direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Centrum Nootdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp000120071-4001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die hierna zijn aangegeven:
Bedrijven:   ter plaatse van de aanduiding:  
Nutsbedrijf   nutsbedrijf  

  • b. bij het bedrijf behorende wegen met bijbehorende paden en bermen;
  • c. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen behorende bij een bedrijfsterrein en een kantine;
  • d. verkoop via internet van diensten en producten, waarbij ter plaatse geen uitstallings en verkoopruimte aanwezig is voor rechtstreekse verkoop en aflevering aan consumenten;

een en ander met uitzondering van:

    • 1. detailhandel, behoudens de onder a bedoelde ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt
    • 2. motorbrandstoffen zonder lpg';
    • 3. bedrijven die krachtens artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, welke inrichtingen als zodanig zijn genoemd in de van deze regels deel uitmakende bijlage 4 Inrichtingen Wet geluidhinder.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, niet zijnde bedrijfs- of andere woningen, en
  • b. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van toegestane bouwwerken als bedoeld in sublid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag op bij eenzelfde bedrijfsvestiging behorende gronden ten hoogste zoveel bedragen als ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" is aangegeven;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen als bedoeld in sublid 3.2.1, onder a, mogen niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte";
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
    Bouwwerken   Max. bouwhoogte  
    luifels, vlaggen- en ander masten:   8 m  
    erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein met daarop een gebouw   2 m  
    erf- of perceelafscheidingen - 1 meter achter voorgevelrooilijn grenzend aan openbaar toegankelijk gebied mits redelijke eisen van welstand zoals zijn opgenomen in Welstandsnota   2 m  
    overige erf- of perceelafscheidingen:   1 m  
    overige andere bouwwerken   3 m  
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a, mogen bergingen, fietsenstallingen en andere ondergeschikte dienstgebouwen buiten bouwvlakken worden gebouwd, tot bij elke bedrijfsvestiging een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² en een bouwhoogte van 3 m;
  • f. een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen wordt slechts verleend, indien betreffende de daarbij behorende parkeervoorzieningen wordt voldaan aan de parkeernormen als aangegeven in de van deze regels deel uitmakende bijlage 3 Parkeernormen.

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 3.1, onder a en in de parkeerbehoefte is voorzien.