Plan: | Buitengebied Oostflakkee |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42 |
Externe veiligheid betreft de kans op overlijden van burgers (aanwezig in bebouwing of verblijfsgebieden grenzend aan risicobronnen) als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicobron. Risicobronnen kunnen bedrijven zijn, maar ook het transport van gevaarlijke stoffen over wegen, vaarwegen en spoorwegen en via buisleidingen. Ook risico's veroorzaakt door windturbines (afvallen rotorbladen) en dalend en stijgend vliegverkeer bij vliegvelden, worden gerekend tot externe veiligheidsrisico's.
Dit risico wordt uitgedrukt in plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico is de overlijdenskans per jaar van een persoon die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicovolle activiteit. Dit kan op een kaart worden weergegeven met behulp van contouren. Het groepsrisico betreft de kans per jaar dat in één keer een groep mensen van een bepaalde grootte komt te overlijden bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico kan met behulp van een diagram worden weergegeven.
Bevi
Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. De norm voor het plaatsgebonden risico is vastgesteld op 10-6 per jaar. Voor kwetsbare objecten, zoals woningen en scholen, is dit een grenswaarde. Voor beperkt kwetsbare objecten, zoals bedrijfsgebouwen en sporthallen, is dit een richtwaarde.
Het besluit bevat eisen voor het plaatsgebonden risico en geeft ook aan hoe deze veiligheidseisen doorwerken in plannen voor de ruimtelijke ordening. Op grond van het besluit worden in een ministeriële regeling voor een aantal bedrijfssectoren (LPG-tankstations, opslag van gevaarlijke stoffen (PGS 15), ammoniakkoelinstallaties) vaste veiligheidsafstanden vastgelegd. Voor de overige bedrijven wordt de veiligheidsafstand met een risicoberekening bepaald. Bij het maken van een bestemmingsplan moeten gemeenten hiermee rekening houden.
Het Bevi bevat geen wettelijke grenswaarde voor het groepsrisico; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het groepsrisico in het gebied rondom de inrichting. Er is een oriëntatiewaarde bepaald, die aangeeft wanneer de kans dat bij een ongeval 10, 100 of 1000 doden vallen, voldoende klein is. Dit geeft houvast bij de beoordeling bij welke bevolkingsdichtheid in de omgeving van een risicobedrijf er nog sprake is van een voldoende veilige situatie. De gemeente dient verantwoording af te leggen met betrekking tot het groepsrisico. Het bevoegd gezag motiveert - kort gezegd - in ieder geval:
Naast de verantwoording van het groepsrisico moet advies worden gevraagd aan de regionale brandweer over het groepsrisico en de mogelijke gevolgen van het bestemmingsplan voor de mogelijkheden van rampbestrijding en de zelfredzaamheid van de bevolking binnen het invloedsgebied van het bedrijf.
Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)
Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Dit besluit is vergelijkbaar met het Bevi, maar dan van toepassing op buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen. Het gaat om buisleidingen voor aardgas met een uitwendige diameter van meer dan 50 mm (1,97 inch) en een druk van meer dan 1600 kPa (16 bar) en om buisleidingen voor aardolieproducten, met een uitwendige diameter van meer dan 70 mm (2,76 inch) en een druk van meer dan 1600 kPa. Buiten de regels over het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico is in het Bevb bepaald dat in een bestemmingsplan de ligging van buisleidingen wordt weergeven en dat een regeling wordt opgenomen voor de belemmeringenstrook. Deze belemmeringenstrook ligt op vijf meter aan weerszijden van de buisleiding of vier meter in geval van aardgasleidingen met een druk tussen 1600 en 4000 kPa.
Figuur 4.1: Risicokaart van Oostflakkee (d.d. 27 februari 2012)
Op afbeelding 4.1 is een uitsnede van de risicokaart opgenomen. Daarop is te zien dat er binnen het plangebied twee wegen zijn waar vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, te weten de N59 en de N215. Daarnaast zijn er verschillende propaantanks aanwezig binnen het plangebied. Er zijn geen buisleidingen binnen het plangebied aanwezig die relevant zijn voor het aspect externe veiligheid.
Ten aanzien van de voorgenomen ontwikkelingen is er een vooronderzoek externe veiligheid uitgevoerd. Hieronder volgt de conclusie van het onderzoek. Het onderzoek is opgenomen in de bijlagen van deze toelichting.
Notitie Externe Veiligheid in relatie tot campings (9 juli 2012, Royal Haskoning)
Uitbreidingscampings
De twee uitbreidingscampings zijn Camping De Schaapswei en Camping Buijs.
Camping De Schaapswei wordt aangemerkt als kwetsbaar, vanwege de aanwezige horeca. In het kader van externe veiligheid zijn er geen risico's die invloed hebben op deze camping.
In en in de nabijheid van Camping Buijs zijn er geen risico's op het gebied van externe veiligheid.
De uitbreiding van de twee campings brengen geen belemmeringen met zich mee.
Nieuwe campings
De twee nieuwe te realiseren campings zijn de Camping Galatheseweg 2 en Camping De Windgors.
Voor de komst van Camping Galatheseweg 2 zijn er geen belemmeringen. Ook de camping zelf zal niet voor knelpunten zorgen.
Nabij Camping De Windgors is een propaantank aanwezig. De tank ligt op ruime afstand van de camping en heeft daarom geen invloed hierop. Er zijn in het kader van externe veiligheid dan ook geen belemmeringen voor het oprichten van een camping.