direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Emerald
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp00011069-4001

3.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland, Visie op Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 29 februari 2012 de Actualisering 2011 van de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland vastgesteld. De hoofdlijn, hoofdopgaven en provinciale belangen van het ruimtelijke beleid, zoals zijn vastgelegd in de geconsolideerde versie van 23 februari 2011, zijn ongewijzigd gebleven. De kern van de Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen de provincie. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Daarnaast zijn duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid belangrijke pijlers. Door middel van het realiseren van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk wil de provincie dit bereiken. Kenmerkende kwaliteiten zijn daarbij: goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur. De provincie wil dit bereiken door samenwerking met gemeenten en andere partijen vanuit een proactieve houding. De provincie stuurt op kwaliteit en functies door te ordenen, programma’s en projecten te ontwikkelen, onderzoek uit te voeren en te agenderen.

Voor een goede ruimtelijke ordening acht de provincie een integrale benadering nodig om een afweging tussen functies en belangen te maken. Deze integrale benadering ligt in het verlengde van het huidige ruimtelijk beleid, maar speelt ook in op actualiteit en maatschappelijke trends en ontwikkelingen. Daarom is het provinciaal belang geordend volgens vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Het plangebied van het bestemmingsplan Emerald is op de plankaart behorende bij de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland aangeduid als ‘Stads– en dorpsgebied’.

afbeelding "i_NL.IMRO.1926.bp00011069-4001_0003.png"  
Figuur 3. Uitsnede visiekaart behorende bij de Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland  

Verordening Ruimte, Visie op Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben op 29 februari 2012 de actualisatie van Verordening Ruimte vastgesteld. In de Verordening Ruimte zijn regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Het gaat daarbij vooral om het integrale ruimtelijke beleid dat is opgenomen in de provinciale structuurvisie en het bijbehorende uitvoeringsplan. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving, bijvoorbeeld het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, de Wet geluidhinder en de Natuurbeschermingswet. In de verordening is het plangebied aangeduid als ‘Bestaand stedelijk- en dorpsgebied'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1926.bp00011069-4001_0004.png"  
Figuur 4. Uitsnede bebouwingscontourenkaart Verordening Ruimte  

Woonvisie Zuid-Holland

De provincie Zuid-Holland heeft het uitgangspunt dat alle bevolkingsgroepen beschikken over een passende woning. De provincie bouwt zelf geen woningen, maar heeft wel de taak om de woningbehoefte in kaart te brengen. Zowel kwantitatief als kwalitatief. Door middel van ruimtelijke ordening kan de provincie vervolgens aangeven waar gebouwd mag worden. De provincie stelt de volgende kwalitatieve eisen aan nieuwe woningbouw:

  • er moet eerst gebouwd worden in de stedelijke centra nabij haltes van openbaar vervoer. 50% van de nieuwe behoefte aan woningen wil men realiseren door inbreiding;
  • ongeveer 30 % van de gehele woningbouwproductie moet sociale woningbouw zijn. Daarnaast moet het doorstromingsbeleid versterkt moeten worden: ongeveer de helft van de mensen die in een sociale woning leeft, wordt bewoond door mensen met een betere inkomensituatie;
  • er moet vooral gebouwd worden voor starters en senioren;
  • de stedelijke woonmilieus dienen meer gedifferentieerd te worden.

De provincie wil deze kwalitatieve eisen op de volgende manier realiseren:

  • er worden woningbouwopgaven per regio vastgesteld;
  • de verschillende regio's dienen een regionale visie en regionale bouwscenario's op te stellen. Zodoende kan tijdig vastgesteld worden of de regionale woningbouwprogramma's tijdig gerealiseerd kunnen worden.