Plan: | Duurzame Glastuinbouwgebieden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.62112-0002 |
Verkeersstructuur
Autoverkeer
De ontsluiting van dit deelgebied vindt nu plaats via wegen met een kleinschalig profiel en vaak een gecombineerd gebruik (fietsverkeer, autoverkeer en bedrijfsverkeer). Voor de versterking van de economische structuur in dit gebied is het van groot belang om in de toekomst een goede ontsluitingsstructuur te hebben. Doel is om de verschillende verkeersstromen meer gescheiden te krijgen en de verkeersdruk op de Delftsestraatweg, Overgauwseweg, Noordeindseweg en Zuideindseweg te verminderen. In het wensbeeld is hiertoe een nieuwe noord-zuid ontsluitingsweg opgenomen (de verlengde Komkommerweg). Deze weg sluit aan op de N470 en loopt door tot de Schimmelpenninck v/d Oyeweg. Daarna gaat de weg dan door richting de Delftsestraatweg en verder naar de Hoefslag en op termijn eindigend bij de Noordweg/Oudeweg. De exacte ligging van het tracé tussen de Delftsestraatweg en de Noordweg moet nog nader worden uitgewerkt. Met name voor het laatste deel vanaf de Hoefslag richting Noordweg/Oudeweg zijn meerdere varianten in beeld.
De ontwikkeling van de weg wordt in fases opgedeeld. Deze weg dient niet alleen voor ontsluiting van het glastuinbouwgebied Pijnacker-West, maar ook voor de verkeersontsluiting van de bebouwing in de kom van Pijnacker. Door deze ontsluitingsweg wordt het deelgebied rechtstreeks ontsloten op een regionale wegenstructuur. Het voorkeurstracé is aangegeven op de visiekaart. De bestaande ontsluitingswegen takken aan op deze nieuwe oostelijke randweg. Qua functie zal deze een interlokale functie, vooral gekoppeld aan toekomstige ontwikkeling van Pijnacker-West krijgen, of een regionale functie, veel meer bedoeld als alternatief voor doorgaand regionaal verkeer, van Pijnacker en Nootdorp (westelijke randweg). Vooralsnog is voor de weg een profiel aangehouden met twee rijstroken en een vrijliggend fietspad. Dit levert een profiel op van circa 35-40 m.
Binnen het plangebied fungeren de Delftsestraatweg, Schimmelpenninck v/d Oyeweg en Hoefslag als centrale ontsluitingsas, waar bedrijven en woningen direct aan gekoppeld zijn. In het wensbeeld is in het zuidelijk deel van het deelgebied een nieuwe interne ontsluitingsweg voorzien die op termijn, zo mogelijk op verzoek van de sector kan worden gerealiseerd. De Meloenstraat kan daartoe in zuidelijke richting worden verlengd en volgt daarna het verkavelingspatroon in oostelijke richting en sluit uiteindelijk mogelijk weer aan op de Schimmelpenninck v/d Oyeweg. Voor deze weg wordt uitgegaan van een profiel met twee rijstroken en een totale breedte van 20 m. In het noordelijk deel is in het wensbeeld de Kooltuin doorgetrokken naar de Delftsestraatweg om zo de interne ontsluitingsstructuur van het deelgebied compleet te maken en de Noordeindseweg te ontlasten van vrachtverkeer. De ontsluiting van de bedrijven loopt in het wensbeeld via de bestaande ontsluitingswegen en de nieuwe zuidelijke ontsluitingsweg, welke zullen aantakken op de nieuwe Komkommerweg. Door middel van verkeerstechnische maatregelen wordt in de toekomst getracht het doorgaande autoverkeer tussen Pijnacker en Delft over de Delftsestraatweg te verminderen.
Langzaam verkeersroutes
Het fietsverkeer door het plangebied gaat nu met name over de Delftsestraatweg en de Schimmelpenninck v/d Oyeweg en haaks daarop over de Overgauwseweg/ Rijskade en de Noord- en Zuideindseweg. Door de voorgenomen ontsluitingsstructuur (zie vorige alinea) wordt getracht het auto- en vrachtverkeer over de Delftsestraatweg, Overgauwseweg en Zuideindseweg te verminderen en die wegen aantrekkelijker te maken als utilitaire en recreatieve routes. In het wensbeeld zijn nieuwe fietsontsluitingen opgenomen langs de N470 en de nieuwe Komkommerweg. Deze mogelijke nieuwe fietsverbindingen zijn in beeld als recreatieve en utilitaire route tussen Pijnacker en Zoetermeer en de Bieslandsebos en de groenzone. De nieuwe fietspaden hebben een indicatieve breedte van 16 m.
Water en groenstructuur
De structuur van hoofdwatergangen in dit plangebied liggen vast. De herstructurering zal zich aan deze structuur moeten aanpassen. Om het watertekort op te vangen moet 10.500 m3ruimte voor water worden gerealiseerd. Hiervoor wordt een watergang ten noorden van de Vrederustlaan gerealiseerd. Ook wordt onderzoek gedaan naar mogelijkheden om het water op te vangen in het Bieslandse Bos. Voor de wateropgave zijn zowel binnen als buiten het plangebied nieuwe watergangen en waterpartijen in beeld. De wateropgaven kunnen worden ontwikkeld in combinatie met groenontwikkeling, als buffer tussen het stedelijk en glastuinbouwgebied. De nieuwe watergangen en waterpartijen moeten ervoor zorgen dat er voldoende waterbergingsmogelijkheden in het plangebied aanwezig zijn. Daarnaast dient de noordelijke waterpartij als overgang tussen het glastuinbouwgebied en de overgang naar het Bieslandse bos. Mocht het daarnaast zo zijn dat bestaande watergangen gedempt worden, dan dient dezelfde oppervlakte aan open water gegraven te worden (dempen = graven). Hierbij dient rekening gehouden te worden met het oorspronkelijke verkavelingspatroon. Dit kan onder andere aan de orde zijn bij het samenvoegen van kavels om grotere bedrijven te kunnen realiseren.
In het wensbeeld voor 2025 is sprake van een koppeling van de groen/waterstructuur aan de hoofdstructuur van het gebied. De aanleg van de nieuwe Komkommerweg biedt een goede kans om de koppeling tussen wegenstructuur en groenstructuur vorm te geven. De aanleg biedt ruimte langs het profiel van de weg en bij diverse 'overhoeken' die ontstaan. Afhankelijk van het nieuwe profiel en de overhoeken die zullen ontstaan wordt uitgegaan van een oppervlakte van 6,5 ha aan groen langs de nieuwe Komkommerweg. Het bestaande natuurgebiedje ten zuiden van de huidige Komkommerweg zal op de nieuwe groenstructuur kunnen aansluiten. Hierdoor kan in de toekomst een groene verbinding ontstaan tussen de Zuidpolder van Delfgauw en het Bieslandse bos. Daarnaast is een nieuwe groenere invulling voorzien aan de westzijde van het plangebied bij de overgang tussen Delfgauw en het kassengebied. Hier liggen nog enkele onbebouwde percelen die samen met het privé groen van particulieren voor een groenere overgang naar het kassen gebied zorgen. De huidige percelen bieden dus ruimte voor een groenere aanzet, met name achter de bestaande bebouwing. Zo kan een schakel ontstaan van groene percelen aan de westrand van het plangebied en zorgt het voor een zachte overgang van het woongebied naar het kassengebied.
Daarnaast kan worden ingezet op realisatie van kleinschalige groenelementen langs de diverse wegen (met name Delftsestraatweg, Overgauwseweg en Zuideindseweg). Dit draagt bij aan de recreatieve betekenis en beeldkwaliteit van het gebied. Het initiatief voor de groene ontwikkelingen ligt bij de eigenaren van de betreffende gronden.
De randen van de glastuinbouwgebieden vragen extra aandacht bij ontwikkeling en herstructurering. Aan de oostzijde grenst het plangebied aan een tweetal andere deelgebieden met glastuinbouw. Door de aanwezigheid van deze bebouwing is het creëren van een zachte overgang aan die zijden niet noodzakelijk. Aan de noord- en zuidzijde grenst het plangebied aan groene gebieden. Hier wordt een harde overgang naar het groene gebied voorzien.
Glastuinbouw
Type en omvang van de bedrijven
In het plangebied bevindt zich nog een beperkt aantal onbebouwde percelen die in beeld zijn voor verdere schaalvergroting van de glastuinbouwbedrijven. Hier liggen kansen voor vergroting van bestaande glastuinbouwbedrijven of vestiging van nieuwe bedrijven. Het betreft hier een oppervlakte van circa 62 ha. Deze gronden zijn in bezit van verschillende glastuinbouwbedrijven of (voormalige) agrarische bedrijven.
Daarnaast zijn voor verdere schaalvergroting de gronden van de bestaande glastuinbouwbedrijven in beeld. Hierbij kunnen bestaande glastuinbouwbedrijven door andere bedrijven worden overgenomen waardoor er grotere (aaneengesloten) bedrijven ontstaan. Dit levert echter geen nieuw ruimtebeslag op ten opzichte van de huidige situatie.
Tevens is er binnen het deelgebied nog een aantal locaties aanwezig met niet-glastuinbouw functies. Ook deze locaties kunnen in beeld zijn voor verdere schaalvergroting. Het gaat hierbij om een oppervlakte van circa 4,2 ha.
In het raamwerk van infrastructuur en wegen- en landschapsstructuur in dit deelgebied is ruimte voor bedrijven met een omvang van 2 ha tot 6 ha. Deze bedrijven kunnen zo mogelijk nog verder worden samengevoegd tot grotere bedrijven.
De ondersteunende bebouwing van de glastuinbouwbedrijven (loodsen, ketelhuizen, warmteopslagtanks, etc) is direct te vinden aan de ontsluitingswegen. Ook in het wensbeeld is dit het geval. Deze bebouwing is vanuit beeldkwaliteitoogpunt niet gewenst aan de randen van het gebied (in de overgang naar de bebouwde kom en de groenzone). De hoogtematen voor de bebouwing zijn gekoppeld aan de maatvoering voor de kassen. Warmteopslagtanks mogen maximaal 12 m hoog zijn (conform het huidig gemeentelijk beleid).
Woningen en andere functies
Bestaande woningen blijven in principe op hun huidige locatie. Mochten verplaatsing en andere functies door schaalvergroting van glastuinbouwbedrijven aan de orde zijn, dan is in eerste instantie een perceel in de deelgebieden Rijskade en Overgauw in beeld.
Samenvatting gebiedskaders deelgebied Pijnacker-West
Kaderstellend voor de toekomstige ruimtelijke structuur van deelgebied Pijnacker-West zijn de volgende aspecten, die zijn opgenomen op de visiekaart: