Het bestaande nationale, provinciale en gemeentelijke beleid met betrekking tot de waterhuishouding dient altijd als uitgangspunt. Het bestemmingsplan mag geen slechtere waterhuishoudkundige situatie creëren dan in dat beleid is vastgelegd.

Waterhuishoudkundig raamplan kern Nootdorp

In en rond de kern Nootdorp vinden veel ruimtelijke ontwikkelingen plaats, waarvoor bestemmingsplannen moeten worden vervangen of herzien. Voor alle nieuwe ruimtelijke plannen is het verplicht de watertoets te doorlopen en een waterparagraaf op te stellen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de belangen van het waterbeheer evenwichtig bij de planvorming worden meegenomen. Om recht te doen aan de onderlinge samenhang van de plannen in relatie tot de afstemming met water en om niet voor alle afzonderlijke plannen de watertoets te doorlopen, heeft de gemeente het 'waterhuishoudkundige raamplan kern Nootdorp' (Oranjewoud, 2004) laten opstellen. In de projectgroep zaten vertegenwoordigers van de gemeente, het projectbureau Ypenburg en het Hoogheemraadschap van Delfland. In het raamplan is rekening gehouden met het recente waterbeleid en diverse studies waaronder: waterkansenkaart Oost-land, ABC-Delfland en inrichting waterhuishoudkundig systeem buitenplaats Ypenburg. Het raamplan vormt een belangrijke basis voor deze waterparagraaf. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Van grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen is dan ook geen sprake. Er vinden geen ingrepen plaats in de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en het verhard oppervlak neemt ook niet toe.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied bestaat uit het centrum van Nootdorp en wordt grofweg omkaderd door de Kerkweg, Sportparkweg, Meidoornlaan en de Dorpsstraat.

Het oppervlaktewatersysteem in de gemeente Pijnacker-Nootdorp bestaat uit elf polders. Binnen de polders wordt het waterpeil volgens de afspraken in de betreffende peilbesluiten gehandhaafd. Met behulp van gemalen wordt water vanuit de polders op het boezemstelsel van het Hoogheemraadschap van Delfland uitgemalen. Via het boezemstelsel gaat het overtollige water uiteindelijk naar de zee. Het gebied ligt in de polder Nootdorp. Volgens bergingsberekeningen in het kader van het raamplan voldoet het peilgebied aan de waterbergingsnorm (minimaal 325 m³ berging/ha).

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit zeekleigrond. Er is sprake van grondwatertrap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand meer dan 0,40 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,80 en 1,20 m beneden maaiveld.

Waterkwantiteit

Het plangebied wordt omkaderd door een watergang, met secundair water langs de Meidoornlaan en primair water langs de Sportparkweg en Dorpsstraat. Ter hoogte van de Koningin Julianastraat is een duiker gelegen.

Watersysteemkwaliteit en ecologie

In het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen gelegen.

Veiligheid en waterkeringen

Enkele locaties zijn gelegen binnen de 'kernzone' en 'beschermingszone' van een van de waterkeringen in de gemeente. ter bescherming van de zones van deze waterkeringen is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen. Binnen deze dubbelbestemming zijn de beide zones gevat.

Afvalwaterketen en riolering

Het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen.

Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Afvalwaterketen en riolering

Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:

  • hemelwater vasthouden voor benutting,
  • (in-) filtratie van afstromend hemelwater,
  • afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater,
  • afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.